Alostum schreef:Petrus Van Nuffel
Den Dijnsdag 15 Februari, om 9 uur 's voormiddags, wordt, op de Graanmarkt, een paardenmarkt bevolen. Al de veulens van 1 1/2 tot 2 1/2 jaren moesten gebracht worden, alsook jongere veulens, die de eigenaars wilden verkoopen; ook hengsten van allen ouderdom mochten verschijnen, zelfs in geval ze voor het fokken niet meer bekwaam waren; de burgemeester of zijn plaatsvervanger dienden aanwezig te zijn.
wordt vervolgd
mvg. Alostum
Oorlogskroniek der stad Aalst 1914-1918
Moderators: Alostum, david, janlouies
15 februari 1916
Geplaatst: 23 Mei 2010 10:55 am
De taak van historici is te herinneren wat anderen vergeten. (Eric Hobsbawm)
februari 1916
Geplaatst: 23 Mei 2010 10:55 am
Alostum schreef:Petrus Van Nuffel:
In Februari was de prijs der beesten 100 frank opgeslagen en vreesde men ernstig dat al de beenhouwerijen eerlang zouden moeten gesloten worden.
wordt vervolgd
mvg. Alostum
De taak van historici is te herinneren wat anderen vergeten. (Eric Hobsbawm)
nog wat over het verdwijnen van Frans Daens
Geplaatst: 23 Mei 2010 10:57 am
Alostum schreef:Alostum schreef:Frans Paul Jozef Sixtus Daens is geboren op 06-08-1890 in Aalst.
Zoon van Petrus en Louisa Mayart
Frans is overleden op 22-10-1914 in Stuivekenskerke-Tervaetebocht, 24 jaar oud.
Notitie bij overlijden van Frans: Jongste en enige zoon van Pieter Daens. In 1914 werd hij soldaat en enkele maanden later raakte hij vermist, hij was samen met anderen, bij nacht op verkenning gegaan bij Mannekensveer, door modder en slijk, op smalle planken moesten zij hun weg zoeken in de duisternis. Frans is van die opdracht niet meer teruggekeerd en men heeft van hem nooit geen nieuws meer vernomen. (Uit de memoires van Alfons Callebaut)
Notitie bij Frans: soldaat 2e Karabiniers
In het stadsarchief van de stad Aalst (S.A.A.) bewaart men in het “Fonds Delafortrie” heel wat briefwisseling betreffende de verdwijning van Frans Daens tijdens de gevechten aan de IJzer. Eén van die brieven is geschreven door dokter Hilaire Gravez (1) op 8-2-1919 en was gericht aan Louise Mayaert, moeder van Frans Daens .
Hierbij een kopie van de brief (Fonds Lafortrie III.69) en de transcriptie ervan.
Gent den 8-2-19
Zeer geachte Dame,
Dat Ued. Zoolang naar een antwoord van mijnentwege wachten moest, is niet mijn schuld, uw brief kwam mij enkel vandaag aan, over ‘t Brugsch en ’t Gentsch krijgsgasthuis en zoo leed hij veel vertraging.
Ik zou graag gansch uwen twijfel opklaren doch ik weet niet of ik er gansch in lukken zal.
Zie hier, waarop ik mijne meening grond. Vroeger reeds moet in ’t jaar 15 en 16 met de jongens onzer streek sprekende over de gesneuvelde kennissen hoorde ik al lings en rechts de naam van Mijnheer Frans uwen zoon noemen. Hij was verdwenen in den IJzerslag, en zoo als U zelf zegde den 22 Ocktober.
Hij was in de eerste legerafdeeling zoo ik mij niet bedrieg in 2e Linie. Ehwel vele van mijne vrienden zijn aldaar ook verdwenen. Ik noem de zoon van dokter Rubbens van Lede, en Gilbert De Vos van Poperinge, enz.
