stephane schreef:BRUSSEL - Carnaval blijkt zijn sporen na te laten in het oor van de Vlaming.
Of het aan de ‘voil Jeannetten' te danken is of aan de zuivere dialectklanken van de native speaker die we een tekstje lieten inspreken, zullen we allicht nooit weten. Maar driekwart van de deelnemers aan de derde aflevering van onze taalquiz herkende feilloos het Aalsterse dialect. Dat blijkt daarmee bekender te zijn dan het Gents, dat slechts door 71 procent van de deelnemers juist werd geplaatst, en zelfs het Antwerps, dat door 63 procent van de deelnemers werd herkend.
Vlamingen blijken elkaars dialecten dus nog behoorlijk te verstaan, ondanks het oprukken van het Verkavelingsvlaams en de tussentaal.
Meer dan de helft herkende bijvoorbeeld correct het dialect uit Diest, hoewel ook het maar zo'n 25 kilometer verderop gelegen Tienen als mogelijkheid werd opgegeven. Moeilijker werd al het onderscheid tussen het lokale taaltje uit Geel (door 43 procent correct geplaatst) en het Turnhouts.
De verschillen tussen lokale varianten van het West-Vlaams en het Limburgs bleken echter pas echt moeilijk te herkennen. Meer dan de helft van de deelnemers dacht dat het Zeebrugse tekstje dat we lieten horen, ingesproken was door iemand uit Roeselare. En 55 procent plaatste het dialect uit Eksel in het vijftig kilometer verderop gelegen Tongeren.
Ook in het Waasland zijn de verschillen blijkbaar subtiel: maar 32 procent zei terecht dat het tekstfragmentje uit Beveren kwam, 37 procent plaatste het in Sint-Niklaas.
Aan deze test namen slechts een paar honderd Nederlanders deel. Opvallend is echter dat ook een meerderheid van hen het Antwerps, het Gents en – ja hoor – het Oilsjters correct kon thuisbrengen.
www.standaard.be/mijntaalenik
stephane
Oilsjters' best herkende dialect
Moderators: Alostum, david, janlouies
Oilsjters' best herkende dialect
Geplaatst: 22 Nov 2012 08:04 am
De wereld gaat door, de tijd gaat voorbij, mensen gaan weg en soms keren ze niet meer terug en blijven alleen nog foto's achter. Robert Frank (1924-2019)
Re: Oilsjters' best herkende dialect
Geplaatst: 27 Nov 2012 08:17 am
stephane schreef:81 Aalsterse gezegden
3 rauwe eieren in een panneken geklutst
droi ra oiren in e penneken gekloesjt
aalstenaar
oilsjteneir
aan de overkant van de straat (maar niet loodrecht)
schief rechtoever
arm gemeen volk
die van oever t'waoter
ben je nu helemaal gek
Zeije na gielemool op anne kop gevallen
Da's een dommerik
A ei van 'n eizel geiten
dan dansen de muizen op tafel
ten dansen de moizen op taufel
dat is sterk
das zworen toebak
dat is te duur voor mij
da kaan mennen broinen ni trekken
Dat kan me niets schelen...
Ge wetsj angen ein...
dat zweer ik
menne kop der af
de rechteroever van de Dender
den andere kant van 't woter (Moailebeik) , soert van oever t'woater
dronken (ik ben-)
ik em é stik in men zjilei / kloeïten
dwaas persoon
djoeben
Een broodje smeren.
En broeike smeirn
een mep op je gezicht
een kartasj op a moil - een kest op a bakkes
een oorveeg geven
en sjoufelet geiven
een vrouw met een man (let op dit gaat over Aalst bij Eindhoven!)
e vra met ere mensj
eigenaardige vrouw
en schaa mattot
en wees maar gerust
en zè mor gerest
er is heel wat bekijks
der es veil beziengs
frutselen
foechelen
ge moet er niet op rekenen
da za teigen à jaket zèn
hard werken
zen kloeiten afdroiën
heb je het gezien ?
eët gespannen?
Heel snel lopen
Loeipen dat a kloeiten geloik angen
Het is zover
BAM
Hij heeft in zijn broek geplast
Oi eit in zèn broek gezjikt/ E eedem bepist
hij is dood
a eit zenne kerf gezetsj
hij trekt als 2 druppels water op zijn vader
't es zè voier gescheiten en gespagen
hovaardig persoon
stront wie eet er a geschèten
iemand berispen
emmand onder zen kloeïten geiven
iemand een trap geven
ne schip in zen kloeiten geiven / ne schip onder zen vioel geiven
iets dom doen
ne kemel schieten
iets ter harte nemen
gralek noaig oontrekken
iets tevergeefs doen
gelek dagge me anne pie in de pap slotsh
ik ben dronken
ik em é stik in menne melen
ik ben het beu
t hangt men kloeïten uit
ik ga een dutje doen
'k gon mé en betjen afkappen
ik heb jicht
'k zit mé 't bisjten
ik was zeer verwonderd
'k viel bekanst schief achterwesj oever
Is dat niet zo, lieve vriendin ?
Est ni woor, mé schoap ?
Jong geleerd is oud gedaan.
Oudjes kunnen niet jongleren.
Kan ik u helpen
Oon de Oilsjteneers; As ge ni een wetj vraug het oon Zjan-Lowie
koop het em
koeipet 'em
kortaf
een snabbe en een beet
lang geleden
in de joren loekes
mag ik u even passeren ?
mak isj deir
mep geven
sirkonfleks geiven
naar wc gaan
gon baten
niet betrouwbare persoon
jaan men kloeiten
niets weten
van krommenoos geboren
niks weten
van toeten of blozen weiten
nooit
as d'elle vervriest
nooit niet zwijgen tijdens de lessen
noeit ni zwoigen toidens de lessen!
op zijn geldbeugel zitten
graalek pinnig, ert van afgangk
storm in een glas water
en scheit in en fles
Tussen "oude" (verdwenen) en nieuwe Dender (daar komen ook de Aalsterse kinderen vandaan!)
't oaïland Jipka
tussen markt en kapellestraat
in 't gat van de mert
u bent een niet al te slimme persoon
ge zetj nene dommen kloejt/ge zetj ne simmen
U hebt een lelijk aangezicht.
Getj een bakkes om stront op te sorteiren.
uitgaan (op café)
de kaffeis afdwoilen
van geen ophouden weten
bloiven (deur)goan
van hier naar daar
van ier no geir
van iets goed iets slecht maken
nen stoiver op en ortjen droin
veinzen niet op de hoogte te zijn
van krommenoos geboren
Waar er drank is, is er feest.
Woor da 'tn drank es, ester e fisjtjen
we gaan een feestje bouwen
skaan, fistjen baan
werken (hard -)
zen kloeïten afdroïn
wij blijven doorgaan
weir doeng voesj
zacht gekookt
nizekes
zat zijn
goe geloin / keirre goe vol /e stuk in moin kloojten emmen
ze heeft brede heupen
zès bried geschaverd in hèr leen
ze heeft lange benen
eir ekster woentj oeig
ze heeft lange benen
eir inkommen leit oeig
ze niet meer alle vijf op een rijtje hebben
das en ronne taufel, door isj gienen iejnen hoek nimier oon
zich niet goed in zijn vel voelen
ni op zenne chef de fil zen
zich vuil maken
bedesteren
zijn best doen
zen devoeiren doeng
zonder geld zitten
giejne rotte frang emmen
zwak mentaal gehandicapt
een betjen achterlek
bron: http://www.mijnwoordenboek.nl/dialect/Aalsters
stephane
De wereld gaat door, de tijd gaat voorbij, mensen gaan weg en soms keren ze niet meer terug en blijven alleen nog foto's achter. Robert Frank (1924-2019)
Re: Oilsjters' best herkende dialect
Geplaatst: 28 Nov 2012 08:01 am
[quote="stephane"]949 Aalsterse woorden
's avonds
sauves
's morgens
's meires / op de meirend
"De Beurs" (van Amsterdam)
de Bezze
"De Graaf van Egmont"
de "Comte"
"De Graaf van Egmont"
de koont
aal, paling
polink
Aalst
Oilsjt
Aalsters
Oilsjters
Aalsterse vlaai
Oilsjterse vloïn
aambeien
't spein
aan
oon
aap
aup
aap
mertekoe
aardappel
patat
aardappelen in de schil
pellepatatten
aardappelen pletten
patatten desteren
aardappelen pletten
en tatjen desteren
aardbei
eirebeis
aardbei
errebees
acheruit vallen
achterwesjoever vallen
achterlijk persoon
ne gekloesjten
Achterlijk/debiel/belachelijk persoon
nen teppen
acrobaat
kadoensjtemoaker
acrobatentoeren
kadoensjten
ademen
osemen
aderspat
varissen
Afdak
louche
afslaan
afsloan
agent
poliesjemaan, sjampetter, azjent, flik
ajoin muziek
ajoin music
ajuin
ajoin
alleen
aliejn
allemaal
allemool
allemaal
ammol
alles
aal
Alles goed?
alles okei?
