Wie waren nu de kandidaat kopers, met genoeg geld na 4 jaar Duitse bezetting, opeisingen aan de lopende band, werkloosheid, enz...
Uiteindelijk kwam ik terecht bij René De Winter, slager-restauranthouder in de Lange Zoutstraat 23. Tussen 1918 en 1927 woonde hij in de Korte Zoutstraat 17.

Hoe kwam hij nu aan voldoende kapitaal om dat handelshuis te kopen ? Toen de Duitse bezetter op zoek ging naar een nieuwe locatie en uitbater voor hun "Soldatenheim" gingen ze op zoek bij enkele handelaars in het centrum, geen enkele bleek geïnteresseerd. De Winter ging zich zelf aanbieden op de kommandantur als kandidaat uitbater, er was maar één probleem ... zijn zaak slagerij annex eetzaal op de hoek van de Lange Zoutstraat - St.Jorisstraatje was veel te klein. Hoe kon hij dit nu oplossen ? Maar beschikte zijn overbuur, Therese Goeman (weduwe Liebaut) niet over de geschikte accommodatie! Zij hield er het lokaal van de “Democratische Volksverheffing” (Daensisten) open. En de oplossing was snel gevonden. De Duitse bezetter gaf de weduwe 24 uren om haar woonst-herberg te ontruimen. Het herberggerief mocht blijven staan. Zo werd het lokaal van de Daensisten het nieuwe "Soldatenheim" met als uitbater René De Winter, hij bleef de slagerij openhouden, met als grootste afnemer natuurlijk het "Soldatenheim" en zijn vrouw en kinderen hielden het "Soldatenheim" open.
In de woelige dagen na 11 november 1918 drong een uitzinnige menigte hun woning in de Lange Zoutstraat binnen en vernielden er de inboedel.
René werd veroordeeld tot 1 jaar gevang en 25.000 fr. schadevergoeding aan de Belgische Staat voor handel met de vijand.
Een jaar later was hij een gerespecteerd man en voorzitter van het "Syndicaat der Beenhouwers van Aalst en omliggende"