opgave 132 ( Kluyskensstraat )

Elk weekend een nieuwe vraag, wie kent ?

Moderators: Alostum, stephane, david, janlouies

Gebruikersavatar
Alostum
Site Admin
Berichten: 13016
Lid geworden op: 14 Mei 2014, 15:27
Locatie: Aalst

Re: opgave 132 ( Kluyskensstraat )

Berichtdoor Alostum » 30 Aug 2014, 12:34

Geplaatst: 28 Jul 2012 10:15 am
stephane schreef:Afbeelding

stephane
De wereld gaat door, de tijd gaat voorbij, mensen gaan weg en soms keren ze niet meer terug en blijven alleen nog foto's achter. Robert Frank (1924-2019)

Gebruikersavatar
Alostum
Site Admin
Berichten: 13016
Lid geworden op: 14 Mei 2014, 15:27
Locatie: Aalst

Re: opgave 132 ( Kluyskensstraat )

Berichtdoor Alostum » 30 Aug 2014, 12:34

Geplaatst: 28 Jul 2012 11:13 am
stephane schreef:Hopgeschiedenis:

Op de heuvelachtige en vruchtbare leemgronden van de streek Aalst – Affligem – Asse waren de typische hopranken gedurende vele eeuwen een vaste waarde in het landschap.

Het verhaal start in de middeleeuwen wanneer bier ambachtelijk werd gebrouwen, bij moeder thuis of in het klooster. Als smaakmaker werd er een kruidenmengsel, gruut (ook wel ‘gruit’ genoemd), gebruikt bij het brouwen. De samenstelling van het gruut is streekafhankelijk en bestond veelal uit rozemarijn, gagel, salie, duizendblad en laurierbessen. De heren van Gruuthuse uit Brugge kregen in 1200 het ‘gruutrecht’ toegekend, dit betekende dat de Gruuthuses het monopolie bezaten op de verkoop van het gruut aan de brouwer. De brouwer betaalde bovendien, al was het bier voor eigen gebruik, een ‘gruitbelasting’.

In eerste instantie zat in gruut geen hop. Pas in de 14e eeuw werd het nut van hop bij het bier brouwen ontdekt. Hop zorgt namelijk voor een betere bewaring van het bier. Het was ook in die periode dat in de streek rond Aalst de hopteelt ontstond, waarschijnlijk als reactie van de boerenbevolking op de laatmiddeleeuwse crisis in de graansector. Met de invoer van nieuwe teelten als hop konden de boeren hun dalend inkomen aanvullen.

Doordat men ontdekte dat hop zorgde voor een betere bewaring, werd in 1364 in het Heilig Rooms Rijk de Novus modus fermentandi cervisiam (een nieuwe methode om bier te brouwen) ingevoerd. Deze wet regelde het gebruik van hop in gruut. Gebieden in het toenmalige Heilig Roomse Rijk, bijvoorbeeld Aalst (Rijks-Vlaanderen), kennen bijgevolg een langere geschiedenis van brouwen met hop. In Franse gebieden, waaronder Poperinge, Brugge en Gent (Kroon-Vlaanderen), was het gebruik van hop in gruut nog lange tijd verboden, waardoor de hop er pas later werd ingevoerd én er een rijkere traditie is aan kruidenbieren, bijvoorbeeld het Belgisch witbier.

Vermoedelijk won de teelt en de handel van hop vanaf de 14e eeuw aan belang. Het economische, en dan voornamelijk het landbouwkundige plattelandsleven spitste zich gedurende de volgende eeuwen meer en meer toe op de hopteelt. In de middeleeuwen voerden de handelaars van de Landen van Aalst en Asse hun meeste hop naar de Bamismarkt in Antwerpen. Die hop werd te Aalst of te Baasrode ingescheept.