Als de kat van huis is dansen de muizen
As de kat van ois es dansen de moizen
alternatie
ontroje
altijd
altet
altijd
altoid
appelmoes
appeltrot
applaudiseren
in a annen plesjen
appropoo
nog isj iet
arm gemeen volk
kloetjesvolk
arme vrouw
sloeir
armoede
mizeire
armoede
eiremoei
arrogant persoon
ne jaan men kloeiten
asbak
sanderjei
asresten
schramoeille
atheneum
tatteneom, décolmoyenne
auto
otto, vwatier
autoped
trottinet
autoped
trottinette
babbelzieke vrouw
kommeir
babe
hiete gerre / iejte schelle
baby (een -)
e plat kindj
bakkersvrouw
bakkerinne
ballekes in ajuissaus
blendj konoin
balletjes in uiensaus
baalekes in ajoinsaas
bang
benaat
baren
koeipen
baret
alpijn
bazige vrouw
boazinne, onderoffecier
bedelaar
afdoenjer
bedrieger
kremer
bedrogen
bedroegen
bedrogen
in't zak gezet
bedronken
bezoepen
bedronken
kalisj
beeld
postier/beldj
beenhouwer/slager
bienaver
beetje
ewa
beetje gek
nen oek af
bekleden
bekliejn
belachelijk persoon
teppen
belachelijk persoon
troeten
belachelijk persoon
ne semmen
belastingen (gebouw der -)
de trappekes / het huis der zuchten
belastingsdienst
trapkesop
belfort (Aalsters -)
tettentoeren
ben jij nu volkomen gek!
ge zetj er gerat af / eje deir a valies getorren?/ zeje goi na volleideg zot gewerren?
benzine
naft
berispt worden
onder zen kloeïten kroigen
betalen
afdokken
betalen
péjasteren
bevestiging op vraag
a join, a joos, a joot
bevroren
bevroezen
bewijs
bewois
bh
sutjein, tettemoesj
BH
tettemoesj
BH
tettengariel/tettegaraasj
biet / suikerbiet
betrouf
bij
boi
bij (insect)
bie
bij elkaar
beinieën
bij jullie
beineir
bij ons
beinons
bijna
bekanst
bijna tegenover
schiefrechtoever
bitter
rensj iejt
blaffen
bassen
blauw oog
bla oeig
blauw oog
blaa lonker
blauwen
blaan
blinden(voor raam)
blaffetieren
bloedworst
zwerten trip
bloem
blomme
bloemboeket
blommekei
bluffen
stoeffen
bluffer
blageir
boekentas
schoelkabas
bomen
boeimen
bommetjes voor speelrevolver
poerkes
bonen
boeinen
Bontjas
Velle frak / Foeriere vest
boodschappen
kommisjes
boodschappentas
kommisjekabas
boomgaard
boogort
bord
talloeër
bord (om op te eten)
talloeir
bordeel
oerenkot, kabardoesjken
borduur
zep
borduur
bordier
borduur
boille
borsten
memmen
borsten
tetten
borsten
boiken
borsten
loezen
borsten
beste
boterhammen
boekes
botsautos
otoskooter / Bosjotoos
braakliggend
voegel wie
braken
spagen/spaven
brandnetel
tingel
breiwol
sajet
bromvlieg
ronker
brood
broeid
brusselse kaas
stinkende kees
Brusselse steenweg (brug over spoorweg)
beirgsken-op-beirgsken-af
buggy
sjaret
buik
boik
buik
breden
buikpijn
boikpoin
bulten/hobbels
boeltjen
bundelen
boenjelen
Burgemeester
Berremiejster
carnaval
vastelauved
carrousel
peiremeeln
cavia
zjierat
CD/compact disc
ceidei
Cervela
Loeiktrip, loeikwest
charcuterie/broodbeleg
boival
chocolade
sjokolat, sjauëkelat (mé d'oitsprauk van oever 't woter)
compleet gek
grat gebeldj
daar, ginder
door, geer
daarvoor
dorveir
dadelijk
sebiet
dagen
daugen
dak
et tek
dakgoot
kornis
dan
tèn
das
plastrong
dat
da
dat begint me waarlijk te vervelen
da beginjt ie serjees men kloeiten oit t' angen
de zot houden
't standjen aven
deken
sozje
Dendermonde
Deiremonne / Eiremonne
denderstraat
gendarmeriestraot
denken (dacht, gedacht) - ook nadenekn
pèizen (pèizde, gepèizd) - oïk nopèizen
dennenappel
mastentop
deuk
bloesj
deur
deir
deze morgen
van de meiret
diaree
schoiteroi
die
doï
dier
biejest
dierentuin
biejestenof
dik achterwerk
komfoeir
dikkopje
paupeloenjeken
dinsdag
doistag, doistendag
direct
sebiet
doen
doeng
dom mens
teppen
dommerik
flokaat
donderdag
donnerdag
Doolhofstraat
Saroepstroat
doortrappen
deirterren
dorpel
boile
dorpel
delper
draagbare radio
portatif
draai geven
zwing geiven
draak
drouk
drempel / dorpel
delper
drie
droi
driewieler
droiwieler
driewielige bakfiets
triporteur
dromen
droeimen
droog
droeig
druk maken
a kas opfretten
drukke vrouw
mieklawiet
drukte op straat
begankenis
duivel
dulver
durven
tèiven (teivde, geteifd)
duwen
daven
DVM
de dams
DVM
spinozjerokken
dwaas
dwoozen; dwoos
dwalen
vasjollen
dwazerik
zjoeben
dweil
dwoil
echt
persé
echtgenoot
eere ventj
echtgenote
donsj / dei van onsj
eekhoorn
iejkoeireken
één
ieën
een (man), een (vrouw), een kind
ne (maan), en (vra), e (kindj)
een beetje (de griep)
en smeit van (de griep)
een dikke knikker
nen dieken meirbol, nen tierekatasch of nen tierekardatsch
een scheet laten
broekhoest
een slag in het aangezicht
en saflet oep a wezen(moil)/en raket oep a wezen(moil)
een slag op je wang
een sjoflet op a kaok
een stokje voor steken
ane velau teigezetten
een uitstulpsel
nen tjoepel
een vuile prei een vuile vrouw
een voile proi een voile vra
eendracht
iendracht
eens
isj
eerlijke
ierlekke
eet
etj
egel
esse
ei
oai
eigenaar
oaigeneer
eigenaardig
scha/scha dinges
eigenaardig persoon , humorist
schaa maan
elkaar
elkander
elkaar
makoor
emmer
auker, iemer
enkels
knoeselen
enorm
gralek
er is heel wat (voetgangers)drukte
der es veil begankenis
er uit
der ooit
erg
eirg / vriejt
erg lang geleden
vried lank lein/en toike lein
ergens
ieveranst
erwtjes
eirtekes
Esplanadeplein
Koelemert
esplanadeplein
koelemert
eventjes
rezzekes
Excuseer, ik heb u niet verstaan, kunt u dat nog eens herhalen?
