SMI historiek

Moderators: Alostum, david, janlouies

Gebruikersavatar
Alostum
Site Admin
Berichten: 13016
Lid geworden op: 14 Mei 2014, 15:27
Locatie: Aalst

SMI historiek

Berichtdoor Alostum » 03 Jun 2014, 22:22

Geplaatst: 30 Jan 2014 07:32 am
stephane schreef:De volledige geschiedenis:

Begin en eerste schoolstrijd (1879-1914)


De 1ste schoolstrijd om de ziel van het kind werd op het scherp van de snee uitgevochten. De vrijzinnige regering Frère-Orban (1879-84) wou de invloed van de Kerk op de maatschappij verminderen en de zgn. ongelukswet (1879) van onderwijsminister P. Van Humbeeck wou het onderwijs volledig onder staatstoezicht brengen. De katholieke zuil mobiliseerde massaal en de bisschoppen stonden erop dat er in elke parochie een katholieke lagere school was. In de context van deze Kulturkampf is ook het ontstaan van het SMI te situeren. Z.E.H. Carolus De Blieck, deken van Aalst van 1851 tot 1889, zorgde ervoor dat er tussen 1879 en 1881 maar liefst 6 nieuwe katholieke lagere scholen en 4 kleuterscholen werden toegevoegd aan het katholieke net. Met de financiële steun van baron Paul De Bethune en onder invloed van de plotse sluiting (sept. 1880) van de school van de Broeders der Christelijke Scholen op het Keizerlijk Plein, werd er een bisschoppelijk college opgericht in oktober 1881: het SMI. Pas in 1883 belandde het SMI op zijn huidige locatie aan het Esplanadeplein, de vroegere “Koolenmerkt”. Goed begonnen is half gewonnen, maar het SMI werd met sluiting bedreigd nog voor zijn eerste 10-jarig jubileum. In april 1890 was Mgr. Stillemans, bisschop van Gent van 1889 tot 1916, bereid om het St.-Livinusgesticht van de Broeders der Christelijke Scholen opnieuw te laten starten en het bisschoppelijk college, het SMI dus, te sluiten !!! Groot protest in het Klein College natuurlijk, maar hoe was het zo ver kunnen komen? Misschien hadden de priester-leraars uit het bisschoppelijk college zich te weinig ingezet om de acties van priester Daens af te keuren, zoals de bisschop had (voor) gedaan. Terwijl het Jezuïetencollege zich resoluut keerde tegen zijn briljante oud-leerling, was de houding van het SMI niet uitgesproken pro of contra. Vanaf 1905 werden door het SMI geen bestellingen meer gedaan bij de familie Daens. In oktober 1894 was er in de feestzaal een kiesmeeting waarin Ch. Woeste, de gezworen tegenstander van priester Daens, het woord voerde en in 1906 werd Woeste uitgenodigd als feestredenaar bij de viering van het 25-jarig bestaan van het SMI.


Wereldoorlog één en de vervlaamsing (1914-1931)

Korte tijd later werd het SMI opnieuw bedreigd: in het begin van WO I werd ook het SMI getroffen door het Duits bombardement op Aalst van 26 en 27 september. Een eerste bom viel in het salon van het priesterhuis, een tweede in de feestzaal en een derde op de muur van de tuin. Vrij vlug na de Duitse inval werden belangrijke Duitse administratieve diensten zoals de Kommandantur, het Meldebüro en het Passbüro in het woonhuis van de priesters ondergebracht. Gelukkig konden de lessen nog vrij vlot doorgaan. In oktober-november 1917 werd de school volledig opgeëist om Duitse piloten en een drukkerij in onder te brengen. Dit betekende voor de leerlingen echter geen technische werkloosheid, in tegendeel: ze werden opgevorderd door de directie om de inboedel van de klassen te verhuizen naar onderkomens verspreid over de stad om daar verder les te kunnen volgen.

Een andere “heroïsche” periode speelde zich af tijdens het interbellum: de Vlaamse ontvoogdingsstrijd. Hoewel de taalwet op het Middelbaar Onderwijs pas in 1932 werd goedgekeurd, begon de vervlaamsing in het SMI reeds vroeger.
Onder invloed van de toenmalige superior Frans Poelaert, was dit vernederlandsingsproces reeds in 1919 ingezet. Dat neemt echter niet weg dat in 1929 nog steeds meerdere vakken (o.a. algebra, handelscorrespondentie, handelswetenschappen en Frans) uitsluitend in het Frans werden onderwezen. Bovendien moesten de leerlingen der middelbare klassen Frans spreken gedurende de morgen- en namiddagspeeltijd. Betrapte leerlingen kregen als straf 2 bladzijden Franse tekst en een geldboete (!!!) variërend van 10 cent in 1918 tot 25 cent in 1925. Anderzijds liet superior Poelaert vanaf 1920 bij officiële plechtigheden naast de Belgische tricolore ook de Vlaamse Leeuw wapperen. Aalsterse verfranste belgicisten spraken er in 1928 schande over “dat een bisschoppelijk onderwijsgesticht op dagen der plechtige processiën met het vaandel der separatisten (!) bevlagd wierd”. Later zou hij op de blaren moeten zitten voor zoveel Vlaams engagement.

