Adjunkt-commissaris Camiel Commerman

Moderators: Alostum, david, janlouies

Gebruikersavatar
Alostum
Site Admin
Berichten: 13002
Lid geworden op: 14 Mei 2014, 15:27
Locatie: Aalst

Adjunkt-commissaris Camiel Commerman

Berichtdoor Alostum » 17 Sep 2021, 23:05

In 1901 kwam adjunkt-commissaris Camiel Commerman (°Aalst 04/09/1861), na een klacht, wegens zedenfeiten - aanranding van de eerbaarheid in opspraak. De zaak mondde uit in een politiek steekspel en op 10 november 1905 bood Commerman zijn ontslag aan.
Uiteindelijk werd hij door het Beroepshof van Gent in januari 1906 veroordeeld tot "6 maal 6 manden gevang, 6 boeten van 26 fr. of 8 dagen gevang en de onkosten".

Bij zijn ontslagbrief aan de burgemeester voegde hij volgende toelichting:

"Op 22 februari 1886, na 3 jaren trouwen dienst, als korporaal militiaan bij het regiment grenadiers, werd ik tot speciaal agent bij de politie dezer stad benoemd; steeds heb ik het bewijs gegeven van iever en verkleefdheid, zelfs heb ik, reeds van toen af, meegeholpen tot het ontdekken van dieven en andere boosdoeners. Zoo heb ik gansch alleen de daders ontdekt en aangehouden der dieften met braak en beklimming, gepleegd in juli 1889 ten nadeele van De Blieck Honoré, te Aalst, de weduwe Van de Velde te Erpe, en eener rentenierster te Herdersem, daders De Wolf, Lecompte, Van Delsen, alsook de daders van verscheidene gelddieften bij den bedelaar Willems: daders Peeters Frans en De Waele Josef, der diefte met braak en beklimming ten nadeele van Lisemont Bernard, daders: De Groodt, Van de Velde, De Smedt Josef en De Smedt Philemon.
Op 22 februari 1890 werd ik adjunkt-commissaris benoemd.
In die hoedanigheid heb ik de volgende feiten onderzocht en voleindigd:
21 juni 1890 - Diefte met braak en beklimming, gepleegd in het buitengoed De Smedt-Blondiau. Ontdekking der daders Van den Steen, Walgraef, De Wolf en De Groodt.
september 1890 - Aanranding en poging tot diefte op den openbare weg door Van Nuffel Odilon, op den persoon van Van den Steen Angelina.
november 1890 - Diefte met braak en beklimming, gewelddaden en doodsbedreigingen bij Van Poel Joannes, waarvoor de daders De Groodt en Bernhard, die ik alleen ontdekt en aangehouden heb, elk tot 10 jaren opsluiting veroordeeld werden.
maart 1891 - 14 dieften en misbruiken van vertrouwen door De Groodt Mathilde.
10 april 1891 - Diefte van bloem en boter. Wauters Gustaaf en Meganck Josef.
17 april 1891 - Diefte met braak door De Pierre en Van den Berghe, ten nadeele van de weduwe Hebbelinckx.
6 mei 1891 - Aanhouding van De Greef Joannes, dader eener belangrijke gelddiefte te Lede.
juni 1891 - Verscheidene dieften van koopwaren door Geyst Louis en Sterck, gebroeders.
september 1891 - Ontuchthuizen Backaert Valentine en Coorde Octavie.
januari 1892 - Verscheidene dieften gepleegd door De Naeyer Leopold en Wauters Joannes.
februari 1892 - Verscheidene dieften door Van de Maele Frans, Guns en anderen.
24 maart 1893 - Verscheidene dieften door Tollenaere Adolf.
juli 1893 - Aanhouding van Elewaert. Diefte te Gent.
24 mei 1894 - Diefte te Aalst en te Erembodegem door Verhulst Frans, bij De Clercq G. en Van Hoeck.
10 october 1894 - Peerdediefte te Soignies-Ducarme.
14 november 1894 - Diefte bij de wed. Van Geert door De Troyer.
12 april 1895 - Diefte te Steenhuyze. Ontdekking van den dader Nachtegael.
3 juli 1895 - Diefte bij Van der Schueren O., Lefevre Marie.
26 augusti 1895 - Verkrachting met gewelddaden van Roelandt Sylvie, door Van den Steen en Bombeeck.
19 october 1895 - Aanhouding van Berger-Van den Berg en Van den Eechout. Poging tot diefte bij D'Haens Frans.
