Geplaatst: 25 Jan 2012 08:16 pm
stephane schreef:Désiré De Wolf (Erpe 1869-Aalst 1929) Industrieel
Gemeenteraadslid (1896-1918)
Schepen van Openbare Werken (1912-1918)
Désiré werd raadslid en schepen van de stad Aalst, en was als schepen van openbare werken verantwoordelijk voor de infrastructuurwerken ter bevordering van de industrie (dempen oude Denderarmen, rechttrekken van Dender, aanleg van de Denderkaaien, bruggen… ) en voor de aanleg van het stadspark.
Medestichter van de Katholieke Jonge Wacht in 1898 en voorzitter ervan tot 1918
Voorzitter van de kerkfabriek van St-Martinus
Voorzitter van de Vereniging van Belgische Mouthandelaars
Zie ook: De mouterij De Wolf-Cosijns
De fabriek werd genoemd naar Henry-August De Wolf , koopman in hop en granen. Hij was de zoon van Romain-Joseph De Wolf en Maria Meganck en hij was gehuwd met Marie-Catherine Cosijns.
Na het vroegtijdig overlijden van haar echtgenoot zette Marie-Catherine de handel verder, samen met haar twee zonen. De oudste zoon Romain bleef ongehuwd. De jongste zoon echter, Philmon genaamd, zorgde voor een talrijk nageslacht in de periode van 1858 tot 1880: Albert, Marie, Florence, Edgard, Oscar, Cécile, Rose, Désiré, Victor , Frédéric, Eugène, Charles en Alfred.
In 1896 noemden Philemon De Wolf en Albert Dewolf zich “alleen eigenaars van vermelde firma te Aalst, te Antwerpen en te Rotterdam”. Op 1 oktober kregen Désiré en Frédéric volmacht om de firma te leiden.
Op 1 augustus 1897 wordt de “Société en nom collectif Veuve De Wolf-Cosijns & Fils”opgericht. De vennoten van het bedrijf waren Philemon, Albert, Marie, Victor, Frédéric en Eugène De Wolf. Deze verruiming bracht ook een financiële inbreng mee, waardoor de Engelse hopmarkt werd veroverd en de firma nog een steviger plaats op de wereldmarkt innam.
Philemon werd provinciaal raadslid en tweemaal voorzitter van de Kamer van Koophandel. Zijn zonen bouwden de firma verder uit tot een internationaal bedrijf.
stephane