Oorlogskroniek der stad Aalst 1914-1918

Moderators: Alostum, david, janlouies

Gebruikersavatar
Alostum
Site Admin
Berichten: 13273
Lid geworden op: 14 Mei 2014, 15:27
Locatie: Aalst

19 september 1914

Berichtdoor Alostum » 30 Mei 2014, 14:21

Geplaatst: 11 Mei 2010 09:00 am
Alostum schreef:Petrus Van Nuffel:
De nacht bracht niets bijzonders, doch den 19 September begon van af 6 uur 's morgens het kanon te brommen en het gerucht naderde. Zeven Duitsche wielrijders vormden op de Markt een kleinen groep. Ten half 7 uur brak een hevige storm los; regen, met hagel gemengd, kletterden overvloedig neer. Eenige uren later bleef eene Belgische patroelje aan de poorten der stad even stil.
Op den buiten werden de windmolens afgebrand of onbruikbaar gemaakt.


Enkele duitsers voor de resten van een windmolen in de omgeving van Aalst
Afbeelding

wordt vervolgd

mvg. Alostum :wink:
De taak van historici is te herinneren wat anderen vergeten. (Eric Hobsbawm)

Gebruikersavatar
Alostum
Site Admin
Berichten: 13273
Lid geworden op: 14 Mei 2014, 15:27
Locatie: Aalst

20 september 1914

Berichtdoor Alostum » 30 Mei 2014, 14:23

Geplaatst: 11 Mei 2010 09:01 am
Alostum schreef:Petrus Van Nuffel:
Den Zondag 20 September kwam Volksvertegenwoordiger Petrus Daens (1) den burgemeester kennis geven van een onderhoud, hetwelk hij had met generaal Clooten (2), van wien hij een paspoort kreeg voor de bevoorrading der stad. Met hetzelfde doel had een zoon des burgemeesters, reeds 's Vrijdags te voren, een verhoor gekregen met den generaal en den gouverneur.

(1) volksvertegenwoordiger Petrus Daens
Afbeelding

(2) Luitenant Generaal Clooten, militair gouverneur van de niet bezette zone in augustus, september en oktober 1914
Afbeelding

wordt vervolgd

mvg. Alostum :wink:
De taak van historici is te herinneren wat anderen vergeten. (Eric Hobsbawm)

Gebruikersavatar
Alostum
Site Admin
Berichten: 13273
Lid geworden op: 14 Mei 2014, 15:27
Locatie: Aalst

21 september 1914

Berichtdoor Alostum » 30 Mei 2014, 14:24

Geplaatst: 11 Mei 2010 09:02 am
Alostum schreef:Petrus Van Nuffel:
Schermutselingen tusschen Belgische en vijandelijke patroeljen geschiedden den 21 September. De molens van Maxenzele waren door het vuur vernield en deze van Goyck door dynamiet. De Thybaert's van Hofstade werden geroepen om in Brabant al de molenzeilen af te doen, ten einde dezelve te bewaren; men weet, dat de Duitschers beweerden dat die zeilen als signalen dienst deden. - Voermans, die van Schoonaarde kwamen, ontmoetten Belgische soldaten, die 7 Duitschers, te Ninove gevangen, opleidden.
Eene Duitsche patroelje snuffelde in het Osbroek.
De Belgen zaten te Erpe.


wordt vervolgd

mvg. Alostum :wink:
De taak van historici is te herinneren wat anderen vergeten. (Eric Hobsbawm)

Gebruikersavatar
Alostum
Site Admin
Berichten: 13273
Lid geworden op: 14 Mei 2014, 15:27
Locatie: Aalst

22 september 1914

Berichtdoor Alostum » 30 Mei 2014, 14:25

Geplaatst: 11 Mei 2010 09:03 am
Alostum schreef:Petrus Van Nuffel:
De Duitsche troepen verlieten den 22 September Assche en Ninove, en lieten aldaar nog slechts een 600-tal manschappen. Er werd gevochten te Bergen en bij Vilvoorde. Men sprak van al de paarden van Brabant op te eischen. Rond den middag werd te midden van onze Groote Markt eene Belgische mitrailjeuse opgericht; eenige Belgische gendarmen (1) en soldaten kwamen post vatten aan de hoeken der straten. Er gaan verwoede straatgevechten geleverd worden, want eene Duitsche patroelje loopt in de buitenwijken rond. Gelukkiglijk trokken de Belgen in den namiddag weg, en alle onmiddellijk gevaar was geweken. s'Avonds kwam ons volk nochtans weer met eenige krijgsgevangenen.

(1)Uit “Historique des Troupes Territoriales en Belgique en 1914. Groupement Clooten”:
Le groupe de gendarmerie du Major Blondiau: Le 22, les 3 escadrons, l'auto-mitrailleuse du Lieutenant Vigneron et la compagnie cycliste de la garde civique, sous le commandement du Major Blondiau, font leur entrée dans Ninove, où la population leur fait un accueil enthousiaste. A 12 h. 45, sur la route de Ninove à Alost, ils rencontrent 20 cyclistes ennemis, en tuent un et font 7 prisonniers.
Le Major Blondiau disposait de:
1 officier adjoint (Lieutenant Vigneron) et 1 auto-mitrailleuse blindée
3 escadrons de 85 à 90 gendrames à cheval:
- I. Capitaine Maury
- II. Capitaine Kestelin
- III. Lieutenant Lebrun
1 peloton de gendarmes cyclistes (Capitaine Frémault)


wordt vervolgd

mvg. Alostum :wink:
De taak van historici is te herinneren wat anderen vergeten. (Eric Hobsbawm)

Gebruikersavatar
Alostum
Site Admin
Berichten: 13273
Lid geworden op: 14 Mei 2014, 15:27
Locatie: Aalst

23 september 1914

Berichtdoor Alostum » 30 Mei 2014, 14:25

Geplaatst: 11 Mei 2010 09:04 am
Alostum schreef:Petrus Van Nuffel:
De laatste dienstplichtigen der klas van 1914 gingen den 23 September het leger vervoegen. (Eenige oproepingsbrieven, door den Burgemeester onderteekend, waarvan de titularissen niet gevonden waren, werden later door de Duitschers op het politiebureel ontdekt; dit werd den heer Leo Gheeraerdts, door den vijand, als een zwaar vergrijp tegen de oorlogswetten aangerekend). Iemand van Appels gaf bijzonderheden over het afbranden van acht huizen in zijn dorp; de Duitschers, die aldaar gelogeerd waren, staken er uit erkentenis het vuur aan en vermoordden vier menschen. Hij sprak ook van een gevecht te Berlaere, waar de Duitsche kanonnen in de weiden verzonken door de overstroomingen, die de Belgen verwekt hadden.