Jaren ‘30 en Wereldoorlog II (1931-1945)

Superior Poelaert (1915-33) had er tijdens het interbellum voor gezorgd dat het ”Klein College” een beetje minder klein was geworden. Een toename van het aantal jaren (4de en 5de middelbaar), het aantal leerlingen (410 in 1913, 700 in 1918, 915 in 1933 – telkens basisschool en humaniora samen) en dus ook het aantal klaslokalen (+ 16) was de grote constante. Een groot superior dus, mede door de grote sommen geld die geïnvesteerd of uitgegeven waren.
En toch werd deze briljante geest in 1933 weggepromoveerd tot pastoor van Denderleeuw.
De verklaring hiervoor zou te vinden zijn in diens vervlaamsing van het SMI. Dit was blijkbaar in het verkeerde keelgat geschoten van invloedrijke francofiele kringen. Maar waarom wachtte men dan tot 1933 om hem weg te werken?

In 1937 werd de St-Maarten KSA-bond opgericht. Deze bestaat nog steeds.

WO II : In 1940 voltrok zich ongeveer een identiek scenario als in WO I: het SMI werd door de Duitsers opnieuw opgeeist als Orts- en Kreiskommandantur. Aan de witte poort werd zelfs een bunker opgetrokken ter bescherming van deze strategische post.
Sommige priester-leraars lieten zich daardoor niet weerhouden om te sympathiseren met het Verzet. Enkele flamingante onderwijzers deden hetzelfde, maar dan met de bezetter. Het zou hen zuur opbreken. De Duitse aanwezigheid was o.a. te merken aan de Duitse camions die op de speelplaats geparkeerd stonden onder de galerij. Sommige leerlingen waren zo roekeloos dapper een poging te ondernemen de banden van die voertuigen plat te zetten. Ze kwamen er vanaf met enkele schoppen onder hun dierbaar achterste.
Ook superior Verbraeken (1938-‘50) kwam er nog vrij goed van af toen hij weigerde de lijst met oudste leerlingen aan de Duitse bezetter te overhandigen (met het oog op de verplichte tewerkstelling). Hij werd in augustus ’44 gevangen gezet, maar gelukkig gebeurde de bevrijding van Vlaanderen begin september.
Een vijftal SMI-onderwijzers kwamen er minder goed van af ten gevolge de repressie. Sommige werden zelfs van de speelplaats geplukt door het gewapend verzet en overgebracht naar de Pupillenschool (op de Graanmarkt) in afwachting van hun proces. Onderwijzer Herman De Vos werd na zijn vrijlating door de procureur van Dendermonde (door een fanatieke vleugel van het verzet) uit zijn huis meegenomen en ’s anderendaags dood aangetroffen, doorzeefd met kogels. De anderen wachtte ontslag of nog een lange administratieve lijdensweg tengevolge de epuratie.

Tweede schoolstrijd (1945-1958)

De oud-leerlingenbond werd in 1947 heropgericht en in dit geval was tweede keer goede keer.

Van de Koningskwestie zijn niet veel sporen terug te vinden. Maar mogelijks waren er ook SMI-leerlingen bij de katholieke studenten die de partijlokalen van BSP en KP bekogeld en bedreigd hadden, zoals B. Van Hoorick in zijn autobiografie beschrijft.

Na WO-II ging het leerlingenaantal terug in stijgende lijn met het gekende gevolg: opnieuw een bouwdossier. Het klein college werd nu echt groot want er was een hogere cyclus en een Latijn-wiskunde afdeling (1950) bijgekomen. In 1956 waren er meer dan 1500 leerlingen.

In de 2de schoolstrijd (1954-‘58) liet het SMI zich niet onbetuigd: superior De Keersmaecker (1953-‘57 ) ontpopte zich tot een veelgevraagde en vlijmscherpe spreker op vele infovergaderingen. In het (oud)leerlingenblad Kontakt werden ettelijke bladzijden besteed aan de zgn. wet Collard (’55). Bovendien zitten in het SMI-archief nog tientallen strooibriefjes die in woord en beeld de verderfelijke politiek van de onderwijsminister op de korrel namen. Hoogstwaarschijnlijk werden die dus “en masse” uitgedeeld aan de leerlingen, evenals de petitie gericht aan de koning en de omslagen voor een bijdrage.
Een ander gevolg van de schoolpolitiek van de toenmalige paarse regering Van Acker was de oprichting van een SMI-filiaal in Lede en het verschijnen van steeds meer leken-leraars (27 in 1960).

bron: http://www.smi-aalst.be

stephane
De wereld gaat door, de tijd gaat voorbij, mensen gaan weg en soms keren ze niet meer terug en blijven alleen nog foto's achter. Robert Frank (1924-2019)

Terug naar “Scholen en onderwijzers”

Wie is er online

Gebruikers op dit forum: Geen geregistreerde gebruikers en 9 gasten

Advertentie