Het loon van de hulpagenten

Moderators: Alostum, david, janlouies

Gebruikersavatar
Alostum
Site Admin
Berichten: 13002
Lid geworden op: 14 Mei 2014, 15:27
Locatie: Aalst

Het loon van de hulpagenten

Berichtdoor Alostum » 09 Nov 2020, 18:07

Verslag opgemaakt door politiecommissaris Jules Van de Winckel voor de burgemeester, na een klacht van de hulpagenten.

Aalst, den 24-8-1919

Mijnheer de Burgemeester,

Bij het uitbreken van den oorlog, ten einde de naar het leger geroepene politieagenten te vervangen, heeft het stadsbestuur van Aalst de 9 volgende politieagenten aangesteld:
Van Hove, Hector; Van Hove, Emiel; De Veylder, Alfred; Lenain, Camiel; Mergan, Jan; Gits, Pierre; De Smedt, Theophile; Welleman, René en Keymeulen, Jan. Deze laatste is om bijzondere reden in’t begin van 1916 afgezet geweest.
In october 1914, zijn daar bijgekomen: Renneboog, Camiel; Van de Steen (?), Petrus en Rombaut, Emmanuel en later Gits, Valerie. De loon der d.d. politieagenten was dan 1000 f. ’s jaars of 83,33 f. per maand en deden dag en nachtdienst. Wat de vergoeding van kleederen en schoenen betreft, de stad heeft gedurende dan oorlog 2 tunieken, 2 broeken en eene capote verschaft aan de eersten en de 4 anderen die dienst deden in burgerkleedij trokken dan 50 f. voor kleederen en voor schoengeld tweemaal in’t jaar 16 f.
Op het einde 1915 werd er door het gemeentebestuur een smokkeldienst ingericht, ten einde den invoer van eetwaren uit de stad tegen te werken en in 1916 een velddienst, om de vruchten der velden te beschermen tegen de velddieften die alsdan plaats grepen. De personen die als hulpagent aan deze twee inrichtingen dienst deden, werden betaald aan 3,50 f. daags of een gemiddeld loon van 105 f. per maand, dat 21,67 f. per maand meer dan de andere d.d. politieagenten die per maand betaald werden.
Om dit verlies te vergoeden, kregen daar die per maand werden, vanwege het stadsbestuur, uit eene zoogenaamde smokkelkas maandelijks 25 f. doch 3 maanden zijn er geweest dat er niets van die vergoeding betaald werd.
In 1917 toen de duitsche voorraadsmagazijnen en krijgshospitalen naar Aalst overgebracht werden moest de stad op bevel van de duitschers, mannen aanstellen om die instellingen die hen toebehoorden te bewaken.
De personen daarvoor als hulpagent aangesteld, werden insgelijks betaald aan 3,50 f. daags en al die niet de week betaald werden, trokken daarenboven geheel of ten grootendeele werkloozensteun, hetgeen voor de anderen voor het grootste deel niet bestond.
Op het oogenblik van het teekenen van den wapenstilstand was den hierboven beschreven toestand nog dezelfde, met dit verschil dat de toelage van 20 f. veranderd was in duurtetoeslag van 15 f. voor den man, 8 f. voor de vrouw en 3 f. voor elk kind, som die in augustus 1918 verdubbeld is geweest.
Met het teekenen van de wapenstilstand waren natuurlijk al de mannen gebruikt voor het bewaken der duitsche instellingen, overbodig en werden bedankt evenals die voor den velddienst.
De hulpagenten die dan nog aanbleven, zetten in’t begin van 1919, eene beweging op touw over meer loon en zij verkregen 1 f. daags meer en de andere dienstdoende agenten, kregen tengevolge van den opslag, eene verhooging van loon van 30 f. in de maand.
De hulpagenten die met den wapenstilstand bedankt zijn geweest, hebben verders geene vergoeding ontvangen, daar dit vergoeden als dan nog niet in voege was. De ontslaggevers zonder vergoeding op einde 1918 of begin 1919, waren ofwel staatsbedienden, die boven hun weekloon tijdens de bezetting nog eene vergoeding van den staat ontvingen ofwel stielmannen die hun vroeger werk gingen hernemen. Ook waren er onder dezen die met het teekenen van den wapenstilstand bedankt werden verschillende staatswerklieden.
Op het einde der maand april 1919, werden tengevolge van eene verandering van (onleesbaar) nog een twaalftal hulpagenten, die overbodig waren afgedankt om den 1 mei 1919 niet meer in dienst te komen en deze trokken eene maand loon als vergoeding op hunne aanvraag, loon die ook niet in aanmerking kwam voor het werkloozenfonds. Na het bedanken dier laatste hulpagenten, zijn de anderenen, gezien hun klein getal op dezelfden voet aangesteld voor loon en duurtetoeslag, als d.d. politieagenten van bij het uitbreken van de oorlog.
Ik resumeer, met te besluiten dat de klachten volgens mij niet gegrond zijn daar de hulpagenten geen officiele benoeming bekomen hebben en zij diensvolgens op dezelfden voet stonden als een werkman die wekelijks betaald wordt en volstrekt geen recht op vergoeding heeft, als hij bedankt wordt. Zij er ander geweest die een voordeel genoten hebben tegenover hunne makkers, dan is dit enkel op hunne aanvraag en uit medelijden toegestaan geweest, doch zonder het gemeentebestuur ertoe verplicht was.
In die omstandigheden ben ik van gevoelen dat er niet dient op teruggekomen te worden, te meer daar er velen ander zijn die buiten hunne dagloon van 3,50 f. als hulpagent, toelagen van den staat trokken, als staatsbediende.

Met de meeste eerbied,

De Politiecommissaris
Van de Winckel


Bron: S.A.A. PV's 1919
De wereld gaat door, de tijd gaat voorbij, mensen gaan weg en soms keren ze niet meer terug en blijven alleen nog foto's achter. Robert Frank (1924-2019)

Terug naar “Eerste Wereldoorlog”

Wie is er online

Gebruikers op dit forum: Geen geregistreerde gebruikers en 5 gasten

Advertentie