Vereecken Delfine (° Aalst 16/08/1883), echtgenote van Frans Van Mol, Groenstraat 112, verklaarde:
“Passerende op 18 mei 1940 in den voormiddag voorbij het huis Van Mol wierd mij door een manspersoon die ik niet ken een doos broodsuiker ter hand gesteld, alsmede door een belgische soldaat 4 stukken peperkoek, die koopwaren lagen verspreid buiten op de kalseide.
Men is ons komen zeggen, dat al wie koopwaren had van Van Mol, ze moesten komen terugbrengen, hetgeen ik persoonlijk gedaan heb.
Ik heb niets meer van ’t huis Van Mol in mijn huis”.
wordt vervolgd
bron: S.A.A. PV's
De plundering van het ‘Huis Van Mol’ in de Hovenierstraat 23
Moderators: Alostum, david, janlouies
Re: De plundering van het ‘Huis Van Mol’ in de Hovenierstraat 23
De taak van historici is te herinneren wat anderen vergeten. (Eric Hobsbawm)
Re: De plundering van het ‘Huis Van Mol’ in de Hovenierstraat 23
Callebaut Frederik (° Aalst 07/09/1886), grondwerker, Abdijstraat 49, verklaarde:
“Toen ik op 18 mei 1940, in den voormiddag langs het huis Van Mol voorbij ging wierd mij door een belgische soldaat, ’t was een waal, 1 doos chocolade “Côte d’Or” en 3 kgr. blokchocolade overhandigd, die ik meegedaan heb naar huis. Nadien wierd ons gezegd dat we die koopwaren moesten terugbrengen, hetgeen ik gedaan heb, behalve 1 pak blokchocolade dat reeds opgeëten was en dat ik betaald heb aan Van Mol, ’t zij de som van 13 fr.
Ik heb niets anders aanvaard en heb ook niets meer in mijn huis”.
wordt vervolgd
bron: S.A.A. PV's
“Toen ik op 18 mei 1940, in den voormiddag langs het huis Van Mol voorbij ging wierd mij door een belgische soldaat, ’t was een waal, 1 doos chocolade “Côte d’Or” en 3 kgr. blokchocolade overhandigd, die ik meegedaan heb naar huis. Nadien wierd ons gezegd dat we die koopwaren moesten terugbrengen, hetgeen ik gedaan heb, behalve 1 pak blokchocolade dat reeds opgeëten was en dat ik betaald heb aan Van Mol, ’t zij de som van 13 fr.
Ik heb niets anders aanvaard en heb ook niets meer in mijn huis”.
wordt vervolgd
bron: S.A.A. PV's
De taak van historici is te herinneren wat anderen vergeten. (Eric Hobsbawm)
Re: De plundering van het ‘Huis Van Mol’ in de Hovenierstraat 23
Gabriel Jozef (° Aalst 09/11/1890), stoker, Groenstraat 120, verklaarde:
“Ik beken dat ik de eetwaar die U mij opsomt van twee belgische soldaten heb gekregen aan het huis Van Mol en die ik meegedaan heb naar huis.
Men is me komen zeggen dat ik die koopwaar moest terugbrengen, aan hetwelk ik onmiddellijk voldaan heb.
Ik ken die twee belgische soldaten niet en weet niet tot welk regiment ze behooren.
Ik ben niet in het huis Van Mol binnen geweest. Er lagen veel koopwaren op de straat, zelf met gansche bakken en die reeds opengebroken waren.
Ik heb niets meer in mijn huis”.
“Ik beken dat ik de eetwaar die U mij opsomt van twee belgische soldaten heb gekregen aan het huis Van Mol en die ik meegedaan heb naar huis.
Men is me komen zeggen dat ik die koopwaar moest terugbrengen, aan hetwelk ik onmiddellijk voldaan heb.
Ik ken die twee belgische soldaten niet en weet niet tot welk regiment ze behooren.
Ik ben niet in het huis Van Mol binnen geweest. Er lagen veel koopwaren op de straat, zelf met gansche bakken en die reeds opengebroken waren.
Ik heb niets meer in mijn huis”.
De taak van historici is te herinneren wat anderen vergeten. (Eric Hobsbawm)
Re: De plundering van het ‘Huis Van Mol’ in de Hovenierstraat 23
Liebrecht Jozef (° Aalst 03/04/1888), fabriekwerker, Groenstraat 110, verklaarde:
“De 10 kgr. rapésuiker en de 5 doozen conserven snijboonen heb ik gekregen voor het huis Van Mol van een belgische soldaat die ik niet ken en niet weet aan welk regiment hij toehoort.
Vernomen hebbende dat we die koopwaren moesten terugbrengen, heb ik dat gedaan.
Ik heb geen eetwaar van Van Mol meer in mijn huis”.