Hein? / Wadde? / zeit da nog isj / kinde da nog isj vedrom oeverdoeng/op ernief
feest
fiest
feit
foit
fier
permentig
fiere persoon
bloos
fiets
velau
fietsen
per velou rojn
fietsen
velous
fietsstuur
gedong
fijt
veirkevlies
fotograaf
podrettentrekker
frank (geld)
nen bést
ga je
goje
ga weg
god oon
gaan
goon
gaan
goan
gaan we door?
gommen voesj?
gang
gank
garnaal
gernot
gas geven
poer geiven, bezze geiven, vlam geiven,
gebakje
pateiken
gebeuren
gebeiren
gedrongen kruiperig vervelend persoon
ne kleine kremper
Gedroogde haring
Gedroeigd'n erink, boelink
geduld
possensje
geduld
possensje
geef me eens dat pasteitje
gyf mé ne kier da pateke
geen
gien
gehakt
gekapt
gehandicapt
mallonjig
gehandicapte
mallooinnige
geheel
grat
geit
goit
gek
kirrebisj
gek
beizekoek mankeiren
gek
mabboel
gek
vois los
gek
tes ienen ver Léé
gek persoon
toitendrooir
gekookt
gekoekt
gekookt
gezoeien
gelatine pudding
ledder
geld
geldj, moenekaa
geld tonen
blikken boeven olen
geldnood
geldjnoeid
geleden
afgezien, geleën
geleden (lang -)
lein (lank -)
geluid
geloid
geluksvogel
sjansaar
gemaakt
gemokt
gemeen mensen
ramenant, soert
gemmen volk
soert oit de klein hoizekes
gemorst
gegosseld
gepasseerd
gepasseird
Geraardsbergsestraat
zaatstrotpoeërt
gerei
bataklang
gestolen
gestoelen
getrouwd
getraat
geweldig
gralèk
gewoon
gewoein
gezicht
bakkes,moil,toet
gezicht
smoel
gierigaard
kreftamboiter, peizeweiver
ginder (ginds)
gier, geer, ageer
gips
plooster
glijbaan
afrijzer
goed oog
masjersoeig
gommetjes
chinchip - zjinzjip
goochelen
schammateiren
goot
zep
goot
chep
goot
zkep
goot
zjep
goud
gaad
goudvis
gaadvis
graaf van egmont
graastieën - de koônt
graag
geiren
grappige vrouw
schaa jak
gras
gès
griffel
tjoep
grint
karaljekes
groenten
groensjel
groot
groeit
groot hoofd
blooskop
grote knikker
tierekatasj
grove fout
keimel
Guido Gezellestraat
Tsaar
Haarvlecht(en)
Keikel(s)
hagadis
Slangetisje
handtas
sjakosj, kabbas
haring (ook plaatsnaam)
erink
hart
ert
hebben
emmen ('k em, g'etj, a eit, weir emmen, geir etj, zeer emmen)
heel
gralèk
heel erg
gralek noaig
heet
iejt
heete muis
iete mois
heethoofd
ietenbollie
helemaal
gielegans
helemaal
gilleganst
helemaal
giejlegans
hemd
emme
Hemelvaartsdag
onzjierheimelvoort
herdoen
oeverdoeng
hesp
eps
het
't
het aalsterse woordenboek
den oilsjtersen diksjoneir
het belangrijkste
't prinshte polshte
het nieuw politiebureau
't gloze kot
hier
ier
hij
oi
hij is gevallen
heis getotterd
hinken
peirtinkelen
hoe
oe
hoen
oenjer
hond
ond
horen
hoeirn
huichelaar
karottentrekker, moilentrekker
huis van plezier
kabardoesjke
hutsepot
oesjepot
IDFA
iedeeëfaa
iemand die niet naar huis wil vanuit het cafe
plekplooster
Iemand met ros haar
Ne vos
iemand van dendermonde
nen boitelander
ijsje
cremken
ijskreemkar
kreemkeire / kreimeglas
Ik ben dronken
'k Em e stik in men gilé/kloeïten / 'k Em e stik in menne meilen
ik heb
kem
ik zie
k' zing
in de war
in de weddel
in de war
vernoesjeld
in je bed kruipen
in a keef kroipen
in verwachting
in poziesje
interview
intervjoe
ironisch lachen
zwanzen
is
es
ja
joot
jaar
joor
jan
jannet bontje
jaren
joaren
je
ou
Je moet er niet op rekenen
Da za tegen a jaket zèn
jenever
chaneivel
Jessica
zjesika
jeuk
iksel
jij
goi
jonge man
koskrie
juist
bozjop
jullie
geir
kaars
kees
kaas
kees
kaaskroket
keeskroket
kabaal maken
perrewetten mauken
kachel
stoe-oef
kachel
stoef
kameel
kamiel
kameel
kemel
kapot
grat af, grat om jiep, nor de kloeiten
kar
keire
karamel
kerremelle
karretjes
kèrrekes
kat
tekhaos
katholieke meisjesschool van Aalst
de Dams, spinozjerokken
Katholieken (politieke strekking)
Tjeven
katje verstopper
katjen alloe
kauwgom
sjik
keitjes
karellekes
keizer
koizer
Keizerlijke Plaats
Vesten
keuken
keeken
Kikker
Poit
kilometerteller
kilometrik
kind
kindj, pallesoot, kadee
kindergedoe
kinjerrozje
kinderwagen
kinjerkoesj
kip
kiek, kieken
klagen
kreften, kloagen
klapluik / oor
blaffetier
kleding
ploenje
kledingzak
ploenjezak
klompen
kloeten
klootzak
bezze
knarsen
kranjzelen
knieën
knienen
knikker (grote-)
tierekartasj
knikkers
meirbollen
knikkers (groot)
tierekartasjen
knikkers (klein)
bizjoekes
knikkers (normaal)
meirbils
kolen
oeile
kolen (groente)
koeilen
kolen (steen-)
koelen
kolenas
schrammoelje
kommoer
komkoer
konijn
konnouen ( centrum)
konijn
kornouen (mijlbeek)
koord(je)/touw
koere(koeireken)/keure
koper
koeiper (=mensj) of koeper (metool)
korte kousen
shoshetten
kortstondige verloofde
keiremeslief
kostelijk
petje ploeï
kostschool
pansjnoot/pensjonoot
kotsen
spaagen, oevergeiven
kous
kaas
krant
gazet
kruiwagen
kerrewaougen
kuis
kois
kurk
stopsel
kus
beiz
kussen
kissen
kussensloop
ippelink
kwakzalver
goitendoktoer
kwastje
flosjken
laag
lieg
laat
lotj
laatste pintje
slaupmoesj
lade
schof
laden
loïen
laken
ammelouken
lampekap
abazjoer
lang
lank
langs ons streek
lalonzent
langs uw streek
laleirent
lastig persoon
ambetanterik
lawaai
lawoait
ldvd
lossendeirdeveirdeirdeir
leiband
lisj
Lelijk persoon
drauk
lepel
leper
leraar
lieroar
leren
lieren
leuk
foin
leuk/tof
vriejt
Lexy
azjel
liberaal
blaan
liberalen
de blaa
licht gekookt
nizzekes
lichtjes vuil
bekeiseld
lichtschakelaar
eintripteur
lichzetel (transatlantieker)
loiërik
liedje
lieken
lies
iegenissen, ikeniesen
lies
iekenis
lies
ikselplek
liesstreek / lies
iekenissen
ligzetel
sjesloon
lijf
loaf
lijn
loain
likstok
stamper
lood
loeid
lopen
loeipen
losstaand
wiggelwaggel
Louis
Lowie
lucifer
steksken
luiaard
loiërik
Luipaard
Loipeerd
luis
lois
maaltijd
meireteiten, noengeiten, oaventeiten
maan
moon
maandag
monjdag
maar
moar
maar ja
mo joot
magere slonzige vrouw
slawelle
man
teppen
man met streken
bevallegort
mannelijk lid
flosh
mannelijke kwezel
pilerenboaiter
mannen w c
pisoijn
mantel
palto
markt
mert
masker
vesosje
meer
miejr
meid
meisen
meikever
moëljer
meikever
moiler
meisje
masken
meisje
mokke
meisjesgek
maskeszot
mensen
mensjen
merrie
merre
met
mé
met zijn drieën
mè droi
mij
moi
mijn
moin (met nadruk), men (gewoon)
mijn (vrouw), mijn (man)
moin (vra), moine (maan), moi (kindj), men (vra), menne (maan), mé (kindj)
Mijn beurt.
