Ernest Cool (1859 - 1944) stamde uit een boerenfamilie uit Oudegem. Dit betekende in die tijd voor een kleine jongen: de koeien helpen melken voor het naar school gaan en in de oogstperiode soms van school wegblijven om te helpen. In die tijd bakten de boeren 1 keer per week brood voor hun eigen gezin, en dit werk sprak hem wel aan. Hij gaat als leerjongen in dienst bij een Brusselse coöperatieve om het beroep aan te leren. Hij huwt een meisje uit Aalst, Marie-Josephina Gits, en vestigt zich als bakker in de Gentsestraat 12. Ze kregen 7 kinderen, waarvan 2 jongens later in de bakkerij hielpen, en waarvan 2 meisjes in het huishouden en de winkel meehielpen.
De oven werd nog met hout gestookt, de rijst-, appel- en suikertaarten werden nog in krantenpapier verpakt. Heel vroeg in de morgen begonnen met bakken, hoorden ze rond 6 uur de mensen op hun klompen naar de fabrieken trekken.
Gaspard Cool (1892-1982), één van de kinderen, moest al regelmatig meehelpen toen hij negen jaar oud was.(De schoolplicht was nog niet ingevoerd) Toen hij 15 was, deed hij al de ronde met paard en kar om het brood aan huis te bezorgen. In 1914, bij het uitbreken van de oorlog, neemt hij vrijwillig dienst in het leger, krijgt zijn opleiding in Frankrijk, en vecht in de loopgraven aan de Ijzer. Tijdens een van zijn militaire verloven in Engeland, ontmoet hij de dochter van een gevlucht Mechels gezin, Anna De Schutter, die er samen met haar zus uniformen voor Engelse soldaten helpt stikken.
Zijn vader (toen al 58) wordt in 1917 verplicht te gaan bakken in de Duitse bakkerij ingericht op de koer van de Pupillen aan de Graanmarkt. Gaspard keert ongedeerd van het slagveld terug, en huwt met Anna
De Schutter. Ze werken een tijd in een hotel aan de Belgische kust, en kopen bij hun terugkeer een huis in Aalst (Dendermondsesteenweg 236) waar ze in 1921 een bakkerij beginnen. De volgende jaren doen de machines geleidelijk hun intrede.
De vier volgende foto's zijn allemaal op laatstgenoemde plaats genomen, waarschijnlijk tussen 1933 en 1935.
Gaspard Cool, links met de deegrol. Rechts 2 bakkersknechten. De kneed- en klopmachine werden door een elektromotor aangedreven via riemen. Achteraan de trap waarlangs de bloem naar boven moest gedragen worden.
Twee ovens (op kolen) boven elkaar met versierde gietijzeren deuren.
Links de rijskast voor het brooddeeg. Voor de oven
Gaspard Cool, staand in een uitsparing in de vloer.
Twee dochters van Gaspard Cool, elk een bakplaat aan het leegmaken. Op de rechter bakplaat met roompudding gevulde hoorntjes. Links
Micheline Cool(1923-1989), die later met haar echtgenoot de bakkerij zou runnen.
In 1939 werd de winkelinrichting (Dendermondsesteenweg) gemoderniseerd.
In de tweede wereldoorlog kon Gaspard Cool blijven bakken. Het brood werd evenwel gerantsoeneerd, en dat bracht een hele administratieve rompslomp mee. Na een lange werkdag was het nog zegeltjes plakken. De buren zonder kelder waren bij luchtalarm welkom om te schuilen in de kelder.
Rantsoenzegels, weliswaar uit het laatste jaar (1948) dat ze in voege waren. Archief Luc Kieckens (1910-1991).
In juni 1944 zette
Robert Taylor (1918-1988) voet aan wal in Juno Beach (Normandië) met een Britse commando-eenheid van de Royal Marines, die verder mee oprukte naar Aalst en uiteindelijk gekazerneerd werd in de Pupillen aan de Graanmarkt. Hij ontmoette Micheline Cool de eerste keer tijdens één van de feestelijke bevrijdingsoptochten. Daarna ging hij in de verbruikzaal van de patisserie, eerst met 2 kameraden, later alleen, regelmatig een ijsje eten. Zo maakte hij beter kennis met Micheline Cool, inmiddels 21 jaar oud.
Ze huwden in 1946 en het stel ging wonen in een bakkerijwinkel in de Gentsestraat 14. De brood- en pasteibakkerij van Gaspard Cool had nu twee verkooppunten. Robert Taylor leerde de stiel bij zijn schoonvader, en bevoorraadde de bakkerswinkel in de Gentsestraat met een triporteur.
Robert met zijn oudste dochter, Pat Taylor, voor de vitrine van de winkel in de Gentsestraat 14, waarschijnlijk 1949.
Papieren inleg voor cake, uit de periode met de 2 verkooppunten.
In 1953 stopte Gaspard Cool met werken en liet de zaak over aan Robert Taylor en zijn dochter. Het gezin Taylor verhuisde naar de Dendermondsesteenweg en de naam van de bakkerij werd
Taylor-Cool.
Eind jaren 50, met voor de vitrine de moeder van Robert Taylor en een nicht uit Engeland, en twee van zijn kinderen.
Papieren inleg voor cake, uit de periode Taylor-Cool.
Pat Taylor herinnert zich nog levendig hoe met de kermis, de gang vol vlaaienkommen stond. Klanten lieten in die tijd hun vlaaien tegen een vergoeding bij hun bakker bakken. In iedere kom stond een papiertje met een naam op neergekrabbeld, of een visitekaartje. En soms had het heel wat voeten in de aarde om de juiste kom uit de gang te gaan halen: papiertje wat verschoeperd, onduidelijk geschreven, enz.
Het gezin Taylor-Cool met 5 van hun 7 kinderen (hun tweede kind overleed op 18-jarige leeftijd aan astma)
en een neef uit Engeland, begin jaren 70.
In de tweede helft van de jaren 70 werd er overgeschakeld op elektriciteit voor het verwarmen van de oven.
In 1980 ging Robert Taylor nog op de FFR werken om wat pensioenrechten op te bouwen en werd het een koude bakkerij, bevoorraad door bakker E.Verhofstadt uit de Geraardsbergsestraat (nu bakkerij Venneman), tot de sluiting van de zaak in 1984.
Na het overlijden van de langstlevende ouder verkochten de kinderen Taylor-Cool de ouderlijke woning. De nieuwe eigenaar richtte er vijf appartementen in.
Huidig uitzicht van de woning: het huis met de 5 brievenbussen is de vroegere bakkerij Taylor-Cool.
Met heel veel dank aan
Pat Taylor voor de info (o.a. Een voor school geschreven familiekroniek van haar toen 14-jarige broer
Brian) en het ter beschikking stellen van de foto's en het cakepapier.