Bron: S.A.A. P.V.'s
“De 10 kgr. rapésuiker en de 5 doozen conserven snijboonen heb ik gekregen voor het huis Van Mol van een belgische soldaat die ik niet ken en niet weet aan welk regiment hij toehoort.
Vernomen hebbende dat we die koopwaren moesten terugbrengen, heb ik dat gedaan.
Ik heb geen eetwaar van Van Mol meer in mijn huis”.
Bron: S.A.A. P.V.'s
De taak van historici is te herinneren wat anderen vergeten. (Eric Hobsbawm)
Re: De plundering van het ‘Huis Van Mol’ in de Hovenierstraat 23
Schollaert Emmanuel (° Aalst 07/09/1882), briefdrager, Jan de Windtstraat 37, verklaarde:
“De koopwaar of eetwaar die U mij opsomt, beken ik opgeraapt te hebben op de kalseide en rechtover het huis Van Mol en meegedaan te hebben naar huis. Het waren Belgische soldaten die gansch den winkel Van Mol plunderden en er alles buiten wierpen.
Vernomen hebbende dat ik alles moest terugbrengen, heb ik dat ook onmiddellijk gedaan.
Wat betreft de kleine bol kaas heb ik gevonden op een 50 tal meters van ’t huis Van Mol.
Ik heb niets meer in mijn huis”.
Bron: S.A.A. P.V.'s
“De koopwaar of eetwaar die U mij opsomt, beken ik opgeraapt te hebben op de kalseide en rechtover het huis Van Mol en meegedaan te hebben naar huis. Het waren Belgische soldaten die gansch den winkel Van Mol plunderden en er alles buiten wierpen.
Vernomen hebbende dat ik alles moest terugbrengen, heb ik dat ook onmiddellijk gedaan.
Wat betreft de kleine bol kaas heb ik gevonden op een 50 tal meters van ’t huis Van Mol.
Ik heb niets meer in mijn huis”.
Bron: S.A.A. P.V.'s
De taak van historici is te herinneren wat anderen vergeten. (Eric Hobsbawm)
Re: De plundering van het ‘Huis Van Mol’ in de Hovenierstraat 23
Mertens Jan (° Aalst 07/02/1897), kolenhandelaar en ijsroomleurder, Groenstraat 155, verklaarde:
“Ik heb de zak bloem van 50 kgr. alsmede de bocal pickels aangenomen aan de deur van Van Mol van waalsche soldaten. Deze zegden mij indien gij het niet aanneemt, dan nemen het de duitschers mee. Van een oogenblik dat ik wist dat de inwoners van het huis Van Mol thuis waren, ben ik hen gaan vragen of ik die koopwaar moest terugbrengen of ze te betalen. Ze hebben mij geantwoord dat ik ze liever betalen, hetgeen ik gedaan heb en heb de som van 172,50 fr. betaald, waarvan ze mij bewijs gegeven hebben.
Ik heb niets meer aanvaard en bezit ook niets meer in mijn huis.
Bij de betaling heb ik aan Van Mol gevraagd of hij te mijnent wou komen zien of er van hem nog iets was, doch hij is niet meegegaan”.
Bron: S.A.A. P.V.'s
“Ik heb de zak bloem van 50 kgr. alsmede de bocal pickels aangenomen aan de deur van Van Mol van waalsche soldaten. Deze zegden mij indien gij het niet aanneemt, dan nemen het de duitschers mee. Van een oogenblik dat ik wist dat de inwoners van het huis Van Mol thuis waren, ben ik hen gaan vragen of ik die koopwaar moest terugbrengen of ze te betalen. Ze hebben mij geantwoord dat ik ze liever betalen, hetgeen ik gedaan heb en heb de som van 172,50 fr. betaald, waarvan ze mij bewijs gegeven hebben.
Ik heb niets meer aanvaard en bezit ook niets meer in mijn huis.
Bij de betaling heb ik aan Van Mol gevraagd of hij te mijnent wou komen zien of er van hem nog iets was, doch hij is niet meegegaan”.
Bron: S.A.A. P.V.'s
De taak van historici is te herinneren wat anderen vergeten. (Eric Hobsbawm)
Re: De plundering van het ‘Huis Van Mol’ in de Hovenierstraat 23
De Strooper Bertha (° Aalst 28/05/1914), dochter van Frans en Josefine Ruyssinck, Drie Veldenweg 26, verklaarde:
“De 3 stukken couque (*) heb ik gevonden in de Binnenstraat, doch daar ik later vernam dat die eetwaar voortkwam van het huis Van Mol heb ik die teruggedragen.
Ik bezit anders niets meer in mijn huis.
Het is wel de politieagent die mij is komen zeggen dat ik alles van ’t huis Van Mol moest terugdragen”.