Moinen toer.
mijn oma
mè metjen
mijn stad
men sté
mijn vrouw
ons vraa
mijn vrouw
menen gendarm
mijn, jouw, zijn
moine (moin, moi), ane (a), zoine (zoin, zoi)
minuten
menieten
moe
moei
moeder
moeier
moeder
moier
moeder
matj
moelijk manspersoon
eppentret
mogen
meigen
molenstraat
't gat van de mert
mooi
sjik, schoein
mooi meisje
een bieken/een schooin masken/een schoon treez
Moorsel
Moeïsel
morgen
meiren
morgend
meirend
morsen
gosselen
morsen
moeisen
morsen
smosjtern
mortel
mash
mug
migge
muggenzifter
peizeweiver
muis
mois
muts
mouch
naakt
bloewiet
naam
noom
naam
noum
naar
nor
Naar daar
ageijr
naargelang
anavanant
naast
nevest
naast plasser
skjief zjieker
NACHTKLEED
TABORT
naftaline
mottebollen
natuurlijk
natierlek/vaneigest
natuurlijk
vanoiges
nek
kalenik
nergens
nieveranst
Nestor De Tierrestraat
gazemeiterstroot
niet
ni
niet bezorgd
ongezjeneird
niet stil liggen
krawietelen
niet vergeten
opkroppen (verdriet; haat)
nietsnut
destereer
nieuw
nief
nieuwe
nieven
Nieuwerkerken
Nievekeirke
Nieuwjaar
Nievjoar
nieuwsgierig
krejeis
nijdige vrouw
plooster
nijdige vrouw
tang
nochthans
pertank
noedels
kneddelen
noedels
jonges in de vaort
nooit
noeit
nu
naa
ochtend
meiret
ochtend erectie
bierfloit
ogen
oeigen
oliebollen
smoutebollen
oma
bomma, metjen
oma
metjen
onbetrouwbaar
skabalek
onderbrekingen
tissepoeizen
onderbroek
kallesong
ondergoed
verschoein
ongeval
malleir /aksident
onnozel
onnoeizel
onnozelaar
eirpel, troeten
onwaarschijnlijk
onwoarschoinlèk
oorveeg
saflet
opa
bompa, petjen
opa
petjen
open onderbroek
snelzjièker
ophouden
opaven
opnieuw
vedrom , ereetj
opnieuw
vedrom / op ernief
orgel
ergel
oud politiebureel
de zaatstrotpoeirt
oud/te oud
aat/taat
oude vrijster
okkozjeprot
oude vrouw
kween
over
oever
overgeven
spagen, gebbelen
overgeven
gebbelen
overgordijn
drapperie
overjas
frak, pardessie, paltou
overschoenen
galosjen
overvol (het was -)
zwert van t volk (het zag -)
paardebloem
pisblomme
pannekoek
pennekoek
pannetje
e penneken
pantoffels
slasjen
peetjes
wettelkes
per ongeluk
per malleir
pester
kloeètzak
piekhouweel
pios
pijn
zjiër
pijn
jieër
pikant
eftepié
piment (celderijzout)
eftepie
Pinksteren
Sinksen
pipi doen
pissen
pissebed
veirkesbiest
pissen
zjiëken
pitten
keirekes
plaatsje
plosjken
plastic
plastieken
plat aalster eh ajuin
plat olstjers eh ajoin
plein
ploin
pleister
plekkerken
plets
pladdasj
pluizen
vasjelen
pocher
beslagmoaker
poeskapel
poesjkapelle
politicus
koleiregeiver
politie
flik, nen blaa gekoleirden, nen blaa'n, poliesje
politie
poliesje
politieagent
sjampetter
polsuurwerk
arlogge
pook
koeteroak
poort
poeërt
pop
poep
porselein
poezjeloin
potje
potjn of kommeke
potlood
krejong
pralines
pralinnen / pranillen (van oever 't woter)
praten
klappen, zjievern
prei
paroai
prijs
prois
prins
prinsj
proberen
probeiren, ovvetieren, reskeiren
pruik
pariek
prutsen
foefelen, foesjelen
puber
snottebelle
puntmuts
tettemoesj
puree (spinazie-, ui-, prei-)
stoemp (spinozje-, ajoin-, paroai-)
put
pit
raar
schaa
rafelen
vazjelen
rafelig
oitgevazjeld
rammeling geven
aftateren
rammeling geven
poeierink geiven
rare
schaan
regenjas
(eim)permijabel
regenworm
teerlink
rijkswachter (gewoon)
zjandarm
rijkswachter (op motorijwiel)
zwontjen
rioolput
ontvanger
rode bessen
troppelbeizen
rolgordijn
stoor
rolluik
vollei
rommel
bazzaar
rond punt (aan de parklaan)
den eerink
ros balatum
een boerepeird
Ros Beijaard
goe geprobeird / Ros Ballatum wannabe
rotte aardbeien
matotten
rug
drigge
rug dragen
karrelik
Ruiten (vierkanten print)
Karaukes
ruitjes
karroukes
ruitjes
karaukes
ruitjes (schrift met ruitjes)
karoukes (kajei mé karoukes)
rups
rips / risp
ruzie
riezje / ambras
saai
zaat
saus
saas
schaap
lemmen
schaatsen
schovverdoainen
schilder
fassadeklasjer
schommel
biezabeise / boaïs
school
schoel
schooltas
schoelkabas
schoon
schoeïn/schooin
schorseneren
schorsneilen
schort
vesschoeit
schouw
schaa
schouwroet
zoet
schrijver
schroiver
schroevendraaier
toernavies
schuin
schief
schuin tegenover
schiefrechtoever
sedert geruime tijd
alankal
sinaasappel
appelsing
sint maarten
sjinte merten
sintels
schramoelje
sinterklaas
sintjemerten
sjaaltje in bont
foerirken
slaapkleed
tabbord
slaapkleed
tabbort
slaapkleed
tabboort
slager/beenhouwer
bienaver
slakken (bereid om te eten)
scherregossen
slapen
slaupen
slappeling, dom persoon
nen troeten
slecht gekleed persoon
nen afdoenjer
slordige vrouw
sloeer
sluw
liep
smeerlap
kloeètzak
smoutebollen
smaabollen
sneeuwen
sneên
snoep
smokkel, smokkelink
snoepen
smosjteren / smokkelen
socialisten
sossen
sokken
kasen
spaken (fietswiel)
rejongs
spartelen
spettelen
speeksel
spiksel
spin
spinnekop
spinazie
spinozje
spinazie
spinojze
spleet
gerreken
spoortunnel
konker
st annalaan-ledebaan
poëtepit
st jozefcollege
't groeët colleige
st martinus college
't klein colleige
staart
kodden
station
stausje
steeds
immer en altoaid, aal zé leven
steeg
stretjen
steenkool
oeilje
step
trottinnet
sticker
tettenplekker
stoep (trottoir)
boaïgank
stoeprand
boïle
stoofvlees
stoeveroai
stop eens
aafdinsj op
Straat
Strout
straatgoot
zep
straks
fleis, sebiet
super
vriejt
Super goed!