’t Was op de IJzerboorden dat op die dag het 2e Linie door de Duitschers overrompeld werdt, en dat het tweede linie nog al tot een wanordelijke aftocht gedwongen werdt, vele dooden en gekwetsten achterlatend. Daarop, daar de Duitschers op verscheidene punten de IJzer over waren, heeft men de sluizen te Nieuwpoort opengezet en gansch de streek van aan den IJzer tot aan den IJzerenweg Diksmuide-Nieuwpoort onder water gestoken. Duizenden lijken Belgen en Duitschers, al dooreen soms op hoopen zijn daar in de overstroming blijven liggen.
Honderden gekwetste jongens zijn daar in versmoord.
Ten bewijze, verleden winter bij die harde …, terwijl wij over het ijs van die overstroming liepen hebben wij op verscheidene plaatsen onder het ijs in het water zulke lijken zien liggen. Daaruit dat uw zoon Frans in de bovengemelde voorwaarden zal achtergebleven is en waarschijnlijk nu nog aldaar ligt. Opzoekingen in die streek zijn tot nog toe onmogelijk, omdat .. zoo bar, zoo verwoest, zoo verlaten is, zonder wegen en nog gansch overstroomd.
Misschien wordt hij aanstaande zomer nog gevonden, misschien blijft hij voor immer op de lijst der vermisten.
Velen zullen in dat geval zijn. Ik moet toch zeggen dat al de jongens van de streek met wien ik over frans zaliger gesproken heb, van mening zij dat hij aan den IJzer in dien aanverwanten gesneuveld is. t’ Is daarop ook dat ik mijn artikel schreef (2) uit bewondering voor uwe familie, dat terwijl de zoon heldaftig voor zijn vaderland gevallen was, in de roemrijksten van al de veldslagen van dezen oorlog, uw man Pieter Daens zaliger, viel op een ander strijdperk, dat van de politieke actie ter bescherming van den kleinen man, werkman, middenstander en boerken, tegen de hardvochtigheid van de capitalisten van de rijke menschen, die (ik zeg niet allen, doch velen) soms vergeten dat de christene naastenliefde hen tot barmhartigheid, toegevendheid, maar vooral rechtvaardigheid verplicht tegen over hun mindere evenmensch, die van hen werk aanneemt. Ik voel zooveel voor dien strijd, zoo grootsch, zoo christenlijk ingeluidt door wijlen Z.H. de Paus Leo XIII.
En daar deze oorlog een zoo noodlottig einde bracht aan uwe familie. Zou ik dat gebeurde niet voorbij gaan, zonder een oprechte hulde te brengen aan vader en zoon, en zou ik niet weerstaan aan den wensch uit te drukken, dat een roerende eensgezindheid van al de IJzerjongens in zake volk en Vlaams gezinde gedachten en door de dood van zoo vele onzer schoone jongens bezegeld niet meer door ijdele partijtwisten zou verbroken worden. Want allen, Mevrouw, zijn wij volksch- en Vlaamschgezind geworden, ook wij de jong katholieken, de onze en de uwe hebben hun bloed vermengt in één zelfde offer voor één zelfde ideaal. En daar ons betrachten net het zelfde is, stuurden ik er opaan opdat wij den stap tot toenadering zouden stellen, en de hand reiken tot vriendschappelijke samenwerking.
Eerbiedig en hoogachtend.
(get.) H. Gravez
Belgisch velddokter
Bijlokevest 157
Gent
(1) Hilarius Gravez (° Gijzegem 08-04-1889, † Aalst 03-09-1974) van 1909 tot 1911 was hij soldaat-vrijwilliger, van 1914-1919 geneesheer onder-luitenant 7e Linie, vanaf 1920 geneesheer te Aalst (genoot zekere bekendheid i.v.m. kankerdiagnose en bestrijding). Tijdens W.O.I was hij redacteur van het frontblad “Kort en Bondig” en de “De Blauwvoet”
Volgens zijn eigen schrijven zou in 1933 het V.N.V. ( Vlaams Nationaal Verbond) bij hem thuis opgericht zijn. In 1941 was hij medestichter van de Germaansche SS Vlaanderen. In september 1944 vlucht hij met zijn vrouw richting Duitsland, waar hij te Lüneberg Oberartz was van de Brigade Langemarck.