En in “Historique des Troupes Territoriales en Belgique en 1914. Groupement Clooten”:
Le groupe de gendarmerie du Major Blondiau:
Le 23, à la demande du G. Q. G., le Ier escadron avec l'auto-mitrailleuse et 20 chasseurs cyclistes de la garde civique sont envoyés dans le secteur Alost-Ninove avec mission expresse de faire des prisonniers (afin d'identifier les troupes allemandes occupant le pays). Le gros de l'escadron s'établit en repli à Burst et envoie à Haeltert une patrouille qui se heurte à des Hussards de Brandebourg (12e) et leur enlève 4 prisonniers (dont 1 officier) et 3 chevaux.

wordt vervolgd

mvg. Alostum :wink:
De taak van historici is te herinneren wat anderen vergeten. (Eric Hobsbawm)

Gebruikersavatar
Alostum
Site Admin
Berichten: 13273
Lid geworden op: 14 Mei 2014, 15:27
Locatie: Aalst

Adolf Scholliers

Berichtdoor Alostum » 30 Mei 2014, 14:27

Geplaatst: 11 Mei 2010 09:06 am
Alostum schreef:
Alostum schreef:Petrus Van Nuffel verhaalt verder

Den 7 September van 6 uur's morgens, .....
Verscheen een Duitsch vlieger, die een vlagje, aan hetwelk een briefken gehecht was, liet nederdalen. Alhoewel geen moeite gespaard bleef om dit bericht in handen te krijgen, duurde het zoeken zóó lang, dat de bevelvoerende generaal ongeduldig werd en dreigde gansch het statiekwartier in brand te steken, in geval het stukje papier niet te voorschijn kwam. Een patroelje Uhlanen ging in negen aanpalende straten, van huis tot huis, opzoek; waar de bewoners afwezig waren, werden de deuren met, bijlslagen opengebeukt. Drie ruiterijsoldaten drongen, in de Koophandelstraat, ter woning van den vleeschhouwer Adolf Scholliers (1); zij grepen den braven man vast, plantten hem den revolver op de borst en sleurden hem naar boven. Beneden hoorde men het eendelijk kermen van den ongelukkige, gelijk hij op den zolder mishandeld werd; vervolgens zagen zijn vrouw en kinderen hem beneden, naar de straat trekken, weer binnen brengen, andermaal naar boven sleuren, om daar opnieuw geslagen en wreed gestampt te worden. (Adolf Scholliers overleed den 13 Mei 1916, tengevolge dezer martelie). Het briefje werd eindelijk gevonden, overhandigd aan den politiecommissaris Bauwens en den aanvoerder besteld; er stonden slechts twee woorden op: Frankreich gefarlich; dus een bevel om met verhaasten stap naar Frankrijk te rukken.




(1) Adolf Scholliers is geboren op 19-12-1870 in Aalst. Adolf is overleden op 13-05-1916 in Aalst, 45 jaar oud.
Afbeelding

Echtgenoot van Maria Ludovica De Meersman, wonende Koophandelstraat.

"Den 31 Augusti 1914 was door een Duitsch vlieger een briefje neergeworpen. De soldaten dreigden het Statiekwartier in brand te steken, indien het briefje niet gevonden werd. Scholliers werd op zijnen zolder, door drie uhlanen, zoo deerlijk mishandeld, dat hij ziek werd en den 13 Mei 1916 overleed. De geneesheeren schrijven zijn dood toe aan de geweldige onderstane marteling op 31 Augusti 1914."

Beide gegevens komen van Petrus Van Nuffel, maar de datums verschillen !

mvg. Alostum :wink:
De taak van historici is te herinneren wat anderen vergeten. (Eric Hobsbawm)

Gebruikersavatar
Alostum
Site Admin
Berichten: 13273
Lid geworden op: 14 Mei 2014, 15:27
Locatie: Aalst

Re: Oorlogskroniek der stad Aalst 1914-1918

Berichtdoor Alostum » 30 Mei 2014, 14:30

Geplaatst: 11 Mei 2010 09:08 am
Alostum schreef:[quote="Alostum]Petrus Van Nuffel vervolgd:

Den Maandag 14 September was 't eerste nieuws, dat er Duitschers in het omliggende gezien waren, en dat bijgevolg, door Koninklijk gebod, de brug geheel moest vernietigd worden .... [/quote]

Uit het duitse soldatenblad "LANDSTURM" opsteller was Wilh. Neuhaus, Landsturm Bataillon Hersfeld, gedrukt te Aalst bij Van de Putte-Goossens

Afbeelding

Afbeelding

mvg. Alostum :wink:[/quote][/quote]
De taak van historici is te herinneren wat anderen vergeten. (Eric Hobsbawm)

Gebruikersavatar
Alostum
Site Admin
Berichten: 13273
Lid geworden op: 14 Mei 2014, 15:27
Locatie: Aalst