december 1895 - Diefte eener pelsjas. Van Delsen Theodoor.
januari 1896 - Diefte met braak te Audenaarde bij den kapitein Haan. Ontdekking en aanhouding van Van der Niepen, dader, in Frankrijk.
februari 1896 - Verscheidene dieften door Kerselaar en anderen.
18 april 1896 - Aanhouding, dieften op den openbare weg van Van de Velde, Meldert, door Van de Perre en Van Goethem.
november 1896 - Diefte bij de kinderen Van der Meerssche door Renneboog Elias.
31 december 1896 - Diefte met beklimming bij De Blieck H., door Beerens Joannes.
26 maart 1897 - Diefte bij Bauwens F. door De Backer Philomena.
14 juli 1897 - Diefte, Filature du Tragel. De Beul Pet.
9 augusti 1897 - Diefte bij Bourgeois door Wauters Lucas.
25 augusti 1897 - Diefte bij Van Poel door De Mol Triph.
7 october 1897 - Diefte bij Eechout door Van Mieghem en Lievens.
januari 1898 - Verscheidene dieften door Dierickx Michel.
6 april 1898 - Dieften in de statie door De Wolf Jan.
23 juni 1898 - Diefte buitengoed der Jesuiten. Meganck, Kindermans.
27 juli 1898 - Diefte buitengoed De Moor. Meganck, Van de Maele.
september 1898 - Diefte buitengoed Broeders. Geyst, De Petter, Wauters.
30 september 1898 - Diefte bij Van der Schueren, zink. Baevegems, Pieters, Coppens.
23 october 1898 - Verscheidene dieften. Kindermans, Van de Maele en anderen.
22 februari 1899 - Verscheidene dieften door De Brauwer en De Petter.
mei - juni 1899 - Aftroggelarijen, Bombeeck A., Peeters C.
22 april 1899 - Diefte statie. Verbeeren H. en De Waele.
2 juni 1899 - Diefte De Gheest A. Schollaert en Deneef.
april 1900 - Dieften. Daders 3 gebroeders Dureuil.
13 augusti 1900 - Dieften fruiten. De Brouwer Louis.
2 november 1900 - Diefte (geld) met braak bij Jacquet. Schollaert A.
30 januari 1901 - Diefte met braak (geld) bij Rombaut L.
6 augusti 1901 - Diefte met braak (600 frs.) bij De Proost. Schollaert, Fransaert.
11 december 1901 - Callaert Marie. Diefte door Fransaert St.
maart 1902 - Diefte dakgoten, door De Petter, gebr., Geeraerdts Jan, Temmerman en anderen.
En dan de groote dieftens met braak en beklimming, welke twee achtereenvolgende winters omze stad teisterden en waarvan de daders De Bruyn Martin, Buyle Jan en Alfons, Renneboog Felix en De Waele Josef door het Hof van Assisen tot 20 jaren opsluiting werden veroordeeld, en ter welken gelegenheid ik door den heer Voorzitter van het Hof werd gelukgewenscht over de wijze waarop ik die onderzoeken had gedaan.
Diezelfde gelukwenschen werden mij ook overgebracht door den heer Baron Leo de Bethune, en dit in het bijzijn van geheel het personeel der politie, wegens den heer Procureur generaal, officier van het Openbaar Ministerie tijdens den zittijd der assisen.
Ziedaar, Mijnheer, een kort verslag van de bijzonderste zaken, welke ik tijdens mijne lange loopbaan heb behandeld en tot goeden afloop heb weten te brengen.
Laat mij ook toe, te doen uitschijnen dat ik daar en boven, en niettegenstaande mijne veelvuldige bezigheden, gedurende 3 jaren het schrijfwerk van het Openbaar Ministerie heb gedaan, en dit zonder eenige vergoeding.
Voegt daarbij, dat telkens wanneer er politieke bewegingen, werkstakingen, of andere woelingen waren, ik steeds op de bres was, vandaar ook dat mijnen naam zo menigwerf in de politieke bladen is verschenen, laatst nog bij het geval van het Meisjesweeshuis.
Hopende, Mijnheeren, dat de aanhaling dier onderzoeken en feiten, eenige kracht aan mijn vraag moge bijzetten, noem ik mij met eerbied,

Uw onderdanige dienaar,
(get.) Commerman adjt."


