Aalsterse burgerlijke slachtoffers 1914-1918

[Alostum]

Robert Cornelius Marinx, ° Aalst 18/08/1892, Oude Dendermondsesteenweg 137. Werd uit zijn woning gehaald door de Duitsers op 27 september 1914 en naar de Geldhofstraat gedreven en daar gefusilleerd en doorstoken met de bajonet.
· Petrus De Bruyn, ° Aalst 17/08/1876, Oude Dendermondsesteenweg 179, verklaarde:
“Op 27 september 1914 in de voormiddag heb ik aan het “Geldhof” (gehucht Mijlbeke) gezien dat Duitse soldaten negen personen omverschoten. Onder de slachtoffers heb ik herkend: Frans Van Geert, Jan Baptist Van Nieuwenhove, Xaverius Van den Driessche, René Jozef Pyck en Robert Cornelius Marinx. Er waren slechts twee soldaten die schoten, een derde maakte de slachtoffers af met zijn bajonet. De andere soldaten zaten intussen op het “Geldhof”
· Nathalia Felix, ° Aalst 23/10/1893, echtgenote van Robert Cornelius Marinx, huishoudster, Oude Dendermondsesteenweg 145, verklaarde:
“Op 27 september 1914 werd mijn man Robert Cornelius Marinx uit onze woning gehaald. De Duitsers dreven hem naar de Geldhofstraat, waar hij laffelijk vermoord werd.”
· Jeanette Uyttersprot, ° Aalst 19/03/1901, Oude Dendermondsesteenweg 137, bevestigde voorgaande verklaring.
· Maria Van Cauwenbergh, ° Aalst, Geldhofstraat 39, verklaarde:
“Op 27 september 1914 heb ik in de nabijheid van het “Geldhof” het lijk zien liggen van Robert Cornelius Marinx. Een arm was met een bajonet afgerukt.”
· Camiel Richard Vanhoutte, ° Oostrozebeke 09/09/1888, bediende, Ledebaan 102, verklaarde:
“Op 27 september 1914 rond 8.40 à 8.50 uur ’s morgens bevond ik mij in de Drie Sleutelstraat. Vandaar heb ik gezien dat Marinx door twee geweerschoten gedood werd.”

Bronnen:
VAN NUFFEL, PETRUS, Gedenkboek der Aalstersche Burgerlijke Slachtoffers
MEERT, DIRK, Aalst 1914-1918. Het leven in een stad onder Duitse bezetting, Aalst, 2013
S.A.A. – PV’s door de adjunct-commissarissen Van Nuffel en Gits opgemaakt

[Alostum]

Frans Matthieu, ° Aalst 24/10/1878, Bredestraat 7. Op 27 september 1914 werd hij door de Duitsers uit zijn huis gedreven. In de Geldhofstraat gestoken. Overgebracht naar het hospitaal van Lede waar hij op 28 september 1914 tussen 5 à 6 uur overleden is.
· Malvina Lefèvre, ° Aalst 26/06/1876, weduwe van Frans Matthieu, huishoudster, Bredestraat 7, verklaarde:
“Op zondag 27 september 1914 tussen 9 à 10 uur ’s morgens werd mijn echtgenoot Frans Matthieu door Duitse soldaten uit mijn woning gehaald. Mijn dochtertje Maria liep haar vader schreiend achterna, doch een soldaat bracht haar een geweldige kaakslag toe. Ik heb mijn echtgenoot niet meer terug gezien.”
· Eugenie Keppens, ° Aalst 09/12/1872, echtgenote van Louis Commerman, huishoudster, Geldhofstraat 17, verklaarde:
“Op 27 september 1914 in de voormiddag bevond ik mij in mijn huis. Ik hoorde schieten, doch ik durfde niet buiten komen. Wanneer het gerucht ophield, ben ik gaan zien. In de nabijheid van het “Geldhof” in een veld lagen negen doden en twee gekwetsten. Ik vond Frans Matthieu die nog leefde. Hij was gestoken in de zijde en onder de knie. Wij hebben de ongelukkige opgenomen en verstoken in de woning van Emelie Van der Maele, waar dokter Hoorens hem is komen verzorgen.”
· Victorine Fransaert, ° Moorsel 18/01/1862, echtgenote Philemon Brulin, huishoudster, Jan Jeliestraat 9, bevestigde vorige verklaringen.