24 september 1914

Berichtdoor Alostum » 30 Mei 2014, 14:31

Geplaatst: 11 Mei 2010 09:09 am
Alostum schreef:Petrus van Nuffel:
Den 24 September wandelden in de Molenstraat een Belgisch officier en een Belgisch soldaat, die een kijkje gingen nemen op de vernielde spoorwegbrug. Een Belgische patroelje verbleef in de stad. Een aantal Duitschers waren gezien te Moorsel, andere te Hekelgem, en deze laatste waagden zich tot aan de Pontstraatpoort. Tusschen middernacht en één uur vloog een Zeppelin over Aalst, die lichtstralen afwierp en verdween in de richting van Oostende, waar hij drie bommen liet vallen. - Denzelfden dag werd hier door de Belgische militaire overheid een inwoner aangehouden, bij name Adolf Walbrecht (1), uit Duitsche ousche ouders geboren. Hij werd onmiddellijk naar Dendermonde gevoerd. Men kwam aldaar toe, tusschen 7 1/2 à 8 uur s'avonds; in de stad lagen wel 20.000 man troepen en op de Markt stroomde het van krijgsvolk. Aan de Veerbrug geraakte de automobiel tusschen twee vuren: de Duitschers schoten op het voertuig, en de Belgen, denkende met een vijandelijk auto te doen te hebben, deden hetzelfde. Walbrecht werd gedood, en de chauffeur was een hiel vermorzeld. Sinds zijn overbrenging naar Dendermonde wist hier niemand van Walbrecht meer te spreken; ondanks de opzoekingen, tijdens de bezetting, zijner vrouw en van de ouders, bleef steeds een zwaren sluier hangen over de omstandigheden zijner tragieke dood. Na den wapenstilstand stond een landbouwer van Grembergen op zijn veld te werken, wanneer hij met de schup tegen een hard voorwerp stootte; hij groef dieper en ontdekte de kist,die het lijk van Adolf Walbrecht bevatte.
Meer en meer begon de verlatenheid zich doen te gevoelen. Alle ekonomisch leven had opgehouden; de bevolking, gekwollen door het onzekere der tijden, bracht de lange dagen en bange nachten rusteloos door. Het weekblad De Denderbode bleef den 20 September weg, en De Volksstem verscheen voor het laatst den 25 daaropvolgende.


(1) Uit “Adresboek stad Aelst 1909”: Walbrecht Adolf, meestergast, Scherreveldstraat 20, Aalst

Nog twee Aalstenaars sneuvelden die dag

Philibert Camiel Pierre Aercke (° Aalst 13-07-1891, † Zemst 24-09-1914), soldaat bij het 2e Linieregiment 3e Bat., 2e Comp.

Petrus Steenhout († Boortmeerbeek 24-09-1914)



wordt vervolgd

mvg. Alostum :wink:
De taak van historici is te herinneren wat anderen vergeten. (Eric Hobsbawm)

Gebruikersavatar
Alostum
Site Admin
Berichten: 13273
Lid geworden op: 14 Mei 2014, 15:27
Locatie: Aalst

25 september 1914

Berichtdoor Alostum » 30 Mei 2014, 14:33

Geplaatst: 11 Mei 2010 09:11 am
Alostum schreef:Petrus Van Nuffel:
Tot 10 uur voormiddag van den 25 September gebeurde niets merkweerdigs. Maar alsdan kwam een poltieman den burgemeester verwittigen, dat Duitsche onderhandelaars hem met ongeduld, ten Landhuize, verbeidden. De vijand, het legerkorps van von Mayer, 40.000 man sterk, lag, vóór de stad, op den Brusselschensteenweg. Vooraleer binnen te komen, eischte de generaal een onderhoud met de gemeente-overheid en verscheidene gijzelaars. Terwijl ernaar een rijtuig uitgezien werd, besloten de schepenen Moyersoen, De Wolf en Dr Bauwens (1), M. Gheeraerdts te vergezellen. M. Michel Gheeraerdts, zou als taalman zijn hulp verleenen. Onder goed geleide kwamen allen aan den hoek der Albrechtlaan, vóór von Mayer en een ander officier; deze hernieuwden de bedreiging, van den eersten magistraat door den kop te schieten en de stad af te branden, bij den minsten aanslag op éénen soldaat. De stadsoverheden werden als gijzelaars, onder de bewaking van eenen major, in de zaal van den Gemeenteraad, ten Landhuize, opgesloten en moesten aldaar, onder de bewaking der pinhelmen, het noenmaal
nemen; slechts doctor Bauwens mocht vertrekken, om zijn zieken te bezoeken.
Rond twee uur daalde het ontzaglijk leger in de stad (2). Ransels werden ontgespt; geweren schoven languit op den grond; een gedrang als op een jaarmarkt; een lawaai van grove uitroepen en van staal en van blik, om oordul te worden; duizenden krijgers woelden dooreen; honderden paarden trappelden door stegen en straten, met hun zingende ruiters, de Husaren der Dood:
Uns’re Heimat, uns’re Heimat,
Un’'re Heimat ist uns lieb !
patroeljen drongen in de achterbuurten, tot in de verstafgelegen hoeken der stad, juichend:
Gloria ! Viktoria !
Burgershuizen, fabrieken, scholen, 't stak weldra al gestrijkt-vol: de openbare plaatsen, markten en lanen zagen zwart van wagens, kanonnen en veldkeukens. Die Husaren, met tronies van saters en bandieten, grijnzend onder zware kolbakken met zilveren doodshoofden, verzekerden dat twee legerkorpsen volgden. Op veel uniformen las men de nummers 74, 73 en 9. De staf verbleef in het Hôtel du Comte de Flandre (3), waar aldra de auto van gouverneur von der Goltz (4) toekwam. Dit bezoek vernemende, besloot M. Michel Gheeraerdts de vrijheid der gijzelaars te bekomen. Met dit doelwit begaf hij zich naar het gasthof; hij werd er ontvangen door eenen adjudant, een man met onderscheiden manieren, die den gouverneur verwittigde dat er hem een verhoor werd gevraagd, von der Goltz deed overbrengen, dat M. Michel zich moest verstaan met von Mayer (5); de generaal stemde toe in het loslaten der gijzelaars, zeggende dat de Burgemeester van Aalst op hem goeden indruk had gemaakt, dat hij hem op zijn woord de vrijheid gaf, maar dat hij verantwoordelijk bleef voor de openbare rust. De gijzeling was ten einde. Er dient hier bijgevoegd te worden, dat de familiën in de grootste onrust hadden verkeerd, want binst den dag liep het gerucht dat de aangehouden overheden gefusiljeerd waren in het schietplein der Burgerwacht, op de Pontstraatpoort.
s'Avonds hadden politie en pompiers aan de Sinte Annabrug post gevat. Een Duitsch feldwebel, kortstaltig, en ongemeen frank van opzicht, stapte van zijn rijwiel en verklaarde dat, aan den Zwarten Hoek, op de soldaten gevuurd was, en dat, binnen een uur, de stad moest afgebrand worden.
- Ja, alles plat, gekte sergeant Emiel De Wilde. We kennen dit liedje al van buiten ! ...
Men nam het op nen lach. Doch't was ernst.
Trouwens, hoe dikwijls en hoe lang reeds was er twist uitgelokt ! Sedert verscheidene dagen immers zochten de bezetters naar een ellendigen uitvlucht, om te kunnen moorden, te rooven en te branden ....
De heer schepen De Wolf ging met een politieofficier naar de Boudewijnkaai, ter woning van M. Hippoliet Borreman-Buyl (6), waar een post met nen officier lag. De luitenant van dienst hield staande: Man hat geschossen ! En hij wees naar de brug van den Zwarten Hoek. M. De Wolf protesteerde en bewees dat hij loog. De Duitsch bleef onthutst, met z'n mond vol tanden staan gapen.
Het was overigens zeker, dat er schoten gelost waren, door de Duitschers zelf, op menschen die van hun werk kwamen. De moordenaars poogden zich later te verontschuldigen, met te zeggen dat zij dachten te doen te hebben met eene patroelje, die uit een kazern kwam !
't Kon rond half 6 uur s'avonds zijn. De arbeiders van de Viscose, op den Tragel, kwamen buiten. In den aanpalenden meersch zaten eenige Duitsche soldaten; pas hadden zij aan den uitgang van het fabriek een paar werklieden gezien, of ze vuurden hun geweren af. D'Hondt Theophiel (7), wonende Steenstraat, viel zwaar getroffen neer: een kogel was hem in den rug gedrongen. De overige arbeiders trokken verschrikt in het fabriek terug. D'Hondt sukkelde, eenige stappen verder, in eene gracht; meer kogels floten boven zijn hoofd .... De ongelukkige werd naar het hospitaal gebracht, waar hij, door doctor Heffinck goed verzorgd, nadien nog zeven maanden onder geneeskundige behandeling bleef.
Man hat geschossen !
Het krachtdadig optreden van schepen De Wolf heeft, dien avond, de stad Aalst van een gewissen ondergang gered.
Alle bruggen en poorten waren sterk bewaakt. In den nacht zag men de buitenwijken amper verlicht door den fantastischen schijn der bivakvuren.
Niemand sliep ………….