Gralek guu!
taal
tool
taart
toort
tafelkleed
ammelauken, taufellauken
tafelkleed
ammelaoken
tamelen
troechelen
tapijt
tapoait
tas
kabas
tas (kopje)
jhat
te drukke vrouw
bloiraat
te koop
te koeip
tegendraads
ouveregt
tegenover
schiefrechtoever
tegenwoordig
serrewoerdeg
terug
vedrom
terwijl
swoaïlest
terwijl
mansj
tijd
toid
tijdens
binsjt
tijger/tijgerin
toiger/toigerinne
tintelen
zingelen
toelaten
permetteiren
tof/leuk
vriejt
toilet
vertrek/(de) koer/baathoizeken
toog
toeig
touw/koord(je)
keure/koeire(ken)
traag persoon
destereer
traag stappen
slenjteren
trappen
terren
trappen (op een bal -)
schippen (op nen baal -)
trappen (op iemands voet -)
terren (op iene zenne voet -)
treuzelaar
troesjeleer, dasjtereir
treuzelen
troesjelen
trottoir
boigank
tuis
tuisj
tunnel / brug
konker
turnen
kadoensjten doeng
turnen
kadoenchen
tussen
tissen
twee
geriët
u
a
ui (ook bijnaam Aalstenaars)
ajoin
uitdelen
oitdiejlen
uitgeput
oitgeteldj
uitwerpsel
baat-stront-kaka
uren
ieren
vaas
voos
vader
voiër
vader
patj
vagina
veireprot, preut, proïm, prit,...
vagina
keirkepitjen, mizjol, smirza
vagina
zwozze-mois-preute-onderste leppen-turnzool ver stoivereikken-flapdeiren
vallen
girla goan
vallen
totteren
valsaard
liepen
varken
veirken
vastenavond
vastelauved
veel
veil
velg
zjant
venster
veinster
ventieltje (fiets)
soepapken
verdacht
loesj
verdacht cafeetje
kabberdoesjken
verhaaltje
verolsjelken
verkeer
passoche
verkleed
verklidj
verkreukeld
verrompeld
verlegen
beschomt/scha
verlof
konzjei
verrekijker
gemel
verschrikkelijk
graalek
verstoppertje
katjen aloe
vertrouwen
betraaven
vertrouwen (kan ik hem - ?)
betraan (kanekem - ?)
vervelend
ambetant
vervelend persoon
ambetante kloeitzak
verwikkelingen (wonde)
koodspel
verzekerd
verassereird
vest
frak
vezelplaat
vezelploot
viezerik
zwertzak , voiloard
vijf
voif
viswijf
mie klawiet
vlak op
bosjop
Vlechten (haar)
Keipelen
[quote="stephane"]949 Aalsterse woorden
's avonds
sauves
's morgens
's meires / op de meirend
"De Beurs" (van Amsterdam)
de Bezze
"De Graaf van Egmont"
de "Comte"
"De Graaf van Egmont"
de koont
aal, paling
polink
Aalst
Oilsjt
Aalsters
Oilsjters
Aalsterse vlaai
Oilsjterse vloïn
aambeien
't spein
aan
oon
aap
aup
aap
mertekoe
aardappel
patat
aardappelen in de schil
pellepatatten
aardappelen pletten
patatten desteren
aardappelen pletten
en tatjen desteren
aardbei
eirebeis
aardbei
errebees
acheruit vallen
achterwesjoever vallen
achterlijk persoon
ne gekloesjten
Achterlijk/debiel/belachelijk persoon
nen teppen
acrobaat
kadoensjtemoaker
acrobatentoeren
kadoensjten
ademen
osemen
aderspat
varissen
Afdak
louche
afslaan
afsloan
agent
poliesjemaan, sjampetter, azjent, flik
ajoin muziek
ajoin music
ajuin
ajoin
alleen
aliejn
allemaal
allemool
allemaal
ammol
alles
aal
Alles goed?
alles okei?
Als de kat van huis is dansen de muizen
As de kat van ois es dansen de moizen
alternatie
ontroje
altijd
altet
altijd
altoid
appelmoes
appeltrot
applaudiseren
in a annen plesjen
appropoo
nog isj iet
arm gemeen volk
kloetjesvolk
arme vrouw
sloeir
armoede
mizeire
armoede
eiremoei
arrogant persoon
ne jaan men kloeiten
asbak
sanderjei
asresten
schramoeille
atheneum
tatteneom, décolmoyenne
auto
otto, vwatier
autoped
trottinet
autoped
trottinette
babbelzieke vrouw
kommeir
babe
hiete gerre / iejte schelle
baby (een -)
e plat kindj
bakkersvrouw
bakkerinne
ballekes in ajuissaus
blendj konoin
balletjes in uiensaus
baalekes in ajoinsaas
bang
benaat
baren
koeipen
baret
alpijn
bazige vrouw
boazinne, onderoffecier
bedelaar
afdoenjer
bedrieger
kremer
bedrogen
bedroegen
bedrogen
in't zak gezet
bedronken
bezoepen
bedronken
kalisj
beeld
postier/beldj
beenhouwer/slager
bienaver
beetje
ewa
beetje gek
nen oek af
bekleden
bekliejn
belachelijk persoon
teppen
belachelijk persoon
troeten
belachelijk persoon
ne semmen
belastingen (gebouw der -)
de trappekes / het huis der zuchten
belastingsdienst
trapkesop
belfort (Aalsters -)
tettentoeren
ben jij nu volkomen gek!
ge zetj er gerat af / eje deir a valies getorren?/ zeje goi na volleideg zot gewerren?
benzine
naft
berispt worden
onder zen kloeïten kroigen
betalen
afdokken
betalen
péjasteren
bevestiging op vraag
a join, a joos, a joot
bevroren
bevroezen
bewijs
bewois
bh
sutjein, tettemoesj
BH
tettemoesj
BH
tettengariel/tettegaraasj
biet / suikerbiet
betrouf
bij
boi
bij (insect)
bie
bij elkaar
beinieën
bij jullie
beineir
bij ons
beinons
bijna
bekanst
bijna tegenover
schiefrechtoever
bitter
rensj iejt
blaffen
bassen
blauw oog
bla oeig
blauw oog
blaa lonker
blauwen
blaan
blinden(voor raam)
blaffetieren
bloedworst
zwerten trip
bloem
blomme
bloemboeket
blommekei
bluffen
stoeffen
bluffer
blageir
boekentas
schoelkabas
bomen
boeimen
bommetjes voor speelrevolver
poerkes
bonen
boeinen
Bontjas
Velle frak / Foeriere vest
boodschappen
kommisjes
boodschappentas
kommisjekabas
boomgaard
boogort
bord
talloeër
bord (om op te eten)
talloeir
bordeel
oerenkot, kabardoesjken
borduur
zep
borduur
bordier
borduur
boille
borsten
memmen
borsten
tetten
borsten
boiken
borsten
loezen
borsten
beste
boterhammen
boekes
botsautos
otoskooter / Bosjotoos
braakliggend
voegel wie
braken
spagen/spaven
brandnetel
tingel
breiwol
sajet
bromvlieg
ronker
brood
broeid
brusselse kaas
stinkende kees
Brusselse steenweg (brug over spoorweg)
beirgsken-op-beirgsken-af
buggy
sjaret
buik
boik
buik
breden
buikpijn
boikpoin
bulten/hobbels
boeltjen
bundelen
boenjelen
Burgemeester
Berremiejster
carnaval
vastelauved
carrousel
peiremeeln
cavia
zjierat
CD/compact disc
ceidei
Cervela
Loeiktrip, loeikwest
charcuterie/broodbeleg
boival
chocolade
sjokolat, sjauëkelat (mé d'oitsprauk van oever 't woter)
compleet gek
grat gebeldj
daar, ginder
door, geer
daarvoor
dorveir
dadelijk
sebiet
dagen
daugen
dak
et tek
dakgoot
kornis
dan
tèn
das
plastrong
dat
da
dat begint me waarlijk te vervelen
da beginjt ie serjees men kloeiten oit t' angen
de zot houden
't standjen aven
deken
sozje
Dendermonde
Deiremonne / Eiremonne
denderstraat
gendarmeriestraot
denken (dacht, gedacht) - ook nadenekn
pèizen (pèizde, gepèizd) - oïk nopèizen
dennenappel
mastentop
deuk
bloesj
deur
deir
deze morgen
van de meiret
diaree
schoiteroi
die
doï
dier
biejest
dierentuin
biejestenof
dik achterwerk
komfoeir
dikkopje
paupeloenjeken
dinsdag
doistag, doistendag
direct
sebiet
doen
doeng
dom mens
teppen
dommerik
flokaat
donderdag
donnerdag
Doolhofstraat
Saroepstroat
doortrappen
deirterren
dorpel
boile
dorpel
delper
draagbare radio
portatif
draai geven
zwing geiven
draak
drouk
drempel / dorpel
delper
drie
droi
driewieler
droiwieler
driewielige bakfiets
triporteur
dromen
droeimen
droog
droeig
druk maken
a kas opfretten
drukke vrouw
mieklawiet
drukte op straat
begankenis
duivel
dulver
durven
tèiven (teivde, geteifd)
duwen
daven
DVM
de dams
DVM
spinozjerokken
dwaas
dwoozen; dwoos
dwalen
vasjollen
dwazerik
zjoeben
dweil
dwoil
echt
persé
echtgenoot
eere ventj
echtgenote
donsj / dei van onsj
eekhoorn
iejkoeireken
één
ieën
een (man), een (vrouw), een kind
ne (maan), en (vra), e (kindj)
een beetje (de griep)
en smeit van (de griep)
een dikke knikker
nen dieken meirbol, nen tierekatasch of nen tierekardatsch
een scheet laten
broekhoest
een slag in het aangezicht
en saflet oep a wezen(moil)/en raket oep a wezen(moil)
een slag op je wang
een sjoflet op a kaok
een stokje voor steken
ane velau teigezetten
een uitstulpsel
nen tjoepel
een vuile prei een vuile vrouw
een voile proi een voile vra
eendracht
iendracht
eens
isj
eerlijke
ierlekke
eet
etj
egel
esse
ei
oai
eigenaar
oaigeneer
eigenaardig
scha/scha dinges
eigenaardig persoon , humorist
schaa maan
elkaar
elkander
elkaar
makoor
emmer
auker, iemer
enkels
knoeselen
enorm
gralek
er is heel wat (voetgangers)drukte
der es veil begankenis
er uit
der ooit
erg
eirg / vriejt
erg lang geleden
vried lank lein/en toike lein
ergens
ieveranst
erwtjes
eirtekes
Esplanadeplein
Koelemert
esplanadeplein
koelemert
eventjes
rezzekes
Excuseer, ik heb u niet verstaan, kunt u dat nog eens herhalen?