Bronnen:
- S.A.A. - Briefwisseling 1905
- S.A.A. - krantenarchief http://aalst.courant.nu/
De wereld gaat door, de tijd gaat voorbij, mensen gaan weg en soms keren ze niet meer terug en blijven alleen nog foto's achter. Robert Frank (1924-2019)

david
Berichten: 240
Lid geworden op: 17 Mei 2014, 18:40
Locatie: aalst

Re: Adjunkt-commissaris Camiel Commerman

Berichtdoor david » 18 Sep 2021, 18:55

Camillus Camiel Commerman:

Het gevoel van macht is voor velen een onweerstaanbare drang dat hen volledig in de greep heeft en dat niet zelden leidt tot misbruik ervan. Er zijn verschillende vormen van machtsmisbruik, vaak van politieke, financiële of seksuele aard. Het geval Camiel Commerman was een duidelijk voorbeeld van macht, die hij genoot als adjunct commissaris, in combinatie met een onblusbare drang naar seksuele beleving. Die wanneer hij eenmaal zijn slag thuis haalde zorgde voor een euforisch gevoel wat heel verslavend bleek te zijn...
Camiel Commerman alias Vos Commerman(°04/09/1861+ 17/09/1941) was de zoon van Hieronymus Joannes Commerman, hovenier en Maria Jacoba Callebaut, hovenier(ster).
Hij bracht zijn jeugd door op Mijlbeek en oefende tot zijn legerdienst hetzelfde beroep uit als zijn ouders. Op 22 september 1886 huwde de 25 jarige Camiel met de toen 18 jarige Emma Roels, kleermaakster. Het gezin vestigde zich in de watertorenwijk maar zal later naar de Peperstraat 52 verhuizen, ze kregen vier kinderen: Adolphus (1887) , Silvia (1889), Maria-Catharina (1890-1905) en Clementina (1891-1893).

Camiel Commerman was politieman in Aalst van 23 februari 1886 tot 10 november 1905 . Van 1886 tot 1890 als speciaal agent, op 22 februari 1890 werd hij gepromoveerd tot adjunct commissaris. Camiel Commerman was een van de meest gedreven en bekwame politiemannen die onze stad ooit gekend heeft:steeds heb ik het bewijs gegeven van ijver en verkleefdheid, zelfs heb ik, reeds van toen af meegeholpen tot het ontdekken van dieven en andere boosdoeners.
De lijst van de door hem opgeloste zaken was dan ook indrukwekkend.
Ondanks zijn ijver als gedreven politieman deed het gerucht de ronde dat adjunct commissaris Commerman zich heel regelmatig schuldig maakte aan seksueel overschrijdend gedrag. Geen enkele vrouw dierf het commissariaat nog betreden als Camiel Commerman dienst had. Meermaals trachtte hij vrouwen die op het commissariaat kwamen aan te randen en vanuit zijn machtspositie als adjunct commissaris haalde hij vaak zijn slag thuis.

Om een einde te stellen aan het dagelijks gerucht dat er vrouwen zouden zijn die bang waren om naar het politiebureel te komen tijdens de diensturen van adjunct commissaris Commerman werd door agent Karel Colson samen met agent Arthur De Boeck op vrijdagavond 3 november 1905 eene bijzondere waakzaamheid ingericht. Rond 6 uren 's avonds zijn wij langs de groote poort van 't landhuis binnengegaan en zijn wij met de sleutels dewelke ik denzelfden avond gehaald had bij den heer Polydoor De Paepe , bevelhebber der brandweer van Aalst, in het arsenaal binnengegaan en hebben ons op hinderlaag gezet door de middenvenster van het eerste verdiep, van waar wij goed de plaats op het politiebureel van den heer Commerman konden zien. Rond 7 ure 20 minuten kwam er een vrouwspersoon op het politiebureel, dewelke wij niet kenden. Deze bleef eenige oogenblikken binnen den ingang van het bureel recht staan. Opeens zagen wij den heer Commerman recht staan, nam eenen stoel en zette den stoel aan zijne tafel. Dan nam hij het meisje vast met de eene hand op den schouder en met het linkerhand op haren linker arm en zette zoo goed het meisje op den stoel neer. Hij plaatste zich voor het meisje ook op zijnen stoel en begon haar gestatig in de oogen te zien, bijna met zijn aangezicht tegen het hare of hij haar wilde kussen. Nu bukte hij zich en deed bewegingen met zijne handen of hij onder hare kleederen wilde gaan. Opeens ging de middendeur van het bureel open waarop zij alle twee verbaasd omzagen. Dit was een persoon die eene gazet binnen bracht, deze had bij het weggaan vergeten de deur te sluiten, den heer Commerman stond op, nam de gazet en sloot terug de deur waarna hij weer op zijnen stoel ging zitten. Hij herbegon met terug het meisje in de oogen te zien en hij plaatste zich zoo bij het meisje dat hij met zijne knieën tegen de hare kwam. Opnieuw bukte hij zich en ging onder de kleederen van het meisje. Meermaals zagen wij haar achteruit schuiven met haren stoel doch hij volgde haar zooveel mogelijk op. Hem terug bukkende sprong zij ineens recht. Ik deed daarop onmiddellijk den agent De Boeck naar beneden gaan teneinde het meisje aan te spreken. Ik bleef zitten en bestatigde dat zij langs de groote deur buiten ging. Toen de agent aan de poort kwam was zij reeds weg.

