CH!PKA verbeteringen en aanvullingen

[Alostum]

Verbeteringen en aanvullingen op het artikel verschenen in het laatste stadsmagazine CH!PKA naar aanleiding van 11 november.





Ondertussen reeds 2734 dossiers en 1360 foto's

Volgens Jos Ghysens’ “Geschiedenis van de straten van Aalst“ werd er met het verhogen van de spoorweg al begonnen in 1908. Was de spoorwegbrug al in hetzelfde jaar klaar of pas in 1910 ?

Al in februari 1915 werd er begonnen met de bouw van een nieuwe spoorwegbrug ter vervanging van de op 14 september 1914 gedynamiteerde brug. De nieuwe brug werd op haar beurt in mei 1940 gedynamiteerd en in 1941 werd er een nieuwe gebouwd.





Mijn overgrootmoeder was Maria Leopoldina Verbeeren (° Aalst 30/03/1884 - † Aalst 13/03/1973). Het was haar broer Jacques Arthur (° Aalst 06/01/1888 - † Aalst 09/07/1969) die ze regelmatig ontmoette in café “Tiger” uitgebaat door een zekere Goossens, zoon van haar schoonzus.

“De Teppentrekker” was de naam die de Aalstenaars gaven aan de pechvogel die bij de loting om al dan niet soldaat te moeten worden het laagste nummer trok. De overheid bepaalde hoeveel soldaten een stad of gemeente moest leveren. Stel nu dat Aalst 100 soldaten moest leveren en dat er zich 33 vrijwilligers aanboden, dan moesten er nog 67 lotelingen dienst doen. Het laagste nummer was dan 34 en wie dit nummer trok was “De Teppentrekker”. Al wie een getal hoger dan 100 trok was vrijgesteld.
Het waren dienstplichtigen waar men van sprak en geen opgeëisten.
Egidius Meersman (niet De Meersman) was in dit geval, hij trok in 1909 (tevens de allerlaatste loting, het systeem werd in 1909 afgeschaft) het laagste nummer 47. Hij sneuvelde op 06/08/1914 in Ougrée. Ere wie ere toekomt … het was Frans Kieckens die me attent maakte op dit verhaal.

[walter]

Nog wat kleine aanvullingen bij de gegevens over de spoorwegbrug in het overigens interessant interview.
De werken aan het station met de bedoeling de sporen bovengronds +1 te brengen werden op ministrieel niveau goedgekeurd midden 1906. De kosten van de werken werden op 2.100.000 fr. begroot. De werken werden blijkbaar eind 1906 / begin 1907 aanbesteed en in de tweede helft van 1907 opgestart.
In februari 1908 is er nog een parlementaire vraag om de werken vlugger te laten verlopen. Ik vermoed dat het belangrijkste deel van de werken eind 1908 achter de rug waren.

Op 12 september 1914 mislukte een eerste poging om de spoorwegbrug te dynamiteren. Omdat er stormweer was diende men te wachten tot 14 september om een tweede poging te wagen en ondanks verzet van Aalsterse politieke verantwoordelijken werd de brug grondig vernield.
In ons boek "Duitse oorlogsgruwel in Aalst" staan verschillende foto's van deze vernieling.

Op 5 november om half twaalf 's nachts stortte de zwaar beschadigde brug met veel gedruis in het Denderwater.
De Duitsers hebben niet gewacht tot februari 1915 om de brug te herstellen. In een reeks betrouwbare losse notities van Pieter Daens uit deze periode staan een tiental verwijzingen naar de herstelling van de brug. In een nog te verschijnen artikel over Pieter Daens en WOI zal ik die in detail weergeven.
De Duitsers moeten zowat onmiddellijk in hoog tempo begonnen zijn met het herstel van de brug.
Er werd ook op zondag en 's avonds zelfs met kunstlicht gewerkt.
Op 9 december wapperde de Duitse vlag op de brug en waren de werken reeds zover gevorderd dat men proeven deed. Eerst reeds er een lokomotief over en daarna testte een trein met wagon de stabiliteit van de herstelde brug. Deze datum en test wordt ook vermeld in het onuitgegeven dagboek van Tilla Borreman.