Hij ontwikkelde er een toestel voor bloedovertapping, toestel dat hij gedurende zijn vlucht zorgvuldig bewaarde, zijn bedoeling was om tot in Amsterdam te geraken en daar zijn uitvinding voor te stellen aan het Ministerie van Oorlog. Maar hij werd door de Engelsen gevat en in België veroordeeld tot 8 jaar gevangenisstraf.
(2) Artikel verscheen waarschijnlijk in één van de frontbladen waarvan Hilaire Gravez redacteur was.
Uit het zelfde fonds komt ook deze brief van het “Belgisch Inlichtingsbureel voor krijgsgevangen en geinterneerden” van 17 maart 1916 en gericht aan Pieter Daens.
Opmerkelijk is de foutieve datum van het verdwijnen van Frans Daens, het is niet in 1915 maar in 1914 dat hij verdween.
wordt vervolgd
mvg. Alostum
De taak van historici is te herinneren wat anderen vergeten. (Eric Hobsbawm)
nog wat over het verdwijnen van Frans Daens
Geplaatst: 24 Mei 2010 06:29 pm
Alostum schreef:In een werkje (uit 1963) van Luc Delafortrie over zijn grootvader "Pieter Daens" laat hij zijn moeder aan het woord en zij verhaalt het volgende; "Na de slag van Pervijze was Frans verdwenen. De hele duur van de oorlog poogt vader langs parlementsleden of anderen om aan nieuws te geraken. Vruchteloos. Frontsoldaten beweerden later dat Frans in maart 1916 te Steenstrate gevallen is, door een schot in de rug komend uit de Belgische linies. Hij stond in de boyaux de Jasse bij Piepegale. die aanduiding is zeer precies maar het blijft onbegrijpelijk waarom men sinds de terugtocht van einde 1914 nooit meer iets over hem vernam"
Een kwakkel of de waarheid ? vermoedelijk is dit verhaal ontsproten in geest van Daensistische frontsoldaten om zo het gezin Daens als martelaren en als slachtoffer van het Franskiljonse establishment af te schilderen.
mvg. Alostum
De taak van historici is te herinneren wat anderen vergeten. (Eric Hobsbawm)
24 februari 1916
Geplaatst: 24 Mei 2010 06:29 pm
Alostum schreef:A. Van der Heyden:
FEBRUARI 24
Er komt streng verbod sterke drank aan de soldaten te verkopen. Er was ook al meermalen tussen Duitse soldaten en burgers herrie geweest, zelfs vechtpartijen in de "staminées" buiten de kern van de stad. Dikwijls omwille van vrouwen... .
Petrus Van Nuffel:
24 Februari: Onder bedreiging hun drankhuis te sluiten, herinnert men de herbergiers dat de verkoop van sterke dranken aan soldaten verboden is.
mvg. Alostum
De taak van historici is te herinneren wat anderen vergeten. (Eric Hobsbawm)
27 februari 1916
Geplaatst: 24 Mei 2010 06:30 pm
[quote="Alostum"]A. Van der Heyden:
FEBRUARI 27
Behalve een achttal, moeten alle herbergen sluiten in Aalst. Dit was een gevolg van vechtpartijen op 24 en 25 februari in een paar herbergen aan de rand van de stad (St.Job en Schaarbeek).