Na onderzoek bleek het onbekende meisje Maria Hortentia De Buyssche, 16 jaar, straatje Van Der Meerssche* te zijn. Op bevel van burgemeester Gheeraerdts begaven de twee agenten zich maandagavond 6 november naar het straatje Van der Meerssche om het meisje te ondervragen, zij verklaarde: Nauwelijks gezeten begon hij op mijn hart te wrijven en vroeg mij met hem eens te willen gaan wandelen en voegde er bij: zoudt gij niet eens eenen nacht mogen uitblijven? Waarop ik antwoordde: Neen Mijnheer, ik moet des Zondaags om negen uren 's avonds thuis zijn. Dan vroeg hij terug, kunt gij u niets uitvinden? Kunt gij niet zeggen, ik moet hier of daar zijn? Waarna hij mij bij de beenen pakte en zegde, gij hebt dikke beenen! Waarop ik op mijnen stoel achteruit schoof maar hij wilde mij dit beletten met mijnen rok vast te houden en zegde: gij zet u altijd achteruit in plaats van vooruit. Terwijl ging hij terug onder mijne kleederen en kwam aan mijne vrouwelijkheid. Ik neep mijne beenen toe om hem te beletten nog verder te gaan. Hij neep in mijne billen om mijne beenen te doen openen. In tusschentijd had hij zijne broek geopend en haalde zijne mannelijkheid boven waarop hij mij dan vroeg: Halè! Pakt hem eens! Hetgeen ik weigerde te doen, hij nam mijne hand vast en bracht het met geweld aan zijne mannelijkheid. Waarop ik zegde: Halt Meneer, dat niet! Daarmede sprong ik recht en wilde heen gaan, dit ziende beval hij mij maandagavond terug te komen.

Maria Hortentia die eigenlijk gekomen was om een klacht in te dienen deed wat haar door Commerman gevraagd was en keerde maandagavond 6 november terug naar het politiebureel:
Dezen avond ben ik terug naar den bureau bij den heer Commerman gekomen. Nauwelijks op het bureel nam hij terug eenen stoel en plaatste hem op dezelfde plaats van verleden vrijdag en duwde mij terug op den stoel. Ik zegde, Mr. Ik ben niet moei. Hij zegde, ja maar het zal lang duren. Opnieuw begon hij dezelfde vragen te stellen als de vrijdag voordien:
Hij vroeg mij met hem eens te willen gaan wandelen en vroeg weer: zoudt gij niet eens eenen nacht mogen uitblijven? Hebt gij er al eens op gedenkt? Zoudt gij aan uwe moeder niet kunnen zeggen dat gij hier of daar moet gaan? Waarop ik antwoordde: Neen Mijnheer, ik moet des Zondaags om negen uren 's avonds thuis zijn, waarop hij nogmaals aandrong: maar zegt van ja, toe zegt maar ja. In tusschentijd stak hij zijne hand onder mijne kleederen, juist als hij onder mijne rokken was kwam er in het politiebureel een heer binnen die ik niet kende, dewelke daar gerief vroeg om te schrijven. Als hij gedaan had met schrijven vroeg hij aan Commerman zijnen brief in den post te willen gaan steken. Terwijl den heer daar was sprak hij mij van mijne klacht en dat hij er zou voor zorgen. Nu den heer weg zijnde, opende hij terug zijne broek en liet terug zijne mannelijkheid zien en zegde: Pakt hem eens vast en met geweld trok hij weer mijne hand tegen zijn mannelijkheid. Dan zegde hij, gij moogt aan het mijne komen en ik mag aan het uwe niet komen. Daar hij zag dat ik er niet mee gediend was sloot hij terug zijne broek en zegde: Komt nu morgenmiddag terug, wij zullen dan alachter op de bureau gaan.
Na deze verklaring kwam Camiel Commerman steeds meer in nauwere schoentjes te zitten en de getuigenissen van andere slachtoffers stroomden binnen. Een beknopte “bloemlezing” van enkele hem ten laste gelegde feiten:

Op 8 november deed Emilia Stevens 45 jaren, St. Camielstraat 49 volgende verklaring aan aan agent Arthur De Boeck en Karel Colson: Nauwelijks was ik op den bureau of Mr. Commerman begon aan mij te vragen om mij te mogen gebruiken, ineens opende hij zijne broek en haalde zijne mannelijkheid boven en wilde mij met geweld gebruiken, doch ik weigerde en verweet hem voor smeerlap, ik dreigde hem ook dat ik het zou uitgebracht hebben waarop hij mij losliet. Hij vroeg: Als ik hem in uw gat niet mag steken laat mij hem eens in uwen mond steken. Emilia Stevens stond erop haar verklaring anoniem te behandelen: Ik ben benauwd dat hij mij of mijne kinderen zou kunnen vinden.

Maria Buys, 23 jaar, Doolhofstraat had minder geluk: Ik ben een viertal jaar geleden op het politiebureel gekomen ten einde eene klacht te doen. Binnen den bureau bleef ik voor het hekken staan, waarop Mr. Commerman zegde: Komt maar hier, gij moet niet benauwd zijn. daar hij bleef aandringen ben ik tot aan zijne tafel gegaan, waar een tweede stoel stond en mij er deed opzitten. Toen ik neerzat begon hij aan mijne beenen te wrijven. Juist op dien oogenblik, alhoewel het lang gebeurd is, weet ik nog goed als dat den agent De Boeck op den bureau kwam. Als dezen terug weg was stak hij zijne handen onder mijne kleederen, kwam aan mijne vrouwelijkheid. Ik zegde hem, laat mij gerust, ik ben daarvoor niet gekomen. Hij luisterde niet en ging voort onder mijne kleederen. Ineens opende hij zijne broek en haalde zijne mannelijkheid boven en poogde mij met geweld te gebruiken. Ik vroeg hem, laat mij gerust! Ik heb mijne regels en hij antwoordde: Dat is niets kind. Hij nam mij vast met geweld en gebruikte mij rechtstaand, doch hij heeft zijne natuur verloren op den grond daar ik mij wegtrok. Na dat dit gedaan was vroeg hij mij eens op een anderen dag terug te komen maar ik gaf hem voor antwoord als dat ik nooit op het politiebureel nog zou gekomen hebben.

Pelagie Van Impe, Walstraat: Lang geleden ben ik eens ten politiebureele gekomen, daar begon Mr. Commerman beestigheden tegen mij te vertellen en wilde onder mijn kleederen gaan. Ik zegde hem, laat mij gerust! Ik heb juist mijne regels, waarop hij mij gerust liet.

De Denderbode bracht op 30/11/1905 een nogal merkwaardig, in huidige tijden ondenkbaar artikel uit:Wat nu eigenlijk de misdaden betreft waarvan Mr. Commerman beschuldigd wordt, moeten zij, in de oogen van 't Gerecht van zwaarwichtigen aard zijn, om hem aan te houden, hem te boeien, te knevelen, te bewaken lijk een misdadiger die een half dozijn moorden op zijn geweten heeft. 't Is de heer Procureur generaal aan 't hof van beroep, die 't bevel van aanhouding heeft gegeven. Overigens voor het rechtbetrekkelijke staat Mr. Commerman onder de rechtsmacht van het hof van beroep. Wij vernemen later dat Mr. Commerman slechts beschuldigd wordt van onzedelijke feiten en van niets meer.
Camiel Commerman kreeg voor “bewezen diensten” een hoofdrol als Johan Dabbers in de roman van Louis Paul Boon: De Zwarte Hand of het anarchisme van de negentiende eeuw in het industriestadje Aalst
Het beroepshof van Gent veroordeelde hem op zaterdag 13 januari 1906 tot: 6 maal 6 maanden gevang, 6 boeten van 26 fr. Of 8 dagen gevangzitting en de onkosten.
Na zijn straf uitgezeten te hebben vestigde hij zich in Koekelberg, later in Dilbeek waar hij op 17 september 1941 overleed.
* Straatje Van Der Meerssche, Kleine Bolleweg . Sinds 1927 de huidige Jan De Windtstraat
Bronnen: Misdaad in Aalst David Goossens & Jan Louies, een uitgave van Forum Aalst Historiek
Als het verleden al kan worden verwerkt, dan is het door opnieuw te vertellen wat er is gebeurd (Hannah Arendt)


Terug naar “Burgerwacht, Rijkswacht, Politie en Brandweer”

Wie is er online

Gebruikers op dit forum: Geen geregistreerde gebruikers en 8 gasten

Advertentie