Jean Vilain XIIII burgemeester van Aalst 1743

Moderators: Alostum, david, janlouies

Gebruikersavatar
Alostum
Site Admin
Berichten: 13016
Lid geworden op: 14 Mei 2014, 15:27
Locatie: Aalst

Jean Vilain XIIII burgemeester van Aalst 1743

Berichtdoor Alostum » 04 Jun 2014, 16:19

Geplaatst: 12 Dec 2012 03:39 pm
willy kiekens schreef:Familie en opleiding: de wording van een verlicht econoom (1712-1743)Jean Vilain XIIII werd geboren als zoon van François Ignace Joseph Vilain XIIII en Isabella Joséphine van der Meere. De familie Vilain, één van de oudste van het graafschap Vlaanderen, behoorde tot de kleine adel en heel wat leden ervan namen bestuursfuncties op. Zo was zijn oom Jean Baptiste bijvoorbeeld burgemeester van Aalst], een functie waarin Jean Vilain XIIII zijn oom zou opvolgen. Vilain wordt opgeleid aan het jezuïetencollege van Aalst. Zijn gebrekkige schrijfstijl, in het Frans zowel als in het Nederlands, wezen evenwel op een gebrekkige opleiding. Vanaf 1729 trok Jean Vilain naar Leuven om er rechten te studeren. Vier jaar later was hij afgestudeerd en in 1734 werd hij advocaat bij de Grote Raad van Mechelen. Zijn universitaire opleiding voorzag echter niet in de kennis van het vaderlands recht, dat hij nog na zijn opleiding onder de knie moest krijgen.

Vilain XIIII vertoonde nu veel meer interesse voor economie en statistiek, dan voor het recht. Vermoedelijk trok hij in de tweede helft van de jaren 1730 op zogenaamde peregrenatio academica. Waar Vilain precies vertoefd heeft, is onduidelijk. Toch zijn er enkele aanwijzingen. Bij zijn terugkeer bleek hij bijvoorbeeld onderlegd in de economische wetenschap, die enkel in Duitsland wordt gedoceerd. Zijn contacten in Londen en Parijs (misschien zelfs tot in de Franse koninklijke kringen) verraden zijn passage in genoemde hoofdsteden.

Na zijn reis, in 1740, huwde Jean Jacques Philippe met de rijke Antwerpse koopmans- en schependochter Constance Marie de Lunden. Zij stierf al in 1748; het echtpaar had geen kinderen. Vijf jaar na het overlijden van zijn eerste vrouw werd Jean Vilain XIIII in de echt verbonden met Marie Angélique du Bois de Schoonberg (zij overleed pas in 1795). Marie Angélique was de schoonzus van Jeans broer Charles en stamde uit een familie van juristen en intellectuelen. Zij hadden vier kinderen :

Philippe Mathieu (1753-1810) die later hoogbaljuw van Gent zou worden
Marie Isabelle (1755-1810)
Marie Sophie (1757-1824)
Charles Joseph (1759-1808) die een militaire carrière uitbouwde.

Aalst en de Oostenrijkse Successieoorlog
In 1743 werd Vilain XIIII benoemd tot burgemeester van Aalst. Hij werd tevens aangesteld tot voorzitter van het landscollege van het Land van Aalst, een van Vlaanderens belangrijkste kasselrijen.

Onder zijn bestuur ging (het Land van) Aalst gebukt onder de Oostenrijkse Successieoorlog (1740-1748). Vilain XIIII kon enkele problemen in verband met bevoorrading en inkwartiering van de troepen verhelpen. Waarschijnlijk heeft hij daarbij zijn Franse contacten te gelde gemaakt. Zo had hij een ontmoeting met de Franse koning Lodewijk XV. Tegelijkertijd verzette de Aalsterse burgemeester zich tegen de Franse bezetter: hij zorgde er onder andere voor dat het schatkistoverschot van de kasselrij uit Aalst naar Brussel wordt geëvacueerd.

Jean Vilain trachtte ondertussen ook het bestuur van stad en kasselrij te moderniseren en de financiën te saneren. Hij wilde armoede, criminaliteit en werkloosheid bestrijden en zette zich in voor een betere verkeersinfrastructuur in zijn streek. Na de Oostenrijkse Successieoorlog werd Pierre François Pycke, de eerste pensionaris van de stad en het Land van Aalst, omwille van valsheid in geschrifte de deur gewezen. Vilain hield er een eeuwige vijandschap met Pycke en zijn vader (die in de Geheime Raad zetelde) aan over. Vrijwel elk voorstel dat Vilain in zijn latere leven bracht, werd door Pycke afgeschoten. Op korte termijn werd Vilain uit het stadsbestuur van Aalst geweerd. Hij kwam nog wel even terug maar verhuisde uiteindelijk naar Gent.

Een tweede carrière: Gent en de Staten van Vlaanderen
Na enkele jaren zonder noemenswaardige functie, wierp Vilain XIIII zich in 1754-1755 in de strijd voor de hervorming van de Staten van Vlaanderen. In de Staten zwaaiden de zogenaamde vier principalen – Brugge, Gent, het Brugse Vrije en de clerus – de plak. De plattelandsdistricten of subalternen eisten een grotere inbreng. Uiteindelijk kwam het, door toedoen van Vilain, tot een hernieuwde samenstelling van de vertegenwoordiging met grotere inspraak van het platteland.