Uit “Geschiedenis van het regiment en Guldenboek van de Verbroedering der Oud-stijders van het 5de Lansiers 1914-1918”
(aanloop tot …) HET GEVECHT TE AALST
De 25e September te 12 u. 05' wordt het 5e Lansiers vervoerd van het station van Zurenborg (Antwerpen) naar Gent.
Het 1ste, 2e en 3e eskadron worden te Zwijnaarde gekantoneerd, terwijl het 4e eskadron de nacht doorbrengt in de hall van de tentoonstelling te Gent.


(1) Isidoor Jozef Bauwens, dokter in de geneeskunde (° Aalst 09-03-1855, † Aalst 09-10-1918)
Notitie bij Isidoor: Hij was erevoorzitter van het ANV-tak Aalst, lid van de KoninklijkeVlaamse Academie en betrokken bij verscheidene culturele verenigingen,waarvan hij meestal erevoorzitter was, o.m. bij "Het Land van Riem". Hij is de auteur van diverse wetenschappelijke werken; Hij schreef het toneelstuk "Iwein van Aalst", (met muziek van Gustaaf Pape) dat voor het eerst in 1886 werd opgevoerd door "Het Land van Riem". Na hertaling werd het in april 1988 op de scene gebracht ter gelegenheid van de openingsfestiviteiten van het cultureelcentrum "De Werf".
Schepen van Aalst. Lid van de Provinciale Geneeskundige Commissie. Ridder in de Leopoldsorde. (Zie "Het Land van Aalst" 2006 nr.1, p.3-70)
Gehuwd met Maria Louisa De Cock. (° Erembodegem 12-02-1857, † Aalst 30-08-1922)

(2) De eerste Duitse troepen op de Grote Markt

Afbeelding

(3) Stationsplein, uiterst rechts het Hôtel du Comte de Flandre
Afbeelding

(4) Baron von der Goltz was born in 1843. After reaching the rank of major, Goltz left the German Army in 1883 to take up a training post with the Turkish Army. He returned to Germany in 1896 as a lieutenant general. After the successful invasion of Belgium in August 1914, Goltz became military governor of the country. In December, 1914, Goltz was transferred to Constantinople where he became a military adviser to the Turkish government. After a power struggle, in March 1915,Goltz replaced Liman von Sanders as commander of the Bosporous Army. His plans for a major attack on the British in Egypt and India were rejected. In October 1915 Goltz was given the command of the Sixth Army on the Mesopotamian Front. Baron von der Goltz supervised the siege of Kut but died a few days before the garrison's surrender in April 1916.
http://www.spartacus.schoolnet.co.uk/FWWgoltz.htm

(5) Generalleutnant Karl von MEYER Died on 30 October 1914 in Brussels from wounds received at Droogenbroodhoek on 27 October. General von Meyer was Commander of the 37. Landwehr Infantry Brigade when he was wounded. (zie http://forumeerstewereldoorlog.nl/viewt ... 253#192253)

(6) Hippoliet Borreman, handelaar (° Aalst 02-08-1857)

