Aalst: vertaling verhoor dr. Romein De Cock 1941

Moderators: Alostum, david, janlouies

Gebruikersavatar
Alostum
Site Admin
Berichten: 13016
Lid geworden op: 14 Mei 2014, 15:27
Locatie: Aalst

Aalst: vertaling verhoor dr. Romein De Cock 1941

Berichtdoor Alostum » 30 Mei 2014, 08:44

Geplaatst: 05 Dec 2010 03:41 pm
willy kiekens schreef:DIT IS HET VERHOOR VAN DR DE COCK DOOR DUITS OFFICIER BETREFFENDE DE DOOD VAN GOEDERTIER DE VERMOEDELIJKE DIEF VAN DE RECHTVAARDIGE RECHTERS.


Vertaling van BIJLAGE II - verhoor Dr. De Cock door Koehn op 20 Juli 1941

Dokter De Cock is Chirurg, zowat 35-40 jaren oud, woonde voor verschillende jaren in Wetteren en is vandaar overgeplaatst? (übergesiedelt) naar Aalst (Alost) . Hij heeft het telefoonnr. 274. Hij is een krachtig gebouwde, middelgrote man met een opene natuur en eenvoudige manier van zijn ?? (zo kenden we hem in Wetteren toch niet, hij had daar beroepshalve met zowat iedereen ruzie- Vil. Zijn uitspraken maken een doorgaans geloofwaardigen indruk, zodat men mag aannemen dat hij bij de ondervraging alles heeft meegedeeld wat hij weet. De ondervraging duurde van 19-19,20 uur en van 20-21 uur. Ik zocht hem op een zondag op.

De Cock deelt over de diefstal van twee panelen van het vleugelaltaar van de broeders Van Eyck uit de St. Baafskerk in Gent het volgende mee:
Op zondag 25 november 1934 had Arsène Goedertier uit Wetteren in een politieke katholieke bijeenkomst in het Gymnasium van Dendermonde een redevoering gehouden en zich daarbij zodanig opgewonden dat hij onwel werd.
Hij verliet het lokaal, ging in de gang waar enige mensen hem in zieke toestand zagen en de in de vergadering aanwezige arts De Cock haalden, omdat deze Goedertier hulp zou brengen.
De Cock ging onmiddellijk buiten en trof G. in een klein café nevens het gymnasium aan, waarin men hem gebracht had.
Als G. De Cock zag, zei hij : "Ah lieve vriend gij zijt daar, help mij aub."
De mensen die G. behulpzaam hadden geweest, hadden hem het gezicht gewassen. G. ademde zwaar en lag met geopende kraag daar. De Cock stelde zwakke en onregelmatige pols vast. Hij kende G. totdantoe niet als arts, maar alleen privaat Hij zegt dat hij geen eigenlijke vriend van Goedertier was, beiden kenden mekaar alleen maar. Door het grote ouderdomsverschil kende G. De Cock reeds als kind. De Cock had in Wetteren in dezelfde straat als G. gewoond: in de Zandstraat. Bij zijn onderzoek stelde Ce Cock direct acute hartaseptolie vast. G. vroeg dat men hem naar zijn zwager Ernest van den Durpel in Dendermonde zou brengen. De Cock haalde daarop direct zijn auto en voerde hem daarheen. (door getuigen uit die tijd werd altijd gezegd echter dat Dr. De Cock met Arsène Goedertier zijn wagen meegekomen was naar Dendermond - Vil. zie ook de verklaringen van adv. De Vos hieromtrent. Er staat immers ook geschreven dat burgemeester Duchâteau in de namiddag om Mevrouw G. en haar zoontje Adhémar reed naar Wetteren en dat Advokaat De Vos er ook naartoe reed en hen onderweg tegenkwam met zijn wagen, zodat hij samen met hen rechtsomkeer maakte en met hen terugreed naar het huis van Van den Durpel - Vil.)