Hein? / Wadde? / zeit da nog isj / kinde da nog isj vedrom oeverdoeng/op ernief
feest
fiest
feit
foit
fier
permentig
fiere persoon
bloos
fiets
velau
fietsen
per velou rojn
fietsen
velous
fietsstuur
gedong
fijt
veirkevlies
fotograaf
podrettentrekker
frank (geld)
nen bést
ga je
goje
ga weg
god oon
gaan
goon
gaan
goan
gaan we door?
gommen voesj?
gang
gank
garnaal
gernot
gas geven
poer geiven, bezze geiven, vlam geiven,
gebakje
pateiken
gebeuren
gebeiren
gedrongen kruiperig vervelend persoon
ne kleine kremper
Gedroogde haring
Gedroeigd'n erink, boelink
geduld
possensje
geduld
possensje
geef me eens dat pasteitje
gyf mé ne kier da pateke
geen
gien
gehakt
gekapt
gehandicapt
mallonjig
gehandicapte
mallooinnige
geheel
grat
geit
goit
gek
kirrebisj
gek
beizekoek mankeiren
gek
mabboel
gek
vois los
gek
tes ienen ver Léé
gek persoon
toitendrooir
gekookt
gekoekt
gekookt
gezoeien
gelatine pudding
ledder
geld
geldj, moenekaa
geld tonen
blikken boeven olen
geldnood
geldjnoeid
geleden
afgezien, geleën
geleden (lang -)
lein (lank -)
geluid
geloid
geluksvogel
sjansaar
gemaakt
gemokt
gemeen mensen
ramenant, soert
gemmen volk
soert oit de klein hoizekes
gemorst
gegosseld
gepasseerd
gepasseird
Geraardsbergsestraat
zaatstrotpoeërt
gerei
bataklang
gestolen
gestoelen
getrouwd
getraat
geweldig
gralèk
gewoon
gewoein
gezicht
bakkes,moil,toet
gezicht
smoel
gierigaard
kreftamboiter, peizeweiver
ginder (ginds)
gier, geer, ageer
gips
plooster
glijbaan
afrijzer
goed oog
masjersoeig
gommetjes
chinchip - zjinzjip
goochelen
schammateiren
goot
zep
goot
chep
goot
zkep
goot
zjep
goud
gaad
goudvis
gaadvis
graaf van egmont
graastieën - de koônt
graag
geiren
grappige vrouw
schaa jak
gras
gès
griffel
tjoep
grint
karaljekes
groenten
groensjel
groot
groeit
groot hoofd
blooskop
grote knikker
tierekatasj
grove fout
keimel
Guido Gezellestraat
Tsaar
Haarvlecht(en)
Keikel(s)
hagadis
Slangetisje
handtas
sjakosj, kabbas
haring (ook plaatsnaam)
erink
hart
ert
hebben
emmen ('k em, g'etj, a eit, weir emmen, geir etj, zeer emmen)
heel
gralèk
heel erg
gralek noaig
heet
iejt
heete muis
iete mois
heethoofd
ietenbollie
helemaal
gielegans
helemaal
gilleganst
helemaal
giejlegans
hemd
emme
Hemelvaartsdag
onzjierheimelvoort
herdoen
oeverdoeng
hesp
eps
het
't
het aalsterse woordenboek
den oilsjtersen diksjoneir
het belangrijkste
't prinshte polshte
het nieuw politiebureau
't gloze kot
hier
ier
hij
oi
hij is gevallen
heis getotterd
hinken
peirtinkelen
hoe
oe
hoen
oenjer
hond
ond
horen
hoeirn
huichelaar
karottentrekker, moilentrekker
huis van plezier
kabardoesjke
hutsepot
oesjepot
IDFA
iedeeëfaa
iemand die niet naar huis wil vanuit het cafe
plekplooster
Iemand met ros haar
Ne vos
iemand van dendermonde
nen boitelander
ijsje
cremken
ijskreemkar
kreemkeire / kreimeglas
Ik ben dronken
'k Em e stik in men gilé/kloeïten / 'k Em e stik in menne meilen
ik heb
kem
ik zie
k' zing
in de war
in de weddel
in de war
vernoesjeld
in je bed kruipen
in a keef kroipen
in verwachting
in poziesje
interview
intervjoe
ironisch lachen
zwanzen
is
es
ja
joot
jaar
joor
jan
jannet bontje
jaren
joaren
je
ou
Je moet er niet op rekenen
Da za tegen a jaket zèn
jenever
chaneivel
Jessica
zjesika
jeuk
iksel
jij
goi
jonge man
koskrie
juist
bozjop
jullie
geir
kaars
kees
kaas
kees
kaaskroket
keeskroket
kabaal maken
perrewetten mauken
kachel
stoe-oef
kachel
stoef
kameel
kamiel
kameel
kemel
kapot
grat af, grat om jiep, nor de kloeiten
kar
keire
karamel
kerremelle
karretjes
kèrrekes
kat
tekhaos
katholieke meisjesschool van Aalst
de Dams, spinozjerokken
Katholieken (politieke strekking)
Tjeven
katje verstopper
katjen alloe
kauwgom
sjik
keitjes
karellekes
keizer
koizer
Keizerlijke Plaats
Vesten
keuken
keeken
Kikker
Poit
kilometerteller
kilometrik
kind
kindj, pallesoot, kadee
kindergedoe
kinjerrozje
kinderwagen
kinjerkoesj
kip
kiek, kieken
klagen
kreften, kloagen
klapluik / oor
blaffetier
kleding
ploenje
kledingzak
ploenjezak
klompen
kloeten
klootzak
bezze
knarsen
kranjzelen
knieën
knienen
knikker (grote-)
tierekartasj
knikkers
meirbollen
knikkers (groot)
tierekartasjen
knikkers (klein)
bizjoekes
knikkers (normaal)
meirbils
kolen
oeile
kolen (groente)
koeilen
kolen (steen-)
koelen
kolenas
schrammoelje
kommoer
komkoer
konijn
konnouen ( centrum)
konijn
kornouen (mijlbeek)
koord(je)/touw
koere(koeireken)/keure
koper
koeiper (=mensj) of koeper (metool)
korte kousen
shoshetten
kortstondige verloofde
keiremeslief
kostelijk
petje ploeï
kostschool
pansjnoot/pensjonoot
kotsen
spaagen, oevergeiven
kous
kaas
krant
gazet
kruiwagen
kerrewaougen
kuis
kois
kurk
stopsel
kus
beiz
kussen
kissen
kussensloop
ippelink
kwakzalver
goitendoktoer
kwastje
flosjken
laag
lieg
laat
lotj
laatste pintje
slaupmoesj
lade
schof
laden
loïen
laken
ammelouken
lampekap
abazjoer
lang
lank
langs ons streek
lalonzent
langs uw streek
laleirent
lastig persoon
ambetanterik
lawaai
lawoait
ldvd
lossendeirdeveirdeirdeir
leiband
lisj
Lelijk persoon
drauk
lepel
leper
leraar
lieroar
leren
lieren
leuk
foin
leuk/tof
vriejt
Lexy
azjel
liberaal
blaan
liberalen
de blaa
licht gekookt
nizzekes
lichtjes vuil
bekeiseld
lichtschakelaar
eintripteur
lichzetel (transatlantieker)
loiërik
liedje
lieken
lies
iegenissen, ikeniesen
lies
iekenis
lies
ikselplek
liesstreek / lies
iekenissen
ligzetel
sjesloon
lijf
loaf
lijn
loain
likstok
stamper
lood
loeid
lopen
loeipen
losstaand
wiggelwaggel
Louis
Lowie
lucifer
steksken
luiaard
loiërik
Luipaard
Loipeerd
luis
lois
maaltijd
meireteiten, noengeiten, oaventeiten
maan
moon
maandag
monjdag
maar
moar
maar ja
mo joot
magere slonzige vrouw
slawelle
man
teppen
man met streken
bevallegort
mannelijk lid
flosh
mannelijke kwezel
pilerenboaiter
mannen w c
pisoijn
mantel
palto
markt
mert
masker
vesosje
meer
miejr
meid
meisen
meikever
moëljer
meikever
moiler
meisje
masken
meisje
mokke
meisjesgek
maskeszot
mensen
mensjen
merrie
merre
met
mé
met zijn drieën
mè droi
mij
moi
mijn
moin (met nadruk), men (gewoon)
mijn (vrouw), mijn (man)
moin (vra), moine (maan), moi (kindj), men (vra), menne (maan), mé (kindj)
Mijn beurt.