(7) Theophiel D´Hondt (° Erpe 22-01-1871)
Gehuwd met Maria De Wulf (° Aalst 03-04-1875)

wordt vervolgd

mvg. Alostum :wink:
De taak van historici is te herinneren wat anderen vergeten. (Eric Hobsbawm)

Gebruikersavatar
Alostum
Site Admin
Berichten: 13273
Lid geworden op: 14 Mei 2014, 15:27
Locatie: Aalst

26 september 1914

Berichtdoor Alostum » 30 Mei 2014, 14:37

Geplaatst: 11 Mei 2010 09:14 am
Alostum schreef:A. Van der Heyden:
We zijn nu reeds 26 september (Zaterdag)
Vanaf de vroege morgen tot 3 uur in de namiddag komen eindeloze legerbenden van Brussel komende, door de stad. Hier en daar rond de stad waren er gevechten want de Duitsers brachten 'n aantal gekwetsten naar de "pupillenschool" die ze korte tijd nadien terug weghaalden. Zoals gewoonlijk waren de Duitse troepen pas vertrokken of de Belgische soldaten kwamen weer in de stad. Een echt verstoppertjes-spel. Om 5 uur voelden onze piotten zich weer "thuis" in Aalst. De Aalstenaars begrepen er niets meer van. Later zal men wel te weten komen hoe de vork in de steel zat.
Maar dat er ernstige zaken op til waren, kon men opmerken uit het feit dat in de Molenstraat (1) verschansingen werden opgeworpen met karren, wagens, balen katoen, matrassen en zelfs meubelen. Slechts enkele nauwe doorgangen waren voorzien. Beneden in de Bisschopsstraat, juist vòòr de brug zaten de soldaten terdege verschanst achter de geperste balen katoen die ze uit de "Filature du Canal" hadden gesleept. En aan de Tragel en achter de reizigersstatie langs de kant van de Dender, was men aan verdedigingswerken toe. Maar toch waren de barricaden aan de St.Annabrug het meest versterkt omdat men verwachtte dat de Duitsers, meest vanaf de Moorselbaan komende, de overgang van de St.Annabrug eerst zullen willen innemen. Nadien zal blijken dat ze dit plan zouden opgeven en zullen ze langs de "Zwarte Hoek" hun hevigste aanvallen ontketenen. Op de hoeken van de Hoveniersstraat (het begin van de Moorselbaan), ter plaatse "Hoek van Bremkes" genoemd, aan de hoeken van de "Hoge Vesten", "Varkensmarkt" enz ... zijn carabiniers-cyclisten geplaatst om de voor hen liggende straat te kunnen in 't oog houden. Hun rijwielen staan gereed om zo nodig er mede te kunnen vluchten in de richting van de Denderbrug.
Daar zijn ze ! We zien enkele ruiters te paard met getrokken revolvers voorbij ons huis rijden. Er is een wagen tussen hen die met allerlei materiaal is gevuld, maar aan de omdraai van de Moorselbaan, op enkele stappen van het slachthuis, worden ze ontvangen op enkele schoten geweervuur vanaf "’t slot" en "Bremkes". De Duitsers dringen niet aan en keren weer voorbij ons huis in de richting van Moorsel. Een andere groep pinhelmen was van Herdersem afgezakt door de Groenstraat en wilde zo langs de Binnenstraat naar de Hoveniersstraat een doorgang forceren, maar dit gelukte hen ook al niet. Toen ze daarbij enkele doden en gekwetsten moesten tellen, worden ze beestachtig woest. Ze drongen in de huizen en sleurden enkele bewoners naar buiten om ze op straat met revolvers en bajonetsteken af te maken. Door een achtervenster van ons huis sloeg mijn vader en mijn zuster dit wreed toneel in de Binnenstraat en de Groenstraat gade. Ikzelf zat met twee broers verscholen op de zolder van een achtermagazijn ... .
We hoorden duidelijk het gejammer en geschreeuw van de mensen die vermoord werden, maar dierven geen kik geven. Terwijl we angstig luisterden naar de jammerkreten kwam een inwoner van de Binnenstraat dwars door de hovingen achter ons huis gevlucht, kroop over de lage afscheidingsmuur en kwam binnen. Daar vertelde hij aan mijn vader wat hij had meegemaakt en hoe hij bij mirakel was ontkomen. Hij noemde de personen die hij zelf met revolverschoten en bajonetsteken had zien afmaken en die vader ook kende: De Spiegeleer Jozef (2) (Binnenstraat), Colin Gr. (3) (Klein Begijnhof). De anderen had hij niet zo goed gezien.
Rond 4 uur hield het schieten op, behalve 'n mitrailleuse, die maar steeds voortknetterde.
De Duitsers waren weg op de Moorselbaan, en aan de Binnenstraat zag men enkel burgers die aldaar de vermoorde en gekwetste burgers op kruiwagens of karretjes laadden. Ik ging ook 'n kijkje nemen maar een paar Belgische soldaten joegen me gauw weg.
We waren al gewoon geworden aan het zien van mensen die met pak en zak beladen voorbij trokken, steeds stadinwaarts, maar na deze gebeurtenissen begon het op een algemene vlucht te gelijken. Het was een treurig zicht de mensen te zien voorbijstrompelen, zwaar geladen en dan nog 3 of meer kinderen aan de hand meesleurend. Tot 7 à 8 uur 's avonds duurde de uittocht van vluchtelingen. Ook vader en moeder maakten pakken met eetwaren en klederen gereed en iedereen kreeg een pak aangewezen dat hij tijdens de vlucht zou moeten dragen en goed bewaren. We waren gereed, maar op het laatste ogenblik weigerde moeder te vertrekken, en mijn oudste zuster besloot alsdan ook thuis te blijven omdat ze moeder niet alleen wou laten. Uiteindelijk werd beslist dat iedereen zou thuis blijven en afwachten wat er morgen of later zou gebeuren ... . Ik ging met een paar broers dan eens naar de soldaten kijken die overal op loer lagen en vloekten omdat we kwamen zien naar wat ons niet aanging. We kwamen dan maar gauw terug naar huis. Er waren, behalve de soldaten, nog zeer weinig mensen op straat. Tijdens de nacht hoorden we geen enkel schot meer vallen, maar wel konden we zien dat op sommige plaatsen in de verte een rode gloed hing, wat er op wees dat daar huizen of fabrieken aan het branden waren.


