stephane schreef:Triphon De Smet - interbellumstadsbouwmeester - (Temse 1877 - Aalst 1943)
Op 12 november 1877 werd Johannes Triphon De Smet, ook wel Triphon-Jan of zoals hij zelf verkoos Triphon, te Temse geboren uit het huwelijk tussen Lodewijk Jan De Smet en Maria Amelberga Verdickt. Samen met zijn twee zussen, Charlotte (1875-1948) en Victoire (1880-1965), en zijn twee broers, Albert (1879-1962) en Jerome, bracht hij het grootste deel van zijn jeugd door in het dorp aan de Schelde.
De aanvang van zijn studies Bouwkunst aan de Koninklijke Academie voor Schone Kunsten van Antwerpen vond plaats in het schooljaar 1898-1899 en dit was meteen ook de eerste inschrijving van De Smet in de academie. Samen met vier andere studenten, sommige waren ook al in eerdere jaren ingeschreven, waaronder een naamgenoot - Victor De Smet uit Aalst - volgden zij de lessen in de werkplaats van Léonard Blomme.
Tijdens de twee volgende schooljaren 1899-1900 en 1900-1901 is geen inschrijving van Triphon De Smet terug te vinden hoewel hij de opleiding wel moet verder gevolgd hebben, want in het schooljaar 1901-1902 duikt zijn naam opnieuw op in de werkplaats van Blomme en wordt hij aangeduid als een vierdejaarsstudent. Tegelijk wordt ook de verblijfplaats en de leeftijd van de studenten vermeld, de leeftijd werd bij De Smet niet ingevuld en het adres geeft Groenplaats 7 aan, naar alle waarschijnlijkheid toch wel in Antwerpen.
Met zijn inschrijving voor het „Concours Préparatoire‟ op 11 april 1902 zet Triphon De Smet, samen met een twintigtal medestudenten uit Antwerpen, Brussel, Gent, Luik of Brugge, de eerste stap in het meedingen naar de overwinning in de „Groote Prijskamp voor Bouwkunst 1902‟. Deze jaarlijkse Prijskamp van Rome werd slechts elke vier jaar voor Bouwkunst gehouden en de bekroonde werd gedurende vier jaar een reispensioen uitgekeerd om zijn studies „in den vreemde‟ te gaan vervolmaken.
Aan het behalen van de prijs mochten maar zes personen deelnemen, zodat - aangezien er meestal veel meer gegadigden waren - er eerst een uitgebreid toelatingsexamen en een voorbereidende proef moest afgelegd worden. Het eerste testte de technische en taalkundige onderlegdheid van de kandidaten en het tweede was een schifting, waarbij de kandidaten in één dag een volledig programma dienden te schetsen, om tot de zes beste resultaten te komen die aan de uiteindelijke prijskamp mochten deelnemen.
De voorbereidende proef bestond uit een „academische bouwkunstige samenstelling‟ en een „omtrekteekening naar rondwerk, figuur naar het antiek of naar het leven, volgens de keuze van de jury‟ (sic) en ging door op 12 en 16 mei 1902. De opdracht voor het eerste deel bestond uit het tekenen van een schets voor een „groot eindstation van een belangrijke stad voorafgegaan door een openbaar plein en omgeven met belangrijke straten‟ opgemaakt in een klassieke stijl. Het ontwerp van De Smet voor deze voorbereidende proef kwam op de vijfde plaats, voorafgegaan door ontwerpen van J. Laureys, R. Wasseige, F. Dens, J. Van Hoenacker en gevolgd door het ontwerp van J. De Cuyper.
Dit waren de zes studenten die elkaar beconcurreerden tijdens de definitieve opdracht. Het programma waarvoor ze een ontwerp moesten maken werd omschreven als „Un musée d‟Art Decoratif pour une ville capitale‟ geplaatst in een ruim park en - net als de voorbereidende proef - opnieuw te ontwerpen in een klassieke stijl. De jurering geschiedde door een aantal vooraanstaande architecten zoals onder meer Janlet, Maquet, Bordiau, Licot, Hompus, Vereecken, Van Assche en Lohest, die opmerkelijk genoeg blijkbaar tot een unanieme beslissing kwamen in het toekennen van de „groote‟ (eerste) prijs aan Triphon De Smet. De tweede prijs met een kleinere geldsom aan verbonden, ging naar J. Van Hoenacker uit Kortrijk en J. De Cuyper uit Gent kreeg een eervolle vermelding. Van de ontwerpen van de laureaat voor zowel de voorbereidende proef als de definitieve opdracht werd geen enkel spoor teruggevonden, niet in het archief van de Academie voor Schone Kunsten te Antwerpen en niet in het Algemeen Rijksarchief te Brussel.
