De plundering van het ‘Huis Van Mol’ in de Hovenierstraat 23

[Alostum]

Van Cauter August (° Moorsel 11/12/1876), werkman, Bredestraat 51, verklaarde:
“Ik heb 1 doos suiker van 10 kgr. en 2 doozen gelei in het magazijn van Van Mol weggenomen en naar huis gedragen.
Honderden menschen stonden in dat magazijn en in den winkel.
Gustaaf Van Langenhove uit de Dr. De Moorstraat was ook bij mij.
Ik heb nadien de doos suiker gegeven aan Van Langenhove Gustaaf om ze terug naar het huis Van Mol te bezorgen, of hij dat gedaan heeft weet ik niet.
De 2 doozen gelei zijn uitgeëten.
Ik bezit niets meer in mijn huis van het huis Van Mol”.

Bron: S.A.A. P.V.'s

[Alostum]

De Beul Maria (° Aalst 31/05/1901), huishoudster, echtgenote van Rombaut Petrus, Slotstraat 20, verklaarde:
“Ik loochen uitdrukkelijk eenig eetwaar of koopwaar gestolen of ontvangen te hebben van het huis Van Mol.
Ik ben op 18-5-40 in den voormiddag niet buiten mijn huis geweest.
Indien Bogaert Louis, dat zegt van mij, dan liegt hij, doch wel hij heeft met karrevracht koopwaren is hij mijn huis gepasseerd.
Ik bezit in mijn huis niets van het huis Van Mol”.

Bron: S.A.A. P.V.'s

[Alostum]

De Saedeleer Polydoor (° Aalst, 09/02/1879), fabriekwerker, Moorselbaan 9, verklaarde:
“Ik heb inderdaad van het huis Van Mol een kasje gevuld met rozijnen en zeven flessen azijn opgeraapt van het voetpad. Ik wist niet dat het zo … (onleesbaar) niet was, maar vermits iedereen daarvan er opraapte, deed ik dat ook.
Ik heb dat teruggegeven aan het huis Van Mol.
Ik bezit niets meer in mijn huis.”

Bron: S.A.A. P.V.'s