Petrus Van Nuffel:
s'Anderdaags 26 September, een Zaterdag, vanaf 4 uur, begon het doorrijden van kanonnen en Duitsche ruiters, van kamions, wagentjes, verhuiswagens te Brussel, Leuven en elders gestolen. Van 9 tot 10 uur bulderde het geschut; het geweervuur werd gehoord tot 3 uur van den namiddag.
Men sprak van gevechten te Oordegem en Dendermonde. Te Lede waren drie huizen afgebrand.
In de Pupillenschool werden Duitsche gekwetsten binnengebracht.
Het legerkorps van von Mayer verliet onze stad langs den Brusselschensteenweg, vanwaar het gekomen was. Voorop een onbeholpen muziekkorps, met paukenslag en fijfelgetjilp. De zware botten dreunden op de kassei; de handen lagen om het wapen geklemd of langs het fijn rood biezeken van de gerepte broek; en ieders oogen keken in die van een officier. Met het rumoer van honderden dansende pagadders weergalmde uit duizenden monden het Duitsch staplied
Was ist des Deutschen Vaterland ?
Ist's Preussenland, ist's Schwabenland ?
Ist's wo am Rhein die Rebe blüht ?
Ist's wo am Belt die Möve zieht ?
O nein ! Uns Vaterland muss grösser sein !
Das ganze Deutschland soll es sein !
O Gott von Himmel sieh' darein,
Und gieb uns ächten deutschen Muth,
Das wir es lieben, treu und gut.
Das soll es ein ! Das ganze Deutschland soll es sein!
En het muziek helmde ver, over de breedgolvende vlakte, tot tegen de blauwe lijn der bossen.
De achterwacht verdween langs Mijlbeek, bijna op de hielen gevolgd door een afdeeling Belgische troepen, bestaande uit lansiers en voetvolk, die, rond 5 uur 's namiddags, te Aalst kwamen. In de Molenstraat (1) stegen de ruiters af en stelden hun paarden van aan het huis van deurwaarder Mahieu tot rechtover de kapel der Werf. Allen werden door de bevolking warm toegejuicht en cigaren, cigaretten, chocolade, enz., aangebracht; 't was een uitbundige vreugd, een gejubel zonder einde. In het gat der Markt, aan de apotheek Ghysselinckx, sloegen de burgers, met de wagens van den heer burgemeester, eene barricade op, vast voornemens hun stad te helpen verdedigen. In de Bisschopstrant, tusschen het huis van den brugdraaier Oscar Van Gaever en de apotheek Delbecque, stelden de Belgische soldaten een verschansing.
De Duitschers waren geen honderd meters verder. Men had ze zelfs op de Varkensmarkt gezien .... Daar verscheen schielijk eene bent aanvallers, voorafgereden door een auto. Onze lansiers, die hun mitrailjeusen aan de Sinte Annabrug hadden geplaatst, gaven vuur, terwijl het karabijngeschut insgelijks knap meewerkte. De vijand trok zich terug naar de Binnestraat, na eene korte schermutseling in 't begin der Hovenierstraat, om aan het Geldhof, het groot korps te vervoegen. De Belgen kwamen weer de stad in, waar zij vreugdig ontvangen en met allerlei snoeperij ontvangen werden. Hadden z'in getal geweest, zij waren geenszins in hun stelling, gekomen, maar z'hadden de vernielzuchtige horde achtervolgd.
De bende Duitschers toog machteloos achteruit., Een officier gaf bevel de Binnestraat af te branden, en weldra stonden eenige huizen in vuur en vlam. Aan vluchten viel niet te denken: er roezemoesden hier tweehonderd razende kerels, die op den tast schoten, de deuren en vensters verbrijzelden, en, tuk op moord, hunnen wrok bot vierden. De Spiegeleer Edward (2) was met zijn vrouw en vier kinderen en eenige geburen in den kelder zijner woning verdoken. Eensklaps ontstond een hevige brandreuk: het huis had vuur gevat; allen liepen naar boven; daar werd De Spiegeleer vastgegrepen en buitengesleurd; de man gilde hartverscheurend: Genade ! genade! ... Wanneer hij in de zep lag, trad een soldaat toe en schoot hem met den revolver een kogel in het hart; de dood was oogenblikkelijk.
- Colin Frans-Antoon (3) ontvluchtte ook zijn brandende woning; door de soldaten tot op het Klein Begijnhof achtervolgd, en aldaar ingehaald, werd hij het hoofd en het hart door bajonetten doorstoken; Colin kermde eene wijl en dan niets meer; hij had opgehouden te leven. Nadat de geburen het vuur zoo goed mogelijk gebluscht hadden, namen zij de lijken op en droegen deze naar het hospitaal, waar Zuster Amelberga vaststelde, dat Colin, in het gansch misvormd gelaat, zeven bajonetsteken had ontvangen.
Men verzekerde dat, onder die moordenaars en branders, Duitschers herkend zijn, die, eenige dagen vroeger, de statie en het postkantoor vernielden, en, op den Brusselschensteenweg, den stadsbode Gustaaf De Clerck zijn zakgeld afhandig maakten.
Dit alles verwekte natuurlijk in deze volkswijk een hevige ontroering; en een uitzinnige angst maakte zich van velen meester. Geen wonder ! De verslagen vijand zou terugkeeren en zich bloedig wreken. En hij was sterk, overmachtig in getal: in den omtrek van het Geldhof zagen de velden en de weiden grijs van pinhelmen, wagens en kanonnen. Om 7 uur s'avonds begon de vlucht, en deze werkte zóó voortzettend, dat de Sinte Annabrug opengedraaid werd en slechts alle tien minuten toegankelijk was: die drukke beweging duurde tot 1 uur, ’s nachts ... Een armzalige menschenmassa, beladen met kleederen en pakken, aan de hand schreiende kinderen leidende, op kruiwagens zieken en ouderlingen voerende; gansche drommen, met dwaze blikken, tot den treure toe, omkijkend naar de geliefde woonplaats, waar zooveel overbleef wat schamel, maar dierbaar was. En waarheen ? ... Naar het Landhuis, waar weldra de twee panden, de politiebureelen, de zalen van het Vredegerecht aan vluchtende familiën een onderkomen voor den nacht verleenden. Op bevel van Burgemeester Gheeraerdts gingen de politieagenten en ander bedienden spijs en drank halen in de herbergen en bakkerijen der Groote Markt, dit alles uitgevoerd met ware deelneming en heldhaftigen iever.
Al de bruggen waren opengedraaid. Niemand meer mocht de stad verlaten. In de straten liepen Belgische soldaten, bezonderlijk lansiers, die hunne paarden op de voetpaden rangschikten.
De vooruitgang des vijands was dus op den rechteroever des Denders tegengehouden. Een deel der Belgische ruiterij, vergezeld van eene batterij lichte artillerie, snelde naar Erembodegem, om de baan van Brussel te bereiken en aldus de Duitschers tot den aftocht te dwingen. Na eenigen tijd ten zuiden van Hekelgem post gevat te hebben, moesten onze moedige maar overmande troepen, rond den avond, voor de overmacht wijken en zich terugtrekken naar Iddergem, terwijl de Duitschers Okegem bezetten.
En toch was al het gebeurde slechts het voorspel van de akelige tragedie, die Aalst s'anderdaags zag opvoeren. Gedurende den nacht drong de vijand, die in den beginne overal geweken had, maar over de magere getalsterkte onzer troepen ingelicht werd, gestadig vooruit. Hij onttrok zich, dank zij de duisternis, aan een dreigende omklemming in de streek. van Lebbeke-Opwyck en maakte front naar onze stad.