In de 16e eeuw was de streek de naam hopstreek waardig. Stilaan ontplooide er zich immers een ware cultuur rond hop en werd ze niet enkel verbouwd en verhandeld maar ook verwerkt. De eerste documenten in het Aalsterse stadsarchief dateren van 1543. Vanaf die 16e eeuw concentreerde de hophandel zich ook in Aalst zelf, waar het onder het beheer stond van de invloedrijke Koopmansnering van Sint-Rochus. Het schilderij van P.P. Rubens in de Sint-Martinuskerk van Aalst, dat geschilderd werd in opdracht van de Sint-Rochusgilde, toont aan hoeveel slagkracht de Koopmansnering had. De nering had in 1631 bovendien een bequame gaelderije laten bouwen daeronder de landslieden ende hoppe te merct commende, connen in tdrooge staen ende geconserveert worden. Een ordonnantie van de Aartshertogen van 28 november 1631 zorgde er daarnaast voor dat buiten het Land van Aalst geen hop voor Aalsterse hop mocht verkocht worden, zonder eerst op de markt gekeurd en gemerkt te zijn door de nering. Door de strenge marktregeling van deze nering behield de Vlaamse hop haar faam tot op het einde van het Ancien Régime (dus tot vóór de Franse revolutie in 1789). Om het gewicht van de hop te verhogen werden vroeger immers allerlei poeders en vuil met de hop gemengd, de Aalsterse hop werd, mede door de keuring, echter omschreven als geestimeert de beste van de ghene herwaerts over wassende.

Voor het Land van Aalst was de hophandel één van de bijzonderste nijverheidstakken en de hopkooplieden behoorden tot de ingezetenen van het stadsbestuur. In de 17e eeuw overtrof de opbrengst van het Land van Aalst de helft van de opbrengst van Europa. Deze hop ging naar Frankrijk, Duitsland, Holland en zelfs Engeland. De Aalsterse markt was vooral afgestemd op Holland en Duitsland. Een groot aantal Duitse brouwerijen uit de streek tussen Elbe en Wezer verbruikten tijdens het Ancien Régime uitsluitend Aalsterse hop, die via de havens van Hamburg en Bremen werd ingevoerd.

Tijdens de Napoleontische periode werd de uitvoer van hop naar Duitse havens echter verboden. Het Aalsterse keurmerk ging verloren, het was één van de gevoeligste slagen die de Aalsterse hopregio ooit getroffen heeft. De concurrentiemarkt werd geopend, de Amerikaanse hop kwam op de Duitse markt terecht en nam er uiteindelijk de plaats in van de Aalsterse hop.

Rond 1880 ontstond geleidelijk aan een meer moderne landbouw. Deze zorgde in Amerika voor een grote overproductie, daarnaast daalde de kwaliteit door een mindere controle. In Aalst zorgde dit voor het ontstaan van de hopcommissie. Doordat elke kleine boer als bijverdienste wat hop teelde in zijn achtertuin, liet de modernisering in Aalst echter langer op zich wachten …

In de jaren 1900 werd via de abdij van Affligem de variëteit Hallertau in het Aalsterse ingevoerd en uitgeplant. In Ons Volk van 19 september 1948 kon hierover het volgende gelezen worden: ‘[…] aangeplante (hop)soorten in België zijn Groene Bel, Kent en Hallertau. Een bekend planter uit Meldert, dhr. Baert, die uit een oude hopplantersfamilie stamt, vertelde ons hoe deze laatste soort in het Aalsterse werd ingevoerd. Het was in de jaren 1890. Deze planter had opgemerkt dat waar de Aalsterse hop op de markt 35 tot 40 fr de 100 kg gold, de Hallertau daarentegen ging tot 60 à 70 fr. Toen zijn broeder nu met de abt van Affligem een reis deed in Duitsland, bracht deze hem op zijn verzoek enkele stekken van de Hallertau soort mede van een pastoor, die een plantage had in Beieren. Deze heeft hij dan uitgeplant en stilaan vond ook deze soort ingang bij de planters uit de streek, zodat een bekend planter hier na een paar jaar reeds 200 planten Hallertau had staan.’ Hallertau, een stevige, aromatische hop is de variëteit die tot op heden als laatste stand houdt in de regio. Door de hoge arbeidsintensiviteit van de teelt en de afnemende vraag naar inlandse hop, kregen de hopboeren het in het begin van de 20e eeuw echter steeds moeilijker. Waar er in 1880 zo’n 2000 ha was in het Aalsterse, was die oppervlakte tegen 1890 reeds gehalveerd.

Na de Tweede Wereldoorlog werden de meeste hopboeren verplicht hun activiteiten stop te zetten gezien de teelt te verlieslatend werd door zware buitenlandse concurrentie, onzekerheid in verband met de verkoopprijs, grote investeringkosten, een gebrek aan opvolgers en het arbeidsintensieve karakter van de teelt. Sindsdien is het streekbepalende beeld van hopvelden met kale of begroeide hopstaken meer en meer uit het landschap verdwenen. In 1977 waren in het Aalsterse nog een 30 telers, goed voor 85 ha hop, momenteel is er in het Aalsterse maximaal nog een 10 ha.

