Een frisco met zonder chocolade
Geplaatst: 19 Jun 2014, 11:59
Geplaatst: 23 Aug 2010 07:23 pm
willy kiekens schreef:Op het ogenblik dat mijn moeder ging werken in de Palace , waren er vijf cinema's in Aalst. dit is wat ze erover vertelde:
Palace: in de Schoolstraat behoorde gelijk al gezegd aan de familie Wouters en was met zijn twaalfhonderd zitplaatsen de grootste van Aalst, vormde oorspronkelijk één geheel met de naastliggende café Palace.
De vertoonde filmen waren van Metro-Goldwyn-Mayers.
Het wekelijkse nieuws was van Belgavox.
Om een belangrijke film te huren was men verplicht er een aantal B of C filmen bij te nemen.
Hoe vlugger men een A film wou vertonen, hoe hoger de huur en hoe meer filmen men er moest bijnemen. Dit was de reden waarom de grootsteden vroeger altijd de eersten waren,zij hadden voldoende kleine zalen. In Aalst losten de twee groten dit op door in hun kleinere zaal twee filmen per week te draaien, van vrijdag tot en met maandag een cowboy- of oorlogsfilm voor de jeugd en de andere dagen een iets meer "te mijden".
De Palace bestond aan de straatkant uit de nog altijd aanwezige open hall met de ganse reeks flapdeuren,alleen bevond de kassa zich in de linkerhoek.
Eens binnen was er de wachthall met aan beide zijden de monumentale zwart marmeren trappen naar de balkon.
De hall was opgesmukt met foto's van populaire filmsterren zoals Robert Taylor; Elisabeth Taylor; Gregory Peck; Kirk Douglass enz...
Terug achter een rij flapdeuren bevond zich de rookruimte, hier waren aan beide zijden de toegangen naar de zaal.
Die had een capaciteit van duizend zitplaatsen ingedeeld in drie prijsklassen
Er waren vijfendertig rijen met houten zetels, waarvan de eerste tien aan tien frank en de rest aan twaalf frank.
Dan was er een smeedijzeren balustrade hierachter bevonden zich de clubs, vijftien rijen rood fluwelenzetels aan achttien frank.De balkon afdeling was even groot als de clubs aan twintig frank.
In de week waren er vertoningen om half vijf; half zeven en half negen en de zondag een matinee voorstelling om half twee. Uitgezonderd de topfilms, hoefde men zich als klant niet aan deze uren te houden en eens binnen kon men desnoods tot het sluiten blijven.
Tot eind van de jaren vijftig was de gouden tijd van de cinema met filmen zoals:
"Gejaagd door de wind" en "Singing in the rain", maar vooral vanaf drie en vijftig met de cinemascoop en de spektakelfilms zoals:"De mantel; Mozes; Ben-Hur; Cleopatra; De langste dag".
Iedere dag en elke vertoning rechtstaan in de zaal en aanschuiven op straat tot aan de hoek drie huizen verder. Dit was de start om een film langer dan één week te spelen.
Tijdens de pauzes werden er met honderden frisco's van Artic verkocht- met chocolade of "met zonder chocolade".
Een speciale vertoning was die van zondag half twee. Dan kwam de jeugd met ganse groepen en vulden de hele zaal ingedeeld per leeftijd. Vooraan de jongste, startend vanaf ongeveer zeven jaar. Op de middenplaatsen de jonge tieners rondloerend naar het andere geslacht.
In de clubs en op de balkon de jeugd op vrijerstoer met afspraak aan de kassa of in de zaal, naargelang de financiële toestand van de vrijer.
Tijdens deze vertoning kon het er soms zeer luidruchtig aan toe gaan, vooral in cow-boy films, wanneer de cavalerie met luid trompetlawaai in aantocht was.
Dit doet me denken dat die nu vervangen is door de sirenes en flikkerlichten van de politiewagens.
In de week waren er alle lagen van de bevolking. Meestal zaten vooraan de schippersfamilies, die kwamen lossen en laden aan de vele fabrieken langs de Dender. Dikwijls was hier een voorlezer bij,die voor de ongeletterden luidop de ondertitels las.
In de winter kregen ze gezelschap van de armen uit de buurt die zich een ganse avond kwamen warmen en die men dikwijls na de laatste vertoning moest wakker maken.
Het midden werd bezet door de iets beter begoeden of mensen die door hun zwakke ogen niet te ver van het scherm mochten zitten.
De clubs waren voor de betere klasse. En de balkon meestal voor jonge mensen of geheime afspraakjes. Vooral deze laatste vormden in de week een deel van de speciale klanten. Binnenkomen deden ze altijd alleen en nooit tijdens de pauze.
Na hun plaats aanwijzing en gewenning aan de duisternis zochten ze mekaar op en verdwenen naar de achterste rijen om nog voor de pauze terug te verdwijnen.
Wij hielden weddenschappen wie bij wie hoorde. Want alhoewel zij dachten dat alles in het grootste geheim gebeurde, verraadden ze zichzelf door het geven van drinkgeld of in dit geval zwijggeld. Het was dan bij het plaatsen van een volgende klant dat we vlug zagen wie van ons gewonnen had.
Een ander speciale soort waren de "kindervriendjes" zelfde manier van binnenkomen, zelfde manier van zoeken alleen in dit geval naar slachtoffers.
Als werknemer kon ik ze de toegang niet weigeren, maar van de moment dat ik zag dat ze iemand lastig vielen ging ik er naartoe en terwijl ik met mijn lamp in hun gezicht scheen vroeg ik luidop of de politie moest komen helpen. Waarop ze recht krabbelden en zonder omkijken de zaal verlieten.
Later heb ik eens vernomen dat de meeste van die gasten wisten wanneer het mijn vrije dag was.
In de Rio en Alfa met hun "te mijden" films had men nog een soort klanten, jonge gasten oplettend voor politiecontrole door specialist terzake Dhr. Backaert en mannen binnen en buiten sluipend in het donker van de zaal. Mannen waarover uw pa zei:"De zondag met veel chi-chi op de eerste rij in de kerk en in de week de cinema insluipen naar de laatste rij.
Met de komst van de TV verminderden de weekbezoeken en moest men stilaan de vertoning van half vijf weglaten. Meer en meer mensen kochten een auto, waardoor de echte cinefielen naar Gent of Brussel gingen voor een grotere en recentere keuze.
Begin tachtig waren de vier kleine zalen verdwenen en werden de twee groten omgebouwd naar meerdere kleine zaaltjes.
Van nieuwe films waren er direct meerder kopijen beschikbaar, zodat die even vlug in Aalst gespeeld werden als in de grootsteden. Door af te stappen van het huursysteem en over te gaan op het ontvangen van een vooraf bepaald percentage van de opbrengst nam de uitbater minder risico's.
Zo heb een groot deel van de Aalsterse cinemageschiedenis mee gemaakt.
Ik ben in de Palace gebleven tot achtentachtig,ik woonde er op vijf minuten af en wat zat ik 's avonds thuis te doen. Daar was ik in beweging en onder de mensen om eens een babbeltje te doen.
Het einde had ik me echter gans anders voorgesteld.