Bronnen:
VAN NUFFEL, PETRUS, Gedenkboek der Aalstersche Burgerlijke Slachtoffers
MEERT, DIRK, Aalst 1914-1918. Het leven in een stad onder Duitse bezetting, Aalst, 2013
S.A.A. – PV’s door de adjunct-commissarissen Van Nuffel en Gits opgemaakt

[Alostum]

Philemon Matthieu, ° Aalst 24/10/1895 - † Aalst 01/01/1918, fabriekwerker, Spinnerstraat 10;
· Opgeëist op 16/10/1916 op bevel van de Kommandantur, door Luitenant Forck.
· Werd ingelijfd in het Z.A.B. 19 en 16, 1e Compagnie n° 218 als spoorwegarbeider.
· Verbleef in Le Cateau, Wassigny en Macquigny.
· Zijn moeder, Maria Franck, verklaarde op 16/07/1919:
"Philemon heeft een jaar en 12 dagen gewerkt aan 30 pfenningen per dag. Hij is einde october 1917 naar huis gezonden in ziekenlijken toestand en na veel geleden te hebben overleden te Aalst den 1 januari 1918. Hij heeft veel slagen en vele mishandelingen ondergaan, daar hij ziek zijnde niet kon werken en ze hem verplichtten te werken niettegenstaande zijn ziekenlijken toestand. Spijtig dat ik de mishandelaars niet kan noemen. Hij heeft ook veel geleden aan honger en koude. Door de mishandelingen, ontberingen, honger en koude heeft hij eene tuberculose ziekte opgedaan."
· Voorschot van 150 fr op 09/03/1920.

Bronnen:
VAN NUFFEL, PETRUS, Gedenkboek der Aalstersche Burgerlijke Slachtoffers
MEERT, DIRK, Aalst 1914-1918. Aalstenaars als slaven weggevoerd, Aalst, 2013
S.A.A. - Dossiers, formulieren en registers van de Bond der Opgeëisten
K.L.M. - Fonds Moskou dozen 3388, 3376

[Alostum]

Jan Baptista Meert, ° Aalst 19/06/1887 - † Labry 01/02/1917, katoenbewerker, Hoveniersstraat 89;
· Opgeëist op 09/11/1916 op bevel van de Kommandantur, door Luitenant Forck.
· Werd ingelijfd in het Z.A.B. 28, 4e Compagnie n° 453 als grondwerker.
· Verbleef in Waville.
· Zijn echtgenote, Catharina Wauters, verklaarde op 15/07/1919:
"Ik kan niet zeggen of hij gewerkt of iets gewonnen heeft, doch mag met zekerheid verklaren dat hij nooit vrijwillig geteekend heeft. Ik kan niet juist bepalen welke mishandelingen hij heeft ondergaan, doch volgens men mij verzekerd heeft hij slagen en mishandelingen opgeloopen zooals de anderen. Als mijn echtgenoot vertrokken is was hij in de beste gezondheid, zelfs was hij nooit ziek geweest, maar door de mishandelingen, ontberingen, het harde werk, de honger en surtout de koude werd hij aangetast door longerziekte en overleed in het hospitaal te Labry den 1 februari 1917 na 2½ maanden ballingschap. Ik kan maar niet gelooven hoe het mogelijk is dat zulks een sterke en kloeke manskerel op zoo’n korten tijd overleden is. Van de kleederen of persoonlijke eigendom die hij bezat heb ik nooit iets terug gekregen."
· Voorschot van 150 fr op 06/03/1920.

Bronnen:
VAN NUFFEL, PETRUS, Gedenkboek der Aalstersche Burgerlijke Slachtoffers
MEERT, DIRK, Aalst 1914-1918. Aalstenaars als slaven weggevoerd, Aalst, 2013
S.A.A. - Dossiers, formulieren en registers van de Bond der Opgeëisten
K.L.M. - Fonds Moskou dozen 3388, 3376

[Alostum]