(*) couque – nogal onduidelijk geschreven – waarschijnlijk een soort peperkoek – Dinantse koek
Bron: S.A.A. P.V.'s
“De 3 stukken couque (*) heb ik gevonden in de Binnenstraat, doch daar ik later vernam dat die eetwaar voortkwam van het huis Van Mol heb ik die teruggedragen.
Ik bezit anders niets meer in mijn huis.
Het is wel de politieagent die mij is komen zeggen dat ik alles van ’t huis Van Mol moest terugdragen”.
(*) couque – nogal onduidelijk geschreven – waarschijnlijk een soort peperkoek – Dinantse koek
Bron: S.A.A. P.V.'s
De taak van historici is te herinneren wat anderen vergeten. (Eric Hobsbawm)
Re: De plundering van het ‘Huis Van Mol’ in de Hovenierstraat 23
Pieters Bernardus (° Wichelen 10/01/1868), Groenstraat 90, verklaarde:
“De 7 pakjes vermicel, de 10 kgr. rapésuiker en de ½ kgr pastilles … (onleesbaar), heb ik gekregen van de belgische soldaten en wel buiten aan het huis Van Mol.
Er stonden minstens 8 soldaten in het huis Van Mol die bezig waren met al de eetwaren buiten te werpen en uit te deelen.
Ik heb in mijn huis niet de minste eetwaar meer van het huis Van Mol.
De voornoemde eetwaren heb ik op last van een politieagent teruggedragen”.
Bron: S.A.A. P.V.'s
“De 7 pakjes vermicel, de 10 kgr. rapésuiker en de ½ kgr pastilles … (onleesbaar), heb ik gekregen van de belgische soldaten en wel buiten aan het huis Van Mol.
Er stonden minstens 8 soldaten in het huis Van Mol die bezig waren met al de eetwaren buiten te werpen en uit te deelen.
Ik heb in mijn huis niet de minste eetwaar meer van het huis Van Mol.
De voornoemde eetwaren heb ik op last van een politieagent teruggedragen”.
Bron: S.A.A. P.V.'s
De taak van historici is te herinneren wat anderen vergeten. (Eric Hobsbawm)
Re: De plundering van het ‘Huis Van Mol’ in de Hovenierstraat 23
Spillebaut Jacobus (° Aalst 29/06/1893), fabriekwerker, Groenstraat 154, verklaarde:
“De 10 doozen pudding imperial heb ik op het voetpad van het huis Van Mol opgeraapt. Het waren belgische soldaten die gansch den winkel Van Mol plunderden en die alles buiten wierpen.
Ik heb niets meer in mijn huis van het huis Van Mol.
De politieagent heeft me komen verwittigen dat ik alles wat aan het huis Van Mol toehoorde moest terugdragen, hetgeen ik gedaan heb”.
Bron: S.A.A. P.V.'s
“De 10 doozen pudding imperial heb ik op het voetpad van het huis Van Mol opgeraapt. Het waren belgische soldaten die gansch den winkel Van Mol plunderden en die alles buiten wierpen.
Ik heb niets meer in mijn huis van het huis Van Mol.
De politieagent heeft me komen verwittigen dat ik alles wat aan het huis Van Mol toehoorde moest terugdragen, hetgeen ik gedaan heb”.
Bron: S.A.A. P.V.'s
De taak van historici is te herinneren wat anderen vergeten. (Eric Hobsbawm)
Re: De plundering van het ‘Huis Van Mol’ in de Hovenierstraat 23
Bombeeck Odilon (° Aalst 25/10/1886), Groenstraat 23, verklaarde:
“Het is mijne vrouw Herman Leontine die de koopwaar van de grond aan het huis Van Mol opgeraapt heeft”.
Herman Leontine (° Aalst 05/02/1885), huishoudster, echtgenote van Bombeeck Odilon, Groenstraat 23, verklaarde:
“Ik beken de 2 pakken beschuiten, 2 stukken zeep en 1 pak amidon (*) van de straat opgeraapt te hebben en dit aan het huis Van Mol. Alles lag er te rapen.
Ik heb niets meer in mijn huis”.
(*) zetmeel ?
Bron: S.A.A. P.V.'s
“Het is mijne vrouw Herman Leontine die de koopwaar van de grond aan het huis Van Mol opgeraapt heeft”.
Herman Leontine (° Aalst 05/02/1885), huishoudster, echtgenote van Bombeeck Odilon, Groenstraat 23, verklaarde:
“Ik beken de 2 pakken beschuiten, 2 stukken zeep en 1 pak amidon (*) van de straat opgeraapt te hebben en dit aan het huis Van Mol. Alles lag er te rapen.
Ik heb niets meer in mijn huis”.
(*) zetmeel ?
Bron: S.A.A. P.V.'s
De taak van historici is te herinneren wat anderen vergeten. (Eric Hobsbawm)
Terug naar “Tweede Wereldoorlog”
Wie is er online
Gebruikers op dit forum: Geen geregistreerde gebruikers en 1 gast