Petrus Van Nuffel:
27 Februari: Al de herbergen moeten gesloten worden, behalve de hotels aan het station, het Café du Tram (de Toren), Edw. Ardyns (Statiestraat), Het Paviljoen (Groote Markt), René De Winter (Lange Zoutstraat), Sint Antoontje (Molenstraat), het Duitsch Bierhuis en het Café Riche (Groote Markt).
wordt vervolgd
[quote="Alostum"]A. Van der Heyden:
FEBRUARI 27
Behalve een achttal, moeten alle herbergen sluiten in Aalst. Dit was een gevolg van vechtpartijen op 24 en 25 februari in een paar herbergen aan de rand van de stad (St.Job en Schaarbeek).
Petrus Van Nuffel:
27 Februari: Al de herbergen moeten gesloten worden, behalve de hotels aan het station, het Café du Tram (de Toren), Edw. Ardyns (Statiestraat), Het Paviljoen (Groote Markt), René De Winter (Lange Zoutstraat), Sint Antoontje (Molenstraat), het Duitsch Bierhuis en het Café Riche (Groote Markt).
wordt vervolgd
De taak van historici is te herinneren wat anderen vergeten. (Eric Hobsbawm)
27 februari 1916
Geplaatst: 24 Mei 2010 06:31 pm
Alostum schreef:Alostum schreef:Petrus Van Nuffel:
27 Februari: Al de herbergen moeten gesloten worden, behalve de hotels aan het station, het Café du Tram (de Toren), Edw. Ardyns (Statiestraat), Het Paviljoen (Groote Markt), René De Winter (1) (Lange Zoutstraat), Sint Antoontje (Molenstraat), het Duitsch Bierhuis (2) en het Café Riche (Groote Markt).
wordt vervolgd
mvg. Alostum
1) René de Winter, beenhouwer, Lange Zoutstraat 23, naast zijn beenhouwerij hield hij er ook een eethuis open. In december 1917 richtte hij voor de Duitsers hun “Soldatenheim” op in de lokalen van “Volksverheffing” Lange Zoutstraat 24.
Na de oorlog verscheen René voor de rechtbank op beschuldiging van hulp aan de vijand verschaft te hebben te Aalst sedert 1914 tot op het einde van de oorlog. Hij verklaarde dat hij door de bezetter verplicht werd een “Soldatenheim” in te richten.
Ik denk dat er reeds in 1915 een “Soldatenheim” gevestigd was op de Grote Markt in de “De Graaf van Egmont” en het gebouw ernaast.
2) Het “Duitsch Bierhuis” op de hoek van de Nieuwstraat en de Hopmarkt, kreeg deze naam omdat het de stamkroeg was van veel Duitse ingenieurs en ploegbazen die hier voor de oorlog in de textielfabrieken werkten.
wordt vervolgd
mvg. Alostum
De taak van historici is te herinneren wat anderen vergeten. (Eric Hobsbawm)
3 maart 1916
Geplaatst: 24 Mei 2010 06:32 pm
Alostum schreef:Uit de Volksstem van 3 maart 1916
wordt vervolgd
mvg. Alostum
De taak van historici is te herinneren wat anderen vergeten. (Eric Hobsbawm)
5 maart 1916
Geplaatst: 24 Mei 2010 06:33 pm
Alostum schreef:Uit de Volksstem van 5 maart 1916
Diefstal van koper in de olieslagerij van Leo Gheeraerdts.