Bij het uitstappen ondersteunden twee mannen G. In het huis van van den Durpel werd G. op een matras op de grond gelegd. De Cock onderzocht hem daar opnieuw en gaf hem in vermenging met een ander preparaat een inspuiting met coffeïne. G. was de ganse tijd kortademig en onrustig. Na enkele minuten vroeg hij aan De Cock: "Dokter is het werkelijk gevaarlijk ?" "Neen, zei De Cock, bijf alleen rustig liggen. hebt gij wat te vragen of een wens ? " Neen zei G. Ik wil een priester" Door Vanden Durpel werd dadelijk een priester gezocht. Daar het echter zondagvoormiddag was, was het moeilijk een priester te bekomen.
Ondertussen was de advokaat van G. Meester De Vos uit Dendermonde gekomen. Als G. hem zag, zei hij:"met Georges kan ik het ook doen" Tegen De Cock had G. dan niets meer gezegd. De Cock riep daarop De Vos uit de nevenkamer en deelde hem mee dat G. hem iets te zeggen had De Cock geloofde, dat het om bankaangelegenheden ging, vermits De Vos advokaat van G. was.
Na heel korte tijd riep De Vos tot De Cock : "dokter kom aub binnen, het gaat slecht " De Cock begaf zich in de kamer en zag dat het G. zeer slecht ging. Zijn ogen waren halfverglaasd en hij had ademnood. Na hoogstens een minuut was G. dood. De doodsoorzaak was acute hartaanval (op het doodsbericht bij de gerechtsakte staat : Dilation aigue coeur Asystolie)
De erbijgeroepen Pater (uit een tegenover het huis liggend gebouw- de abdij-Vil) kwam ongeveer een 5 minuten na de dood.
De Cock zegt dat De Vos, als hij door hem werd geroepen een getroffen en geconsterneerde indruk maakte. De Vos had over wat er gebeurd was verder niets gezegd aan De Cock

De Cock zegt :"dat G een origineel was, hij was schrander en sluw. De Plantexelonderneming (Elaeis guineensis) ?) had volgens De Cock in werkelijkheid helemaal niet bestaan . Die zaak was een zwendel. De Cock gelooft niet dat er in Afrika ergens een onderneming was geweest. G. was, als hij met andere mensen samen was een niet te onderbreken spreker, redenaar. Hij had De Cock ook verteld van zijn Vliegtuigenconstructie, van moordgevallen, die hij wilde opklaren enz. De Cock weet echter niet dat hij in ergens een geval opklaring gebracht had. Zo ging De Cock bv. dikwijls als hij van de universiteit van Gent naar Wetteren terugreisde, met G. den weg van het station van Wetteren te voet naar de woonhuizen van beiden. Deze weg duurde normaal ongeveer 1/4 stonde -een kwartuur. Als men deze weg met G. aflegde deed men echter 3/4, vermits hij immerdoor vertelde. In verband met zijn gedachten over vliegtuigbouw wees G. op de vlucht van de vogel, naar welk voorbeeld hij vliegtuigen wilde bouwen.
Wanneer De Cock verder gaan wou, zei G. luister nog even naar dat of dat. G. was uit goede familie en van zichzelf een zeer geachte man. De volksmond zei van hem dat hij een "zeeveraar" was = een redenaar die altijd verder redeneert zonder dat hij wat zegt .

De Cock zegt, dat hij persoonlijk met bisschop Coppieters en de kanunnik v.d.Gheyn zo goed staat, dat hij dezen iets zou hebbben gezegd wanneer G. hem zijn geheim zou hebben toevertrouwd. Volgens De Cock houdt het beroepsgeheim op met de dood van de betreffende mens.

De Cock is de mening toegedaan, dat G. de dief van de panelen is. Hij kan zich alleen niet voorstellen dat G. den diefstal alleen heeft begaan, en vooral niet dat G. al het latere alleen zou hebben gedaan, zoals het transport van de panelen van het oord van de diefstal, de aflevering van St. Jan in het Noordstation enz.

De Cock zegt dat de familieleden van G. zeggen dat G. niet de dief is, maar degene die den of de dieven ondekt? had . Hij gelooft niet dat Mevr. Goedertier door G. in de diefstalaffaire ingewijd was. Hij meent dat G. in het huwelijk de overhand had.
Van de andere gebeurtenissen van het geval weet De Cock alleen wat in zijn tijd iedereen heeft gehoord of gelezen had in de tijdschriften , niets meer. De Cock sprak tegenover mij nogmaals van eenen brief die in het bureau bij G. gevonden zou zijn, dh van de dertien brieven en de geschriften van G. wist De Cock niets .
De wereld gaat door, de tijd gaat voorbij, mensen gaan weg en soms keren ze niet meer terug en blijven alleen nog foto's achter. Robert Frank (1924-2019)

Terug naar “Tweede Wereldoorlog”

Wie is er online

Gebruikers op dit forum: Geen geregistreerde gebruikers en 17 gasten

Advertentie