Uit “Geschiedenis van het regiment en Guldenboek van de Verbroedering der Oud-stijders van het 5de Lansiers 1914-1918”
HET GEVECHT TE AALST (vervolg)

De 26e September te 5 u. wordt het volgende bevel gegeven “Een brigade Landwehr, met drie veldbatterijen, twee zware batterijen, snelvuurgeweren en twee eskadrons Huzaren marcheerden de 25e van Groot-Bijgaarden naar Aalst, waar het grootste gedeelte bleef. Een detachement met snelvuurgeweren rukte op naar Oordegem.
De Ruiterijdivisie had als opdracht, de door deze troepen gevolgde richting na te gaan en te trachten hun opmars te vertragen zo deze voortging ten Westen van de Dender.
Zij zal als volgt naar Aalst gaan, in twee kolommen: rechter kolom: voorhoede onder bevel van de commandant van het 5e Lansiers, een groep 5e Lansiers, de lste Compagnie Carabiniers-cyclisten; hoofdkorps: 2e Groep van het 5e Lansiers, 3e artillerie-batterij, 4e Lansiers”.
De mars op Aalst geschiedde zeer langzaam.
Te 9u.30' wordt een peleton van het lste eskadron van het 5e Lansiers gevoegd bij de compagnie cyclisten die naar Hooging moesten en Oordegem langs het Z.-W. dienden aan te vallen; het 2e peleton van het 2e eskadron dient als steun voor de 3e artilleriebatterij, die stelling zoekt in de richting van de molen, op 400 m ten Noord-Westen van Uilenbroekdries.
Het gros van de brigade gaat naar deze plaats in volgende orde: 3e en 4e eskadron van het 5e Lansiers; 2e, 3e en 4e eskadron van het 4e Lansiers.
Te 9u.45' worden het 3e en 4e eskadron van het 5e Lansiers ter beschikking gesteld van de Kolonel van het 4e Lansiers om Oordegem aan te vallen: te 10u.20' worden deze eskadrons gevormd, gekeerd naar het Noord-Oosten, nabij de hoeve van Bussegem.
In werkelijkheid is Oordegem niet sterk bezet en te 10u.30' wordt bevel gegeven naar Erpe op te rukken; het 1ste eskadron leverde de voorhoede.
Te 11u.20' wordt een rechtse patrouille onder vuur genomen ter hoogte van Erondegem. Drie peletons van het 3e eskadron 5e Lansiers en een peleton van het 4e Lansiers werden deze richting uitgezonden.
Te 14u.05' wordt de mars naar Aalst voortgezet.
Toen het 4e eskadron ter hoogte van Erpe aankwam, vernam zijn Commandant dat Duitse infanterie, gewapend met snelvuurgeweren, de spoorweg van Zottegem bezette tussen K.P.4 en K.P.5 en het kruispunt van Vijfhuizen.
Toen het eskadron en de cyclisten het gevecht aanvatten gaf de bevelhebber van de brigade aan de voorhoede-cyclisten opdracht naar Aalst voort te gaan en er zich te vestigen om, de molen langs de baan van Opwijk tussen A.1 en A.2 waar te nemen, en aan het 4e eskadron, zich langs Maal en Siesegem naar Aalst te begeven om de vooruitgang van de vijand af te snijden.
Om aan het vuur van de Duitse infanteristen te ontkomen, die verschanst waren in de hagen van Vijfhuyzen en aan A.24.500 van de weg op Gent, vertrok het 4e eskadron in galop op één rij van de molen, gelegen op 600m ten N.O. van Erpe, naar Maal.
Nadat de paarden ten Z. van de kapel van Maal geplaatst waren, deed de Commandant van het 4e eskadron de grenzen ten Oosten en ten Noord-Oosten bezetten en aarzelde niet de geweren tot zwijgen te brengen, welke afgevuurd werden vanuit het bosje aan A.25 van de baan op Gent, vanuit de molen van Siesegem en zelfs vanuit het kasteel Terlinden (N.O. van de A.25). Het was toen 15 uur.
Toen de Generaal bevel gaf naar Aalst op te rukken, zag de Commandant zich verplicht de medewerking te vragen van de artillerie om de tegenstander uit de drie plaatsen te verdrijven.
Vanaf 16 uur, geen beschieting meer. De mannen stegen op hun paarden en het eskadron zette het op een draf langs de grote baan en in galop werd Aalst binnengedrongen, waar de laatste Duitse infanteristen vervolgd werden, die naar de stad terugtrokken en begonnen een gevecht met de infanteristen van de 73e Landwehr.
De brug van Brussel (4) werd weldra ingenomen door een peleton cyclisten met auto-mitrailleuses, een escouade ruiters bij de sluis, twee peletons en een auto-mitrailleuse op de brug van Opwijk (5), een escouade op de spoorwegbrug ten Z.O. van het station van Aalst en een andere op de viaduct van de spoorweg op 100m ten Z.-Z.-O. van A.12 van de weg naar Dendermonde. Al deze bruggen werden omgetrokken of versperd.
De commissaris van politie bericht ons dat een duizendtal Duitsers zich te Mijlbeke bevinden. Een Duitse sergeant van het 73e bevestigde dit. De inwoners deelden ons eveneens mede dat er loopgraven aangelegd werden ten Z. van Mijlbeke en dat de Duitse voorposten de straat, die de verlenging is van de gekasseide weg op Boskant, bezetten.
Omstreeks 18 u. werd vernomen dat de Carabinierscyclisten de brug van Brussel (4) verlaten hadden met hun snelvuurgeweren in ongekende richting; een van de peletons, belast met de verdediging van de brug van Opwijk (5) werd er naartoe gezonden.
Bij uitdrukkelijk bevel verlieten ook de automitrailleuses de brug rond 18u.30' met bestemming Gent.
Hierdoor bleven er rond 19 u. slechts drie peletons van het 4e eskadron 5e Lansiers over om Aalst te verdedigen. Een kwartier later kreeg een peleton van het 2e eskadron, juist ter plaatse aangekomen, van de Commandant van het 4e eskadron opdracht, de brug van Brussel (4) te gaan bezetten ter aflossing van het zich daar bevindende peleton. Zodra de aflossing gebeurd was, moest dit laatste zich vestigen op de brug van Opwijk (5).