wordt vervolgd
mvg. Alostum
De taak van historici is te herinneren wat anderen vergeten. (Eric Hobsbawm)
Benoit De Schaepdryver
Geplaatst: 24 Mei 2010 06:33 pm
Alostum schreef:Petrus Van Nuffel over Benoit De Schaepdryver
Den Zondag 27 September 1914, toen de Duitsche troepen in aantocht waren, werd M. Benoit De Schaepdryver (1), onze stadgenoot, alsdan wonende te Herdersem, door eenen aalmoezenier aanzocht een helpende hand te leenen tot het overbrengen van eenige gewonde en afgematte soldaten, naar de statie van Grembergen; na deze taak bereidwillig te hebben volbracht, werd hij, opzijnen terugkeer, te Sint Gillis (Boomwijk) bevolen, door de Belgische krijgsoverheid, nogmaals soldaten en mondbehoeften te vervoeren naar de school van Hamme, Bij middernacht doortrok men de afgebrande stad Dendermonde, om, tegen den middag, in Hamme, den last af te leggen. De terugkeer naar Herdersem werd verhinderd door een verbod, uitgevaardigd door generaal Michel, luidende dat de doortocht over de Scheldebrug te Dendermonde streng en aan iedereen verboden was. Onze Aalstenaar was dan verplicht in Moerzeke te blijven, en het was slechts den 30 September, bij nachte, dat hij erin gelukte Herdersem te bereiken; de Duitsche soldaten hadden er, binst zijn afwezigheid, een bezoek aan zijn huis gebracht en tweehonderd kiekens gestolen. In October 1914, na den val van Antwerpen, was soldaat Clement Coppens, wonende te Aalst, Sint Jobstraat, 166, er niet in gelukt zijnde naar Holland te vluchten, bij M. Benoit De Schaepdryver komen aankloppen; hij bleef er gedurende eene maand verdoken. In 't begin van Januari 1915 trok M. De Schaepdryver dan zelf naar Moerbeke-Koewacht, ten einde Holland en vandaar Engeland te bereiken. In de herberg van zekeren Misseghers had hij zijn inzichten toevertrouwd aan eene dame, die zich liet doorgaan als onderwijzeres; toen hij het waagde de grensdraad te naderen, werd hij tegengehouden door twee Uhlanen en naar den post geleid; daar werd hem gezeid dat het nutteloos was, zijn inzichten te loochenen, want de vrouw had hem verraden. Tusschen twee ruiters werd hij naar Kemseke geleid en gedurende drie dagen opgesloten; vervolgens bracht men hem naar Lokeren, waar hij voor het kriegsgericht verscheen, verdacht van bespieding. Hij wist zich vrij te pleiten, en na een schriftelijke verklaring geteekend te hebben, steeds op 10 kilometers afstand van de grenzen te blijven, mocht hij naar huis. Acht dagen nadien begaf hij zich voor de tweede maal op weg, en nu ging het beter; hij geraakte in Holland en landde in Londen, Alexander Palace Woodgreen, den 2 Februari 1915, aan. Gezien zijn 44 jarigen ouderdom werd M. De Schaepdryver niet in het leger aanvaard, maar hij nam dienst op het schip Minister Beernaert (2), varende van Glasgow naar Buenos-Ayres. Later vaarde hij aan boord van 't Engelsch Hospitaalschip Formosa, gedurende vier maanden en half, naar Gibraltar, Malta, Napels, Salonika, enz. In Londen ontmoette hij Mevrouw Emile Vandervelde, en deze zette hem aan, zijne vraag voor inlijving bij ons leger te vernieuwen; dit aanbod, gestuurd aan generaal Melis, werd gunstig aanvaard, en op 4 Juli 1916 was hij soldaat. Na in verschillige hospitalen gewerkt te hebben, koos M. De Schaepdryver weer zeedienst. Den 28 April 1918 werd hij ingelijfd in het “Dépôt des Equipages, 2e Cie, Base Navale Kales”, en vaarde aan boord van de Marcel de Bruges, en op de Engelsche kust, hetgeen als frontdienst mocht aanzien worden. Den 1 Februari 1919 werd hij te Oostende gedemobiliseerd.
(1) Benedikt De Schaepdryver, geboren op 21-09-1871 in Aalst. Benedikt trouwde met Coleta Van Den Berghe.
(2) http://www.wrecksite.eu/wreck.aspx?14519
wordt vervolgd
mvg. Alostum
De taak van historici is te herinneren wat anderen vergeten. (Eric Hobsbawm)
Terug naar “Eerste Wereldoorlog”
Wie is er online
Gebruikers op dit forum: Geen geregistreerde gebruikers en 3 gasten