Petrus Van Nuffel over 't Ros Beiaard

Moderators: Alostum, david, janlouies

Gebruikersavatar
Alostum
Site Admin
Berichten: 13002
Lid geworden op: 14 Mei 2014, 15:27
Locatie: Aalst

Petrus Van Nuffel over 't Ros Beiaard

Berichtdoor Alostum » 21 Mei 2014, 22:26

Geplaatst: 30 Jun 2010 08:31 am
Alostum schreef:Petrus van Nuffel over het Ros Beiaard in “De Omgang met het Allerheiligste te Aalst” uit 1922.

Het Ros Beyaard
Weinige Aalstenaars weten dat wij eens een Ros Bejaard hadden, en dat het reuzenpaard gedurende ten minste 164 jaren in hunne stad "de ronde maakte", of den ommegang der processie, zooals hij tot op onze dagen onveranderd bleef. (Hoe komt het toch, vragen sommigen zich af, dat de geestelijke optocht de kleinste steegjes, zooals de Lange Ridderstraat, bijvoorbeeld, enz., doortrekt ?.. En wij doen opmerken, dat in de middeleeuwen, wanneer geen alignement voorgeschreven werd, de hedendaagsche straten bijlange zoo breed niet waren, en dat de wijk der Kat, tot voor eenige, jaren nog, ongeschonden-primitief was gebleven).
Eerst eenige woorden over den oorsprong van het legendarisch paard.
Graaf Heimo, heer van Dordona, een der helden uit den Sagenkring van Karel den Groote, had het ros aan zijn zoon Reynout tegeschenke gegeven en deze toog er mede ten oorlog. Wanneer zijns broeders Ritsaert, Adelaert en Writsaert strijdrossen onder hen gedood waren, sprongen zij alle drie bij Reynout, op Beyaard, en zetten den krijg voort. Toen nu, in den loop der XVe eeuw, de ommegangen Vlaanderen door een buitengewonen luister ten toon spreidden, verscheen, in deze half godsdienstige en half wereldsche optochten, benevens walvisschen, kemels, meerminnen, eenhoorns, cupidos, enz., ook het Ros Beyaard. Iedere stad, zegt A. De Vlaminck, wedijverde om de grootste personages te vertoonen en de bewondering dor menigte werd vooral uitgelokt door het reusachtige der met veelkleurige opgesmukte beelden of wagens, die in den stoet rondgevoerd werden.
En reusachtig, gansch van aard om indruk te verwekken, was het legendarisch monsterpaard : wanneer het passeerde, voelde elk een ijskoude rilling door 't lijf. Geen wonder ! “Beyaert had de kracht van tien rossen en het stond in eenen sterken tooren en daer dierf niemand bij komen, om zijne kwaedheyd. Het peerd was van eenen Dromedaris gekomen, en was zoo snel in 't loopen alwaert 't dat eenen sperwer die eerst uyt zyn muyte kwam, en zoo neder vloge, dat den geenen die op Beyaert zat, hem raeken mogt, hij hadde den sperwer zijne vleugelen konnen korten al vliegende. Het was vreesselyk, ten liet hem door niemand aenraeken, en 't had een sterk gebyt, want het beet steenen gelyk andere rossen hoy; in den krijg beet het ook veel menschen dood. Het ros was groot, fel en sterk, grof en snel en droeg Reynout (wanneer hij er lang tegen gevochten had en het beest eindelijk bedwongen) door twee wyde grachten met eenen sprong, en elke gracht was veertig voeten breed ; waer het zijne sprongen nam, vlugtte elk die vlugten konde.... Het was pek zwart al dat' er aen was en van vooren was het wyd en zeer breed. De aerde beefde en het vuer sprong uyt de steenen daer Beyaert over liep, het beste ros dat in de wereld was.” Deze beschrijving staat te lezen in een klein boekje, ten jare 1619, te Antwerpen, bij Jozef Thys, gedrukt en getiteld De Historie van de vier Vrome Ridders genaemd de vier Hems Kinderen.
Terwijl het berucht paard reeds ten jare 1464 in de processien van Dendermonde en Mechelen werd opgemerkt zien wij het slechts te Aalst 33 jaren later, bepaaldelijk in 1497, verschijnen.
“Tpersonnaige van tRos Beyaert” (1528) behoorde aan de nering der Winkeliers, die Sint Niklaas voor schutsheilige hadden. In de proceesiën van 1519, 1520 en 1521 werd het paard gedragen door de gezellen der Kattestraat, en, na den omgang gebracht naar de Zoutstraatpoort, in den Blauwen Toren, „daer tsalpeter in leyt,” (Stadsrekening 1443). Nadien werd het Ros bewaard in het “Engienhuuse” op de Veemarkt, neven het “pilloryn ofte scandpael” (1492), en, in de XVIIe eeuw, in eene schuur van het Karmelietenklooster. De rekeningen over 1661 van 't Broederschap van Sint Niklaas vermelden eene betaling, gdaan aan Jozef Maes “over tros Beyaert ghedraegen thebbene uyt den blauwen torren tot int clooster vande Carmclieten deser stede.” De Winkeliers hadden binst dit jaar de schrijnwerkers Gaspar van Raffelghem en Peeter Smedt en den schilder Robrecht Mattelet met een kranige herstelling van hun paard gelast.
Later vinden we, geen enkele, vermelding meer van 't Aalstersche Ros Beyaard, alhoewel de herstelling in 1661 toelaat te vermoeden, dat het nog veel jaren kon dienst doen.


mvg. Alostum :wink:
De wereld gaat door, de tijd gaat voorbij, mensen gaan weg en soms keren ze niet meer terug en blijven alleen nog foto's achter. Robert Frank (1924-2019)

Terug naar “Carnaval en andere feestlijkheden”

Wie is er online

Gebruikers op dit forum: Geen geregistreerde gebruikers en 6 gasten

Advertentie