In dezelfde periode (1755) werd Jean Vilain voorschepen (dit wil zeggen burgemeester) in Gent. In het voorgaande jaar was Vilain al derde schepen van die stad. Gent had op dat moment een erg benarde financiële situatie: Vilain zou de weg uit het financiële moeras wijzen. Met het burgemeesterschap van Gent werd Jean Vilain meteen ook voorzitter van de Staten van Vlaanderen en hun bestendige deputatie. De voorzitter van de Staten kreeg met de hervorming van de Staten van Vlaanderen overigens de hoofdrol toebedeeld. Deze drieledige functie bekleedde Vilain XIIII tot zijn dood in 1777.

De centrale regering van de Oostenrijkse Nederlanden te Brussel kon de aanpak van Vilain XIIII wel smaken. Gevolmachtigd minister Karl Johann Philipp von Cobenzl rekende op Vilain voor alle aangelegenheden aangaande Gent en de Staten van Vlaanderen. De appreciatie van de Oostenrijkers resulteerde in de titel van burggraaf (1758) en de benoeming tot ridder in de Sint-Stefanusorde (1771). In zijn laatste jaren werd Vilain nog hoogbaljuw van Gent (met erfopvolging van zijn oudste zoon) en baljuw van de kasselrij van de Oudburg van Gent.

Op 65-jarige leeftijd stierf Vilain in zijn buitengoed te Wetteren aan het ‘vliegend flerecijn’, een complicatie van artritis en angina pectoris. Hij leed tijdens zijn leven aan allerlei kwalen (o.m. ook jicht), die aangewakkerd werden door zijn soms slopende werk. Kuren in Spa en Aken moesten dit verzachten.

Ondanks de tegenstand van Pycke, slaagde Vilain erin krachtdadig op te treden als voorzitter van de Staten. Zijn opvolger werd in 1777 gevraagd om net als zijn voorganger de ‘ziel van het bestuur’ te worden.

De visie van Vilain: financiën, economie en gevangeniswezenNiet alleen in de steden waar Vilain het burgemeestersambt bekleedde, stelde hij financieel orde op zaken. In 1755 publiceerde Vilain XIIII de Réflections sur les finances de la Flandre (Reflecties over de financiën van Vlaanderen). Hij beschreef de financiële toestand van het graafschap, droeg hervormingen aan en sloopte daarbij een aantal heilige huisjes. Cijfers lieten volgens Vilain afdoende blijken dat de oude structuren voorbijgestreefd waren en het bestuur nalatig was. De uitvoering van zijn hervormingsvoorstellen zou evenwel nog jaren inzet vragen van de burggraaf.

Wanneer de Zuidelijke Nederlanden in 1749, na de Oostenrijkse Successieoorlog, voor het eerst economisch op eigen benen stonden, was dat voor Jean Vilain XIIII een aanleiding om een studie te maken over de import en export in de Oostenrijkse Nederlanden. De negatieve handelsbalans die hij daarbij vaststelde was, aldus Vilain, te wijten aan de teloorgang van de zeevisserij. Het kwam er dus op aan deze tak van de economie te stimuleren, hetgeen Frankrijk, maar vooral de Republiek, geenszins beviel.

Vilain XIIII is van het platteland afkomstig en bovendien bevangen door de geest van het fysiocratisme. Hij ging ervan uit dat de landbouw de ruggengraat vormde van de economie. Innoverend was Vilains aanpak van de epidemie die de veeteelt omstreeks 1770 teisterde. Vilain XIIII wenste de veepest te bestrijden door isolatie van besmette gebieden en het afslachten van zowel getroffen als niet-getroffen dieren; dat laatste uit voorzorg. Hoewel er compensaties voor de verloren gegane dieren werden voorzien, stuitte de afslachtpolitiek op veel verzet bij de landbouwers. Op termijn zou de gehanteerde methode echter heel effectief blijken. Het Oostenrijkse bestuur herdoopte de methode tot notre système (ons systeem), dat geëxporteerd werd over de landsgrenzen heen.

Ook de nijverheid liet de burggraaf niet koud. De opstart van de eerste katoenateliers in Gent heeft hij mee gestimuleerd. De industrie bood volgens hem de uitweg uit armoede en werkloosheid. Om die kwesties aan te pakken was Vilain aanvankelijk voorstander van de oprichting van hospitalen-generaal, zoals ze ook in Frankrijk te vinden waren. Een opvoedende vrijheidsstraf in het Rasphuis (1775) te Gent moest een einde maken aan werkloosheid en misdadigheid. Dat was althans het oorspronkelijke plan, want nog voor het gebouw af was, herzag Vilain XIIII zijn mening. Hij vond nu dat het Rasphuis een gevangenis moest worden, hoewel een deel van het gebouw nog werd voorbehouden voor de opleiding van arme kinderen. Met de oprichting van deze penitentiaire instelling legde Vilain de basis van het cellensysteem in de gevangenissen, een werkwijze die ook de grenzen van de Zuidelijke Nederlanden zou overschrijden. Aan een oplossing voor werklozen heeft Vilain XIIII ook gedacht. Die moesten nu gesteund worden door een samenbrengen van alle bestaande armenfondsen. Het zou dan aan de burgerlijke (en niet langer aan de kerkelijke) overheid zijn om de steun onder de werklozen te verdelen.

BRON: Wikipedia
Nazaten van deze familie zijn in Vlaanderen nog altijd aanwezig alsook een familiekasteel
De wereld gaat door, de tijd gaat voorbij, mensen gaan weg en soms keren ze niet meer terug en blijven alleen nog foto's achter. Robert Frank (1924-2019)

Terug naar “Burgers en hun bestuurders - Politiek”

Wie is er online

Gebruikers op dit forum: Geen geregistreerde gebruikers en 12 gasten

Advertentie