Karel Frans Van Balen, schrijnwerker, ° Aalst 06/01/1871, echtgenoot van Maria Minot, Drie Sleutelstraat 42, vader van 5 kinderen. Terwijl op 27 september 1914 de Duitsers de Drie Sleutelstraat afbrandden, had Van Balen een schuilplaats gezocht met vrouw en kinderen in de kelder van de woning van Charles Louis Saeys. Hij werd aldaar door de soldaten uitgehaald, poogde over de straat op het veld te vluchten, doch bleef met de kous in de afsluiting van pindraad hangen. Dit ziende liepen de Duitsers naar hem toe met gevelde bajonet en onder de ogen van zijn kinderen Louis en Jozef werd de ongelukkige zo ijselijk doorstoken dat de ingewanden uit zijn lichaam hingen. Hij werd op de koer van zijn woning begraven.
· Jozef Van Balen, zoon van Karel Frans, ° Aalst 18/03/1900, schrijnwerker, Drie Sleutelstraat 42, verklaarde:
“Wij werden uit de kelder van Saeys gehaald. De Duitsers sleurden vader buiten, hij poogde te vluchten, doch bleef hangen in de pindraad. Wij ijlden hem achterna om hem los te maken, maar de soldaten rukten ons weg. Alsdan begonnen zij vader met de kolven van hun geweren zo onbarmhartig te slaan, dat hij een akelige gil slaakte, vervolgens rukten men hem met de bajonet de darmen uit het lichaam. Ik heb gezien dat naast vader een ander slachtoffer lag, die nog leefde, Egidius Geeroms, een persoon, die thans nog op de vlucht is.”
· Louis Van Balen, zoon van Karel Frans, smid, ° Aalst 14/08/1901, Drie Sleutelstraat 42, verklaarde:
“Op 27 september 1914 waren wij al te samen in de kelder van Saeys gevlucht, wij werden er uit gehaald door Duitse soldaten, deze sleurden vader buiten. Vader die hen trachtte te ontvluchten bleef ongelukkig in een pindraad haperen. Toen wij hem poogden los te maken rukten de Duitsers ons weg en ze vermoorden vader onder onze ogen met kolfslagen en bajonetsteken.”
· Louis Van Balen, 39 jaar oud, schrijnwerker, Geraardsbergsestraat 71, verklaarde:
“Op 28 september 1914, ’s morgens tussen 6 à 7 uur heb ik het lijk van mijn broer Karel gevonden, in de keuken van zijn woning. Ik heb dan vastgesteld dat hij vier bajonetsteken in de borst ontvangen had en dat een arm afgerukt was, het gelaat was ijselijk misvormd, de ogen puilden uit hun holten. Ter plaats waar de onschuldige vermoord werd, vond ik zijn klak en een hoed toebehorende aan Emiel Van de Meerssche.”
Bronnen:
VAN NUFFEL, PETRUS, Gedenkboek der Aalstersche Burgerlijke Slachtoffers
MEERT, DIRK, Aalst 1914-1918. Het leven in een stad onder Duitse bezetting, Aalst, 2013
S.A.A. – PV’s door de adjunct-commissarissen Van Nuffel en Gits opgemaakt