Uit briefwisseling en krantenartikels valt op te maken dat het behalen van de eerste prijs in de „Prijs van Rome‟ als een bijna heroïsche prestatie werd aanzien. Het gaf - in het geval van Triphon De Smet - op zondag 7 september aanleiding tot een huldiging en prijsuitreiking op de Academie in de Mutsaertstraat, gevolgd door een plechtige ontvangst op het stadhuis van Antwerpen. Vervolgens ging het gezelschap - bestaande uit familie, professoren, de kolonel van het regiment van De Smet, enz. - scheep om via de rivier naar Temse te varen, waar een plechtige intrede was voorzien. In zijn geboortedorp moet de hele bevolking zijn uitgelopen en werd de „primus‟ in een grote optocht door alle straten gevoerd, waarbij er geregeld werd halt gehouden om redevoeringen van notabelen te aanhoren of geschenken in ontvangst te nemen. Verschillende kranten als de „Gazet van Antwerpen‟, „De Schelde‟ en „L‟Orchestre‟ brachten het nieuws en drukten de teksten van de toespraken en het - speciaal voor de gelegenheid gecomponeerde - lied af.
De erop volgende jaren maakt Triphon De Smet van zijn toelage gebruik om van ca. 1903 tot ca. 1907, exacte data zijn niet bekend, verschillende reizen naar Italië en Frankrijk te maken. In verschillende rapporten bracht hij verslag uit over zijn studie van onder andere de antieke voorbeelden in Rome, maar ook van opmerkelijke gebouwen en stijlen in de rest van Italië, Frankrijk en zelfs Duitsland en Oostenrijk, waarvan vele sleutelposities in de westerse architectuurgeschiedenis bekleden. Zo vermeldt hij in zijn verslag over zijn verblijf in Italië in 1906 de steden Phaestum, Napels, Caserte, Rome, Firenze, Venetië, Wenen, München en Straatsburg, waar hij tijdens zijn bezoek ook schetsen maakte van opmerkelijke en gekende architecturale realisaties. Nog een aantal minder uitvoerige rapporten, gericht aan de Belgische overheid ter verantwoording van zijn uitgaven, zijn bewaard gebleven, zoals een uitgebreide studie over het Forum van Trajanus in Rome. Het vermoedelijk laatste rapport werd gedateerd op 8 januari 1907 en aangezien zijn beurs voor vier jaar toen ongeveer ten einde moet gelopen hebben, is De Smet hoogstwaarschijnlijk in de loop van het jaar teruggekeerd naar België.
Pas in 1908, met een eerste bouwaanvraag te Temse, kunnen zijn activiteiten terug gevolgd worden, vermoedelijk probeerde hij in de omgeving van zijn geboortestreek een zelfstandige praktijk als bouwmeester op te zetten. Dit leverde hem tussen 1910 en 1915 ongeveer een vijftiental projecten in Temse en nog een aantal in Hoboken en Burcht op. Niet meteen een spectaculair aantal waarmee hij vermoedelijk dan ook niet financieel kon rondkomen. Van deze periode is verder tot augustus 1918 enkel bekend dat hij rond 12 oktober 1915 in het huwelijk trad met Agnès Vanderlinden, aangezien op die datum het diner ter gelegenheid van die gebeurtenis gehouden werd. Uit een interview met mevr. Gilberte De Beer, een dochter van de zus van mevr. Triphon De Smet (Agnès Vanderlinden) en een petekind ervan, is bekend dat dit huwelijk kinderloos bleef.
Uiteindelijk duikt het jonge paar op in Aalst, waar Triphon De Smet meedingt naar de positie van stadsbouwmeester. Door het overlijden van dhr. Jules Goethals was deze positie vrijgekomen en net als Victor De Smet - medestudent aan de Academie te Antwerpen en geboren Aalstenaar - diende Triphon een aanvraag tot het bekomen van deze positie in. Na een geheime stemming in de gemeenteraad op 2 augustus 1918 - waar Triphon De Smet twaalf stemmen en Victor vijf behaalde - werd de Temsenaar tot stadsbouwkundige benoemd. Een positie die hij tot 1 mei 1943 zou behouden, toen hij op rust werd gesteld.
