De eerste volwaardige autosnelweg van ons land kwam er onder invloed van de toeristische en industriële kringen. De verbinding tussen Brussel en Oostende werd reeds in 1931 gezien als een onmisbare link in de verbindingsas als referentieweg met west-oost oriëntatie, dat zou lopen van Calais in Noord-Frankrijk tot diep in Kazachstan, niet ver van de grens met Mongolië en China. Met zijn totale lengte van meer dan 8 000 km, is de E40 tegenwoordig de langste van de Europese wegen.
De oudere steenwegen in Vlaanderen waren totaal verzadigd en dat deze wegen door drukke stadskernen van Aalst, Gent, Eeklo en Brugge liepen, zorgde voor immense verkeersproblemen.
Het verbreden van de steenweg van de kust richting Brussel werd gezien als een onmogelijke realisatie, waardoor minister van Openbare Werken Hendrik De Man destijds besliste om de steenweg te gaan ontdubbelen in de vorm van een autosnelweg, met het resultaat niet enkel de transportkosten enorm te doen dalen doordat men efficiënter materiaal kan vervoeren (time = money), maar ook de gebieden dat de autosnelweg doorkruist economisch verder zullen ontwikkelen. Iets wat tientallen jaren later geen verkeerde visie blijkt te zijn, met de vele industrieparken die langsheen de autosnelweg liggen
Reeds in de jaren ’30 begon men met de aanleg van het eerste deel autosnelweg, tussen Beernem en Loppem, in 1940 volgde het deel tussen Aalter en Jabbeke.
Het betonnen platform van de snelweg was zo’n 30 meter breed; breed genoeg voor tweemaal twee rijstroken van elk ongeveer 3,5 meter breedte, geflankeerd door een brede zijberm. Tussen Brussel en Aalst werd het platform voorzien op een verbreding tot tweemaal drie rijstroken, dat in 1970 ook effectief werd uitgevoerd.
De werken vorderden echter zo traag, dat bij het uitbreken van de Tweede Wereldoorlog amper 28 kilometer autosnelweg was voltooid. In 1942 werd de uitvoering stilgelegd en het zou nog zes jaar duren vooraleer ze terug hervat werd.
De reeds aangelegde delen van de snelweg waren tactisch zeer belangrijk voor de snelle bevoorrading van de troepen tijdens de oorlog. In het najaar van 1944 werd een heuse leiding of ‘pipeline‘ op de middenberm aangelegd om de geallieerden van brandstof te voorzien.
In de tweede helft van de vorige eeuw kreeg ook Gent verbinding met de nieuwe autosnelweg samen met twee andere belangrijke nieuwe verkeerswegen, de Ringvaart en de E17.
De 12 kilometer lange betonstrook tussen Wetteren en Sint-Denijs-Westrem werd geopend in 1954, twee jaar later werd de belangrijkste verbinding tussen Aalst en Brussel opengesteld en kon koning Boudewijn op 21 april 1956 het volledige traject tussen Brussel en Oostende vrijgeven.
Na de openstelling moesten nog tal van ongelijkvloerse kruisingen worden weggewerkt.
De autosnelweg Brussel-Oostende kende al in de jaren 1950 files tijdens de zomerweekends.de E40 destijds E5 tijden piekdagen ‘s ochtens in beide richtingen gebruikt richting kust. ‘s Avonds werden dan naar het schijnt (geen officiële bron gevonden) de 4 rijstroken gebruikt richting binnenland. Deze verkeerswisselaar liet dan toe om de ‘spookrijders’ terug op het juiste vak te brengen.
De groei van het voertuigenpark heeft de snelweg verder uitermate rendabel gemaakt. Vooral het gedeelte Brussel-Gent is al vanaf de aanleg behoorlijk bezet. De E40 zal steeds een drukke snelweg blijven, daar de autosnelweg grote steden als Brugge, Gent, Brussel en Leuven over relatief korte afstanden bedient. Filevorming zal steeds frequent blijven, niet enkel door het pendelverkeer in de ochtend- en avondspitsen, maar ook door zijn zeer belangrijke functie voor het recreatieverkeer naar de Belgische kust, de enige rechtstreekse route dat de kust en het binnenland verbindt.
bron:
http://www.gentcement.be