Gustaaf Mergan, ° Aalst 06/12/1896 - † Sedan 12/10/1918, landbouwer, Binnenstraat 150;
· Werd ingelijfd in het Z.A.B. 2, n° 5263 als grondwerker.
· Opgeëist op 01/09/1918 op bevel van de Kommandantur, door Oberleutnant Sanguinetto. Werd ingelijfd in het Z.A.B. 2, n° 5263 als grondwerker.
· Verbleef in Gent en Sedan.
· Zijn schoonbroer, De Sadeleer Alfons, verklaarde op 15/07/1919:
"Gustaaf heeft 6 weken in het Centraal prison van Gent verbleven en is dan naar Sedan gestuurd en na er 12 dagen verbleven te hebben overleden. Hij heeft 12 dagen gewerkt aan 30 pfenningen, doch heeft niets gekregen. Hij is overleden te Sedan den 12 oktober 1918 om 2 uren ’s morgens in ’t Lazareth Citadelle. Ik kan niet zeggen of hij daar mishandeld geweest is. Gustaaf had een briefje van het Arbeidsambt gekregen om te gaan werken naar ’t front en daar hij die oproep niet beantwoordde, wierd hij aangehouden en in ballingschap vervoerd. Mijns dunken moet hij van schrik en van verdriet gestorven zijn."
· Werd begraven op het kerkhof van de H.Karolus te Sedan, graf nr. 578.

Bronnen:
VAN NUFFEL, PETRUS, Gedenkboek der Aalstersche Burgerlijke Slachtoffers
MEERT, DIRK, Aalst 1914-1918. Aalstenaars als slaven weggevoerd, Aalst, 2013
S.A.A. - Dossiers, formulieren en registers van de Bond der Opgeëisten
K.L.M. - Fonds Moskou dozen 3388, 3376

[Alostum]

Bron:
VAN NUFFEL, PETRUS, Gedenkboek der Aalstersche Burgerlijke Slachtoffers

[Alostum]

Jan Baptist Meuleman, ° Impe 21/02/1883 - † Waville 05/03/1917, werkman, Withuisstraat 18;
· Opgeëist op 09/11/1916 op bevel van de Kommandantur, door Luitenant Forck.
· Werd ingelijfd in het Z.A.B. 28, 4e Compagnie n° 200 als grondwerker.
· Verbleef in Waville.
· Zijn echtgenote, Petit Josephine, verklaarde op 02/07/1919:
"Hij heeft gedurende 4 maanden gearbeid aan ’t leggen van banen aan 30 pfenningen daags. Hij is niet ontvlucht. Hij overleed in het hospitaal van Waville den 5-3-1917. Het gebrek en de mishandelingen zijn de oorzaak zijner dood. Laat een weduwe achter met twee kleine kinderen, 9 en 3 jaren oud."
· Voorschot van 150 fr op 04/03/1920.

Bronnen:
VAN NUFFEL, PETRUS, Gedenkboek der Aalstersche Burgerlijke Slachtoffers
MEERT, DIRK, Aalst 1914-1918. Aalstenaars als slaven weggevoerd, Aalst, 2013
S.A.A. - Dossiers, formulieren en registers van de Bond der Opgeëisten
K.L.M. - Fonds Moskou dozen 3388, 3376

[Alostum]

Alfred Muylaert, ° Aalst 30/01/1898 - † Aalst 12/11/1918 , stofbewerker, Binnenstraat 170;
· Opgeëist op 16/10/1916 op bevel van de Kommandantur, door Luitenant Forck.
· Werd ingelijfd in het Z.A.B. 19 en 16, 1e Compagnie n° 220 als spoorwegarbeider.
· Verbleef in Le Cateau, Ors, Macquigny en Hirson.
· Zijn vader verklaarde op 15/07/1919:
"Alfred heeft 17½ maanden gewerkt aan 30 pfenningen per dag en om te verbeteren van kost en werk heeft hij vrijwillig 14 dagen gewerkt doch won maar 3 m 50 pf per dag. Den 3 augustus 1918 is hij ziek naar huis gebracht na 4 maanden in het hospitaal te Hirson geweest te hebben. Volgens zijne verklaringen heeft hij veel slagen en mishandelingen opgeloopen, doch wij kunnen niet zeggen door wie, ook heeft hij veel honger en koude geleden. Door ontberingen en slechte verzorging heeft hij een longerziekte opgedaan, daardoor werd hij onbekwaam tot werken en is hij in doodziekelijken toestand naar huis gebracht. Na thuis nog 14 weken plat te bed gelegen te hebben en verzorgd te zijn geweest door Dr. Hertecant en Bolle niettegenstaande dat wij hem goed verzorgden is hij te Aalst overleden den 12 november 1918 door longerontsteking."
· Voorschot van 150 fr op 06/03/1920, ontving 1050 fr schadevergoeding op 21/03/1925.

