opgeëist in 1943
Geplaatst: 30 Mei 2014, 10:27
Geplaatst: 19 Jun 2011 03:44 pm
willy kiekens schreef:’t Is van uw geburen dat ge het moet hebben.
Sinds de wet op de verplichte tewerkstelling was in 1943 de toestand nog verergerd. In die zin dat collaborateurs die iets tegen een persoon hadden, hem heel gemakkelijk lieten oppakken en wegvoeren naar Duitsland.
Dagelijks werden er bewijzen geleverd dat macht niet in ieders handen mag gegeven worden. Dat de meest onbenullige personen van het ogenblik dat ze iets of wat van macht hebben een gevaar voor de anderen worden.
Spijtig genoeg zijn wij van zo een judas ook het slachtoffer geweest.
Het was 15 juni, gij waart juist een week oud, uw pa was ’s morgens naar zijn werk vertrokken en was van uit de depot op de Gentsesteenweg vertrokken om de café’s te bevoorraden. Hij had al enkele klanten gedaan en bevond zich zo rond 10 uur in de café Roxy op de hoek van de Schoolstraat en de N. de Tièrestraat.
Plots werd hij op de straat aangesproken door Pierre H., een hevige nazie.
Beiden waren opgegroeid in de Kluyskensstraat maar om één of andere reden nooit vrienden geweest.
Op de vraag waarom hij nog altijd in Aalst was, antwoordde uw pa dat hij werk had, pas vader geworden was en zeker niet van zin was om voor de Duitsers te gaan werken. Hierop draaide hij zich om en deed verder met zijn werk. Wel hoorde hij P.H. nog mompelen dat daar wel eens spoedig verandering in zou komen.
Terwijl uw pa met de cafébaas aan het afrekenen was en het voorval al min of meer vergeten was, ging plots de deur open en kwamen er twee man in uniform naar hem en vroegen of hij Emiel Kiekens was.
Toen hij dit bevestigde, kreeg hij het bevel mee naar buiten te gaan. Daar werd hij in een wachtende auto geduwd en meegevoerd richting Esplanadeplein naar het gebouw van het St. Martinuscollege waar de “Kommandatur” gevestigd was.
Aan de hoek van het plein en de Vrijheidstraat stond P.H. Toen ze hem voorbij reden vertraagden ze even zodat hij in de auto kon kijken en na een knik van hem reden ze verder.
Op het bureau van de Duitsers moest uw pa een reeks vragen beantwoorden en werd hij onder allerlei bedreigingen verplicht zijn aanvraag voor werk in Duitsland te ondertekenen.
Hierna reden ze met hem naar ons thuis. Hier kreeg hij enkele minuten om wat kleren bijeen te scharrelen, mij ondertussen uitleggend wat er gaande was.
Na ons beiden nog even stevig vast genomen te hebben verdween hij terug in de auto terwijl hij riep: “ge moet niet ongerust zijn, ’t zal niet lang duren!”
Het heeft twee jaar en twee maand geduurd en ik ben heel dikwijls ongerust geweest.