De Aalsterse hopwedstrijd, georganiseerd door de besturende hopcommissie van de hopmarkt en de stedelijke waag, was in een glorieus verleden een ware commerciële beurs. Op het einde, de laatste prijskamp vond plaats in 1998, was het een folkloristische gebeurtenis geworden. Terwijl in het begin een erkenning van de jury een betere prijs van de geteelde hop opleverde, was er bij de laatste prijskampen zelfs een gebrek aan gespecialiseerde keurders.

Desondanks het feit dat de hopranken uit het landschap verdwijnen, is de hopteelt niet volledig verloren gegaan. De hopkeesten, oorspronkelijk slechts een bijproduct van de hopteelt en door boeren genuttigd als seizoensgroente, zijn nu een dure delicatesse door de arbeidintensieve teelt en het beperkte aanbod. De keesten zijn de laatste jaren een nieuwe noodzakelijke bron van inkomsten voor de weinige boeren in de streek bij wie nog hopranken op de velden staan. Het telen van hopkeesten kan echter ook zonder torenhoge ranken te laten groeien, opnieuw een reden waarom de begroeide hopstaken uit het landschap verdwijnen.

stephane
De wereld gaat door, de tijd gaat voorbij, mensen gaan weg en soms keren ze niet meer terug en blijven alleen nog foto's achter. Robert Frank (1924-2019)

Gebruikersavatar
Alostum
Site Admin
Berichten: 13016
Lid geworden op: 14 Mei 2014, 15:27
Locatie: Aalst

Re: opgave 132 ( Kluyskensstraat )

Berichtdoor Alostum » 30 Aug 2014, 12:35

Geplaatst: 29 Jul 2012 08:10 pm
Nirron schreef:
willy kiekens schreef:van spinnekoppen gesproken, op de blijkbaar nog steeds niet gevoegde gevel vonden wij in de tijd met tientallen "hooiwagens": spinnen met een heel klein lichaam en lange poten, dus blijkbaar zijn die er nog steeds.


Hooiwagens zijn geen spinnen hoor. Ze hebben maar één paar ogen, geen gifklieren en kunnen ook geen spinnenwebben maken.
De wereld gaat door, de tijd gaat voorbij, mensen gaan weg en soms keren ze niet meer terug en blijven alleen nog foto's achter. Robert Frank (1924-2019)

Gebruikersavatar
Alostum
Site Admin
Berichten: 13016
Lid geworden op: 14 Mei 2014, 15:27
Locatie: Aalst

Re: opgave 132 ( Kluyskensstraat )

Berichtdoor Alostum » 30 Aug 2014, 12:35

Geplaatst: 30 Jul 2012 09:02 am
willy kiekens schreef:op de foto: de eerste poort is de reeds hierboven getoonde groene poort behorende aan F. Callebaut, de witte middenpoort behoorde ook tot het hopmagazijn van FC en is de aangekondigde verkoop door De Gheest, de volgende poort was het magazijn van P. De Coninck, het huis ernaast behoorde ook aan P.D.C en was bewoond door zijn zoon Adriën, ernaast verzekeringen Van Steenberghe nog steeds bestaande aan Esplanadeplein, dan de familie Van Malderen borstelmakers en ten slotte op de hoek beenhouwerij Lievens.
Sorry ik dacht dat hooiwagens ook spinnen waren
De wereld gaat door, de tijd gaat voorbij, mensen gaan weg en soms keren ze niet meer terug en blijven alleen nog foto's achter. Robert Frank (1924-2019)

Gebruikersavatar
Alostum
Site Admin
Berichten: 13016
Lid geworden op: 14 Mei 2014, 15:27
Locatie: Aalst

Re: opgave 132 ( Kluyskensstraat )

Berichtdoor Alostum » 30 Aug 2014, 12:36

Geplaatst: 30 Jul 2012 11:57 am
stephane schreef:foto (2012)

Afbeelding

stephane
De wereld gaat door, de tijd gaat voorbij, mensen gaan weg en soms keren ze niet meer terug en blijven alleen nog foto's achter. Robert Frank (1924-2019)


Terug naar “Wie kent ?”

Wie is er online

Gebruikers op dit forum: Geen geregistreerde gebruikers en 11 gasten

Advertentie