Volksvertegenwoordiger Adrien Benoit Bruneau

[Alostum]

Adrien Benoit Bruneau werd geboren op 6 Ventose, jaar XIII (24 februari 1805) te Enghien en overleed te Ukkel op 11 mei 1894. Hij huwde met Adèle Droesbeque uit Aalst, dochter van Ursmar en Barbara Colette van Bockel. Ze hadden één dochter Alice, geboren te Aalst in 1835, die huwde met Hubert Dolez op 24 augustus 1854 en die overleed op 11 juli 1860 op 25 jarige leeftijd. Zij had een dochter eveneens Alice genoemd. Adèle Droesbeque overleed op 1 april 1879.
De Ukkelse kliniek ‘Les 2 Alice’ is in 1885 door Adrien Benoit Bruneau gesticht en genoemd naar zijn dochter en kleindochter.
Hij was advocaat te Aalst en secretaris van de Kamer van Koophandel, was lid van de bestendige deputatie van de provincie Oost-Vlaanderen en directeur van de spoorwegmaatschappij Tubise-Doornik.
Hij was eveneens bestuurslid van de commissie van onderwijs en van de militaire gevangenis in Aalst, in 1854 nam hij ontslag.
Tweemaal stelde hij zijn kandidatuur bij een gemeenteraadsverkiezing in Aalst. Op 28 september 1831 bekwam hij slechts 2 stemmen op 217 kiezers voor een schepenambt.
Op 12 september 1833 kreeg hij 1 stem op 88 kiezers voor een mandaat als schepen en 2 stemmen voor het lidmaatschap van de gemeenteraad. In 1842 werd hij tot provinciaal raadslid verkozen met 258 stemmen en op 25 mei 1846 werd hij herkozen.
Op 8 juni 1847 werd hij als volksvertegenwoordiger voor het arrondissement Aalst verkozen, op 13 juni 1848 herkozen, maar De Ruddere vervangen op 8 juni 1852
Op 12 juni 1866 werd hij andermaal tot kamerlid verkozen in vervanging van De Vroede. Hij bleef dit tot 14 juni 1870 toen hij werd vervangen door M. Boucqueau.
Hij stond bekend als een alleenstaande personaliteit. Zijn verdiensten werden niet bijzonder hoog aangeslagen, hij bezat vooral een administratieve kennis.
Hij was bestuurder-aandeelhouder van de maatschappij van Jurbise en van het Denderdal.
Hij hield zich in de Kamer vooral bezig met problemen met industrie en handel. Op dit gebied was hij een man van talent.
Hij behoorde tot de Liberale partij, maakte deel uit van de Liberale Associatie te Aalst.

Bron: DE RIDDER-DE SADELEER, ‘Verkiezingen en verkozenen in het Arrondissement Aalst 1831-1878’, 1968

[stranger]

Bruneau woonde, indien ik mij goed herinner, in het imposante herenhuis op het Keizersplein nr 33.

[stephane]

Klopt, hij kocht het pand op 1 april 1832 en verkocht het op 22 oktober 1853.

stephane

[mmarc]

In het boek "Het verhaal van de Keizer" van Stephane De Pauw staat het volgende vermeld over het huis nr 33 :

- gebouwd vanaf 1804 door Michiel De Ruddere
- later bewoond door de familie Livinius D'Hamer
- in 1840 bewoond door ridder Schellekens

Betekent dit dat Benoit Bruneau eigenaar was in de vemelde periode maar het niet zelf bewoonde ?

[stephane]

in 2023 mocht ik het verhaal van deze woning voor de huidige eigenaar verfijnen:

alle eigenaars van huisnummer 33:

Bouwheer 1793 Jean Joseph Michel De Ruddere
29 februari 1816 Jean Colette D’Hamer
Verhuurd tussen 1830-1832 Boutez-De Witte
1 april 1832 Adrien Benoit Bruneau
22 oktober 1853 Schellekens-Jelie
Verhuurd tussen 1895-1901 Vander Smissen
Verhuurd tussen 1901-1912 De Bethune
31 mei 1912 Nationale Bank van België
17 april 1920 Jeanne Stichelmans
6 mei 1922 De Wolf-De Naeyer
6 juni 1951 Steyaert-Mulier
19 november 2019 Alostum Invest

Stephane

[Alostum]

Hij woonde op het einde van zijn leven in Ukkel in het kasteel Boetendael. Mogelijk was hij in 1875 de bouwheer van dit kasteel.



Bron: bibliotheek R.U.G.