En in “Historique des Troupes Territoriales en Belgique en 1914. Groupement Clooten”:
Le groupe de gendarmerie du Major Blondiau:

Le 26, l'auto-mitrailleuse suivie de deux escadrons de gendarmerie accompagne le 5e lanciers à Alost, pousse jusqu'au pont de la Dendre et y capture une auto occupée par 3 millitaires allemandes


Uit „The Bryce Report“

The civilians were utilised on Saturday, the 26th September, as a screen. During their retreat the Germans fired 12 houses in Rue des Trois Clefs (6), and three civilians (7), whose names are given, were shot dead in that street after the firing of the houses. On the following day a heap of nine dead civilians were lying in the Rue de l'Argent (8).
Similar outrages occurred at Erpe, a village a few miles from Alost, about the same date. The village was deliberately burnt. The houses were plundered and some civilians were murdered.
Civilians were apparently used as a screen at Erpe, but they were prisoners taken from Alost and not dwellers in that village.

http://www.ku.edu/-hisite/bryce

(1) 5e lansiers verdedigen Aalst. Naar alle waarschijnlijkheid zijn deze foto’s in scene gezet. Oorspronkelijk komen ze uit een filmopname, gemaakt door J.Frank Brockliss. Foto’s uit deze opname verschenen in “The Daily Mirror” en er werd ook een reeks postkaarten (bijgewerkte) van gemaakt.

Afbeelding

Afbeelding

Afbeelding

Afbeelding

(2) Edwardus (ipv. Jozef) De Spiegeleer (° Aalst 26-3-1862, † Aalst 26-09-1914)

Afbeelding

Notitie bij overlijden van Edwardus: geboren den 26 Maart 1862, echtgenoot van Verbeeren Dyonisa Cornelia, vader van vier kinderen, wonende Binnestraat, 4. Bij het in brand steken der Binnestraat, den 26 September 1914, stond ook zijn woning in laaie vlam, hij kwam met vrouw en kinderen uit den kelder en wierd in den gang van zijn huis tweemaal geschoten; hij viel in de zep en bloedde dood.

(3) Frans Antoon Collin (° Aalst 18-12-1880, † Aalst 26-09-1914 in Aalst)

Afbeelding

Notitie bij overlijden van Frans: geboren den 18 December 1880, weduwenaar van Coppens Clementine, vader van drie kinderen, wonende Binnenstraat. De barbaren hadden, den 26 September 1914, de Binnenstraat in brand gestoken. Collin vluchtte tot op het Klein Begijnhof en werd door bajonnetten het hart afgestoken. Hij bezweek eenige oogenblikken later. In het hospitaal stelde men vast, dat de ongelukkige niet minder dan zeven steken had bekomen.

(4) Zeebergbrug

(5) Sint-Annabrug

(6) Drie Sleutelstraat

(7)Het derde burgerslachtoffer was:
Jozef Petrus Maria De Vos (° Aalst 28-01-1886, † Aalst 26-09-1914)

Afbeelding

Notitie bij overlijden van Jozef: geboren den 28 Januari 1886, echtgenoot van De Knyf Emma Eleonora, wonende Driesleutelstraat. Door de Duitschers, vóór hen, voortgestuwd naar de brug van den Zwarten Hoek, werd hij door eenen kogel in de keel getroffen, en stortte neer om niet meer op te staan.

(8) Geldhofstraat


wordt vervolgd

mvg. Alostum :wink:
De taak van historici is te herinneren wat anderen vergeten. (Eric Hobsbawm)


Terug naar “Eerste Wereldoorlog”

Wie is er online

Gebruikers op dit forum: Geen geregistreerde gebruikers en 1 gast

Advertentie