Moinen toer.
mijn oma
mè metjen
mijn stad
men sté
mijn vrouw
ons vraa
mijn vrouw
menen gendarm
mijn, jouw, zijn
moine (moin, moi), ane (a), zoine (zoin, zoi)
minuten
menieten
moe
moei
moeder
moeier
moeder
moier
moeder
matj
moelijk manspersoon
eppentret
mogen
meigen
molenstraat
't gat van de mert
mooi
sjik, schoein
mooi meisje
een bieken/een schooin masken/een schoon treez
Moorsel
Moeïsel
morgen
meiren
morgend
meirend
morsen
gosselen
morsen
moeisen
morsen
smosjtern
mortel
mash
mug
migge
muggenzifter
peizeweiver
muis
mois
muts
mouch
naakt
bloewiet
naam
noom
naam
noum
naar
nor
Naar daar
ageijr
naargelang
anavanant
naast
nevest
naast plasser
skjief zjieker
NACHTKLEED
TABORT
naftaline
mottebollen
natuurlijk
natierlek/vaneigest
natuurlijk
vanoiges
nek
kalenik
nergens
nieveranst
Nestor De Tierrestraat
gazemeiterstroot
niet
ni
niet bezorgd
ongezjeneird
niet stil liggen
krawietelen
niet vergeten
opkroppen (verdriet; haat)
nietsnut
destereer
nieuw
nief
nieuwe
nieven
Nieuwerkerken
Nievekeirke
Nieuwjaar
Nievjoar
nieuwsgierig
krejeis
nijdige vrouw
plooster
nijdige vrouw
tang
nochthans
pertank
noedels
kneddelen
noedels
jonges in de vaort
nooit
noeit
nu
naa
ochtend
meiret
ochtend erectie
bierfloit
ogen
oeigen
oliebollen
smoutebollen
oma
bomma, metjen
oma
metjen
onbetrouwbaar
skabalek
onderbrekingen
tissepoeizen
onderbroek
kallesong
ondergoed
verschoein
ongeval
malleir /aksident
onnozel
onnoeizel
onnozelaar
eirpel, troeten
onwaarschijnlijk
onwoarschoinlèk
oorveeg
saflet
opa
bompa, petjen
opa
petjen
open onderbroek
snelzjièker
ophouden
opaven
opnieuw
vedrom , ereetj
opnieuw
vedrom / op ernief
orgel
ergel
oud politiebureel
de zaatstrotpoeirt
oud/te oud
aat/taat
oude vrijster
okkozjeprot
oude vrouw
kween
over
oever
overgeven
spagen, gebbelen
overgeven
gebbelen
overgordijn
drapperie
overjas
frak, pardessie, paltou
overschoenen
galosjen
overvol (het was -)
zwert van t volk (het zag -)
paardebloem
pisblomme
pannekoek
pennekoek
pannetje
e penneken
pantoffels
slasjen
peetjes
wettelkes
per ongeluk
per malleir
pester
kloeètzak
piekhouweel
pios
pijn
zjiër
pijn
jieër
pikant
eftepié
piment (celderijzout)
eftepie
Pinksteren
Sinksen
pipi doen
pissen
pissebed
veirkesbiest
pissen
zjiëken
pitten
keirekes
plaatsje
plosjken
plastic
plastieken
plat aalster eh ajuin
plat olstjers eh ajoin
plein
ploin
pleister
plekkerken
plets
pladdasj
pluizen
vasjelen
pocher
beslagmoaker
poeskapel
poesjkapelle
politicus
koleiregeiver
politie
flik, nen blaa gekoleirden, nen blaa'n, poliesje
politie
poliesje
politieagent
sjampetter
polsuurwerk
arlogge
pook
koeteroak
poort
poeërt
pop
poep
porselein
poezjeloin
potje
potjn of kommeke
potlood
krejong
pralines
pralinnen / pranillen (van oever 't woter)
praten
klappen, zjievern
prei
paroai
prijs
prois
prins
prinsj
proberen
probeiren, ovvetieren, reskeiren
pruik
pariek
prutsen
foefelen, foesjelen
puber
snottebelle
puntmuts
tettemoesj
puree (spinazie-, ui-, prei-)
stoemp (spinozje-, ajoin-, paroai-)
put
pit
raar
schaa
rafelen
vazjelen
rafelig
oitgevazjeld
rammeling geven
aftateren
rammeling geven
poeierink geiven
rare
schaan
regenjas
(eim)permijabel
regenworm
teerlink
rijkswachter (gewoon)
zjandarm
rijkswachter (op motorijwiel)
zwontjen
rioolput
ontvanger
rode bessen
troppelbeizen
rolgordijn
stoor
rolluik
vollei
rommel
bazzaar
rond punt (aan de parklaan)
den eerink
ros balatum
een boerepeird
Ros Beijaard
goe geprobeird / Ros Ballatum wannabe
rotte aardbeien
matotten
rug
drigge
rug dragen
karrelik
Ruiten (vierkanten print)
Karaukes
ruitjes
karroukes
ruitjes
karaukes
ruitjes (schrift met ruitjes)
karoukes (kajei mé karoukes)
rups
rips / risp
ruzie
riezje / ambras
saai
zaat
saus
saas
schaap
lemmen
schaatsen
schovverdoainen
schilder
fassadeklasjer
schommel
biezabeise / boaïs
school
schoel
schooltas
schoelkabas
schoon
schoeïn/schooin
schorseneren
schorsneilen
schort
vesschoeit
schouw
schaa
schouwroet
zoet
schrijver
schroiver
schroevendraaier
toernavies
schuin
schief
schuin tegenover
schiefrechtoever
sedert geruime tijd
alankal
sinaasappel
appelsing
sint maarten
sjinte merten
sintels
schramoelje
sinterklaas
sintjemerten
sjaaltje in bont
foerirken
slaapkleed
tabbord
slaapkleed
tabbort
slaapkleed
tabboort
slager/beenhouwer
bienaver
slakken (bereid om te eten)
scherregossen
slapen
slaupen
slappeling, dom persoon
nen troeten
slecht gekleed persoon
nen afdoenjer
slordige vrouw
sloeer
sluw
liep
smeerlap
kloeètzak
smoutebollen
smaabollen
sneeuwen
sneên
snoep
smokkel, smokkelink
snoepen
smosjteren / smokkelen
socialisten
sossen
sokken
kasen
spaken (fietswiel)
rejongs
spartelen
spettelen
speeksel
spiksel
spin
spinnekop
spinazie
spinozje
spinazie
spinojze
spleet
gerreken
spoortunnel
konker
st annalaan-ledebaan
poëtepit
st jozefcollege
't groeët colleige
st martinus college
't klein colleige
staart
kodden
station
stausje
steeds
immer en altoaid, aal zé leven
steeg
stretjen
steenkool
oeilje
step
trottinnet
sticker
tettenplekker
stoep (trottoir)
boaïgank
stoeprand
boïle
stoofvlees
stoeveroai
stop eens
aafdinsj op
Straat
Strout
straatgoot
zep
straks
fleis, sebiet
super
vriejt
Super goed!