Bronnen:
VAN NUFFEL, PETRUS, Gedenkboek der Aalstersche Burgerlijke Slachtoffers
MEERT, DIRK, Aalst 1914-1918. Aalstenaars als slaven weggevoerd, Aalst, 2013
S.A.A. - Dossiers, formulieren en registers van de Bond der Opgeëisten
K.L.M. - Fonds Moskou dozen 3388, 3376

[Alostum]

Benoit Oosterlinck , ° Aalst 14/03/1883, Denderstraat 13. Hij lag op 27 september 1914 in het hospitaal voor een heelkundige behandeling. De gebouwen van het hospitaal werden door de Duitsers beschoten en hij vluchtte tot bij zijn schoonbroer Jozef Gillade, enkele stappen van daar. Een bom trof hem en hij werd de linker arm afgerukt. Ten gevolge daarvan stierf hij te Gent op 7 oktober 1914.
· Celina De Coninck, ° Aalst 16/02/1885, weduwe van Benoit Oosterlinck, huishoudster, Denderstraat 13, verklaarde:
“Mijn echtgenoot was acht dagen vóór de beschieting van Aalst naar het hospitaal gegaan voor een operatie aan het oor. Onder het bombardement moesten al de zieken vluchten, hij zocht een onderkomen bij Jozef Gillade, Schutterstraat 4, door een bom getroffen in dat huis, stierf hij ten gevolgen daarvan te Gent op 7 oktober 1914.”
· Jozef Gillade, twijnder, ° Aalst 24/09/1876, twijnder, Schutter-straat 4, verklaarde:
“Op 27 september 1914 was mijn schoonbroeders Benoit Oosterlinck uit het hospitaal gevlucht en had zich bij mij te bed gelegd. Vijf minuten later, rond half elf ’s morgens, vielen er drie bommen op mijn huis. Benoit werd door een bom getroffen en de linkerarm afgerukt. Wij zijn met hem gevlucht naar een kelder van de mouterij Hermans vandaar is hij gedragen naar de Pupillenschool en naar het hospitaal van Wetteren werd zijn arm afgezet. Overgebracht naar het hospitaal van Gent overleed hij er op 7 oktober 1914.”
· Jan Gillade, ° Aalst 27/08/1900, zoon van Jozef en Philomena Oosterlinck, haarkapper, Schutterstraat 4, bevestigde de vorige verklaring.

Bronnen:
VAN NUFFEL, PETRUS, Gedenkboek der Aalstersche Burgerlijke Slachtoffers
MEERT, DIRK, Aalst 1914-1918. Het leven in een stad onder Duitse bezetting, Aalst, 2013
S.A.A. – PV’s door de adjunct-commissarissen Van Nuffel en Gits opgemaakt

[Alostum]

Philemon Parewyck, ° Aalst 13/12/1897 - † Bertry 27/08/1917, houtbewerker, Ajuinstraat 55;
· Opgeëist op 16/10/1916 op bevel van de Kommandantur, door Luitenant Forck.
· Werd ingelijfd in het Z.A.B. 19, 1e Compagnie n° 249 als spoorwegarbeider.
· Verbleef in Le Cateau, Ors en Bertry.
· Zijn vader, Camiel, verklaarde op 18/07/1919:
"Volgens ik heb hooren zeggen heeft hij veel slagen bekomen, doch ik kan de daders niet noemen. Hij heeft ook veel geleden aan honger en koude. Als hij thuis opgeëischt is en alvorens te vertrekken is hij nog nooit ziek geweest. Toen hij te Berthry gestorven is en begraven den 27 augustus 1917 om 3 uren namiddag, hebben ze mij laten weten dat dit was tengevolge van een hartziekte. Volgens zijne kameraden mij zeggen heeft hij die ziekte opgedaan binst zijne ballingschap."
· Voorschot van 150 fr op 05/03/1920.

Bronnen:
VAN NUFFEL, PETRUS, Gedenkboek der Aalstersche Burgerlijke Slachtoffers
MEERT, DIRK, Aalst 1914-1918. Aalstenaars als slaven weggevoerd, Aalst, 2013
S.A.A. - Dossiers, formulieren en registers van de Bond der Opgeëisten
K.L.M. - Fonds Moskou dozen 3388, 3376