Ongeveer gelijktijdig met zijn aanstelling tot stadsbouwmeester begon hij les te geven aan de Academie voor Schone Kunsten van Aalst, hij ging hiermee door tot in 1941. Vanaf 1921 begon hij ook les te geven in het Vrij Technisch Instituut op de Sint-Annalaan te Aalst waar hij vooral in de technische vakken en de beroepspraktijk doceerde, eveneens begon hij toen ook de plannen voor de voorziene uitbreiding van het VTI te ontwerpen.
stephane
bouwmeester Triphon De Smet
Moderators: Alostum, david, janlouies
bouwmeester Triphon De Smet
Geplaatst: 03 Aug 2012 11:10 am
De taak van historici is te herinneren wat anderen vergeten. (Eric Hobsbawm)
Re: bouwmeester Triphon De Smet
Geplaatst: 07 Aug 2012 11:55 am
stephane schreef:Enkele gebouwen en werken van deze bouwmeester:
Een viertal ontwerpen kunnen tot het neoclassicisme worden gerekend, hoewel vaak vrij kleinschalig vertonen ze wel een groot aantal kenmerken ervan. Drie strenge vormen, uit 1924, zijn terug te vinden op de bouwplannen voor twee gesloten en een halfopen bebouwing op de hoek van de Van der Nootstraat met de De Vilanderstraat en ook de verbouwingen op de Gentsestraat te Aalst.
Eén ontwerp is in een duidelijke neorégence stijl opgetrokken, het gaat hier om de realisatie op de hoek van het Burgemeestersplein en de Felix De Hertstraat voor dhr. A. De Kegel
Cottage: Parklaan nr. 21 en een opdracht van dhr. Bosteels voor het oprichten van twee woningen en een portierswoning aan de Erembodegemstraat bij de fabriek van Du Parc
Eenvoudige baksteenarchitectuur: Vlaanderenstraat 7,Langestraat, Windmolenstraat, Caudronstraat, Wellekensstraat...
Art Deco: Esplanadeplein nr. 18, Leo De Bethunelaan nr. 99
Sociale woningbouw: een 400tal woningen!
Industriële en administratieve architectuur: De effectieve nieuwbouw van bedrijfsgebouwen gebeurde enkel in Aalst voor de firma‟s De Coninck-Van den Bossche, De Kegel en de „Samenwerkende Maatschappij de Elektrische Energie‟
Onderwijsinstellingen: lokalen van de Dames van Maria, Koninklijk Atheneum (KAA) en de Centrale Meisjesschool. Van het Vrij Technisch Instituut (VTI) en de kleuterschool in de Kerrebroekstraat, Centrale Jongensschool in de Nieuwbeekstraat,
modernistische zwembad van Willy Valcke, Capucienenlaan...
Religieuze instellingen: het kloosterhuis voor de Zusters Franciscaneressen op het Volksplein en het Klooster van de Arme Klaren op de Sint-Annalaan
Funeraire architectuur: Het grafmonument voor kunstschilder Valerius De Saedeleer
bron: http://lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/001/2 ... 001_AC.pdf
stephane
De taak van historici is te herinneren wat anderen vergeten. (Eric Hobsbawm)
Re: bouwmeester Triphon De Smet
Geplaatst: 07 Aug 2012 08:01 pm
david schreef:Nog een belangrijke van Triphon De Smet op de Pierre Corneliskaai.
Zie oa http://aalstwaarisdetijd.forumup.be/vie ... arisdetijd &
http://www.aalst.tv/article/de-stadswan ... rneliskaai
De taak van historici is te herinneren wat anderen vergeten. (Eric Hobsbawm)
Re: bouwmeester Triphon De Smet
Geplaatst: 07 Aug 2012 08:42 pm
stephane schreef:Nog wat extra info over deze woning kan je hier vinden
http://aalstwaarisdetijd.forumup.be/vie ... arisdetijd
stephane
De taak van historici is te herinneren wat anderen vergeten. (Eric Hobsbawm)
Terug naar “Straten, pleinen, monumenten en gebouwen”
Wie is er online
Gebruikers op dit forum: Geen geregistreerde gebruikers en 1 gast