Gralek guu!
taal
tool
taart
toort
tafelkleed
ammelauken, taufellauken
tafelkleed
ammelaoken
tamelen
troechelen
tapijt
tapoait
tas
kabas
tas (kopje)
jhat
te drukke vrouw
bloiraat
te koop
te koeip
tegendraads
ouveregt
tegenover
schiefrechtoever
tegenwoordig
serrewoerdeg
terug
vedrom
terwijl
swoaïlest
terwijl
mansj
tijd
toid
tijdens
binsjt
tijger/tijgerin
toiger/toigerinne
tintelen
zingelen
toelaten
permetteiren
tof/leuk
vriejt
toilet
vertrek/(de) koer/baathoizeken
toog
toeig
touw/koord(je)
keure/koeire(ken)
traag persoon
destereer
traag stappen
slenjteren
trappen
terren
trappen (op een bal -)
schippen (op nen baal -)
trappen (op iemands voet -)
terren (op iene zenne voet -)
treuzelaar
troesjeleer, dasjtereir
treuzelen
troesjelen
trottoir
boigank
tuis
tuisj
tunnel / brug
konker
turnen
kadoensjten doeng
turnen
kadoenchen
tussen
tissen
twee
geriët
u
a
ui (ook bijnaam Aalstenaars)
ajoin
uitdelen
oitdiejlen
uitgeput
oitgeteldj
uitwerpsel
baat-stront-kaka
uren
ieren
vaas
voos
vader
voiër
vader
patj
vagina
veireprot, preut, proïm, prit,...
vagina
keirkepitjen, mizjol, smirza
vagina
zwozze-mois-preute-onderste leppen-turnzool ver stoivereikken-flapdeiren
vallen
girla goan
vallen
totteren
valsaard
liepen
varken
veirken
vastenavond
vastelauved
veel
veil
velg
zjant
venster
veinster
ventieltje (fiets)
soepapken
verdacht
loesj
verdacht cafeetje
kabberdoesjken
verhaaltje
verolsjelken
verkeer
passoche
verkleed
verklidj
verkreukeld
verrompeld
verlegen
beschomt/scha
verlof
konzjei
verrekijker
gemel
verschrikkelijk
graalek
verstoppertje
katjen aloe
vertrouwen
betraaven
vertrouwen (kan ik hem - ?)
betraan (kanekem - ?)
vervelend
ambetant
vervelend persoon
ambetante kloeitzak
verwikkelingen (wonde)
koodspel
verzekerd
verassereird
vest
frak
vezelplaat
vezelploot
viezerik
zwertzak , voiloard
vijf
voif
viswijf
mie klawiet
vlak op
bosjop
Vlechten (haar)
Keipelen
De wereld gaat door, de tijd gaat voorbij, mensen gaan weg en soms keren ze niet meer terug en blijven alleen nog foto's achter. Robert Frank (1924-2019)
Re: Oilsjters' best herkende dialect
Geplaatst: 28 Nov 2012 11:03 am
willy kiekens schreef:al aan samenwerking met Jan en zijn dictionair gedacht?
De wereld gaat door, de tijd gaat voorbij, mensen gaan weg en soms keren ze niet meer terug en blijven alleen nog foto's achter. Robert Frank (1924-2019)
mijnwoordenboek.nl
Geplaatst: 28 Nov 2012 05:11 pm
jan louies schreef:De Aalsterse woordenlijst op de site 'mijnwoordeboek.nl' is zeer onnauwkeurig: hij bevat veel onjuistheden zowel qua uitspraak als betekenisomschrijving. Het is ook onduidelijk wie de auteur is.
Op de site 'Oilsjtersen-dikjoneir.be staan alle door mij nieuw verzamelde woorden sinds de laatste uitgave van den Oilsjtersen Diksjoneir (2005). Ik overweeg een heruitgave volgend jaar, waarin naast de oude ook deze nieuwe woorden zullen opgenomen zijn...
De wereld gaat door, de tijd gaat voorbij, mensen gaan weg en soms keren ze niet meer terug en blijven alleen nog foto's achter. Robert Frank (1924-2019)
zweigoord
Geplaatst: 05 Dec 2012 01:49 pm
Alostum schreef:Vorige week kreeg ik het bezoek van een kranige 96 jarige Aalstenaar, heeft enkele uren zitten vertellen en een woord waar ik wat uitleg moest over vragen was “zweigoord” (zwijgaard) !!
Hij gaf me de volgende uitleg:
‘Tijdens W.O.II had hij ergens langs de Rozendreef enkele tabaksplanten kunnen planten, na de oogst liet hij de bladeren goed drogen en bezorgde ze aan een bevriende tabaksbewerker om te versnijden. Maar deze had hem “zweigoord” terug gegeven! Wel tabak maar, natte tabak, met nog groene bladeren ertussen zodat je moest blijven aan je sigaret of pijp lurken of ze ging uit. Zodat je geen tijd had om te praten, vandaar “zweigoord”.
mvg. Alostum
ps. ben niet 100% zeker van de Aalsterse schrijfwijze
De wereld gaat door, de tijd gaat voorbij, mensen gaan weg en soms keren ze niet meer terug en blijven alleen nog foto's achter. Robert Frank (1924-2019)
Re: Oilsjters' best herkende dialect
Geplaatst: 05 Dec 2012 02:12 pm
willy kiekens schreef:galoshen: rubberen insteekschoenen om over gewone schoenen te trekken.
De wereld gaat door, de tijd gaat voorbij, mensen gaan weg en soms keren ze niet meer terug en blijven alleen nog foto's achter. Robert Frank (1924-2019)
Academie Alostoise ofte "d'Oilsjters Academie"
Geplaatst: 17 Jun 2013 05:24 pm
abu bart schreef:Wat mij de laatste jaren meer en meer opvalt is dat de jeugd van 't stad minder en minder het Oilsjters behoorlijk kent, laat staan spreekt.
Vooral in de karnavalstoet valt dit op en ergert mij eigenlijk wel.
Zou het niet mogelijk zijn een Oilsjterse Academie op te richten, eventueel binnen de schoot van, ik zeg maar wat, de Orde der Draekenieren, die zou toezien op het correct taalgebruik op de karnavalwagens?
Niet te verwarren met de schepen voor Vlaamse zaken, hé, puur folklore en met respect voor het zuivere Oilsjters, of dat dat nu van de goeie kant of van de slechte kant van 't woater is maakt niet uit. Onze auteur Jan van den Oilsjtersen Diksjoneir zou hier een behoorlijke zetel in verdienen.
Wa peisde?
De wereld gaat door, de tijd gaat voorbij, mensen gaan weg en soms keren ze niet meer terug en blijven alleen nog foto's achter. Robert Frank (1924-2019)
Terug naar “Het alledaagse leven - het volksleven”
Wie is er online
Gebruikers op dit forum: Geen geregistreerde gebruikers en 20 gasten