Kloosterorden en Congregaties

Moderators: Alostum, david, janlouies

Gebruikersavatar
Jerommeke
Berichten: 10952
Lid geworden op: 14 Mei 2014, 21:14
Locatie: Aalst

Kloosterorden en Congregaties

Berichtdoor Jerommeke » 13 Sep 2014, 17:48

Kloosterorden en Congregaties vroeger of nu nog in Aalst gevestigd.

De leden van een kloosterorde leggen de plechtige geloften af, de leden van een congregatie de eenvoudige geloften.
Kloosterorden zijn vooral gericht op een leven in het klooster, congregaties zijn meer gericht op onderwijzende of caritatieve taken.
Orden kunnen uitsluitend door de Paus gesticht worden, congregaties kunnen zonder pauselijke goedkeuring gesticht worden.
Orden vallen onder het pauselijk recht, congregaties vallen onder het diocesaan recht zolang ze geen pauselijke goedkeuring of een decreet van lof hebben bekomen.
Krijgt de congregatie één van beide dan valt ze ook onder het pauselijk recht.

Begijnen
Broeders der Christelijke Scholen
Broeders Maristen
Broeders van Maria of Congregatie van de H. Joannes de Deo
Broeders van O. L. Vrouw van Lourdes
Cisterciënzerinnen
Clarissen Coletienen of Arme Klaren
Dames van Maria
Franciscanessen
Gasthuisbegaarden
Gasthuiszusters van de H. Augustinus
Grauwe Zusters of Annunciaten
Jezuïeten
Kapucijnen
Karmelieten of Lievevrouwbroeders
Maricolen
Ongeschoeide Karmelietessen of Theresianen
Recolletten, Recollecten, Alcantarijnen of Ongeschoeide Franciscanen
Servitinnen of Zwarte Zusters van de H. Augustinus
Wilhelmieten of Sterheren
Zusters van de H. Jozef of Zusters Jozefienen
Zusters van de H. Vincentius a Paolo

Geraadpleegde bronnen voor dit en alle volgende onderwerpen:

Heiligenverering te Aalst, Jos Ghysens
Geschiedenis der stad Aalst, Frans De Potter en Jan Broeckaert
Een hart voor mensen, 300 jaar hospitaalzusters te Aalst,
Aalst, artsen, het hospitaal, de gemeenschap en het medicaliseringsproces in België, H. Strijpens
Alostum Religiosum, Petrus Van Nuffel
Aalst, Historiek der oude straten, Petrus Van Nuffel
Geschiedenis der straten van Aalst, Jos Ghysens
Waar is de tijd 1000 jaar Aalst
Het kasteel van Gijzegem, Hans Van Gijsegem
Eveneens dank aan diegenen van wie ik bijkomende informatie mocht ontvangen.
Elk tijdperk heeft duizenden helden die in geen enkel geschiedenisboek vermeld worden. Otto Weiss

Gebruikersavatar
Jerommeke
Berichten: 10952
Lid geworden op: 14 Mei 2014, 21:14
Locatie: Aalst

Begijnen

Berichtdoor Jerommeke » 13 Sep 2014, 21:36

Begijnen.

Begijnen behoorden tot één van de oudste vrouwenverenigingen en bestonden vooral uit weduwen en ongehuwden.
Zij legden geen kloostergeloften af, behalve die van kuisheid, maar stonden bekend voor hun vlijt, eerbaarheid, godsdienstigheid, weldadigheid, liefdadigheid en zorg voor de wezen.
Hun patroonheilige was de H. Begga, vandaar dat ze waarschijnlijk begijnen werden genoemd.
Zij waren meestal gekleed in een donkergrijs of donkerbruin gewaad en bedekten hun gelaat soms met een witte sluier.
Hun gemeenschap stond onder leiding van een overste, de grootjuffrouw.
Zij bewoonden meestal kleine huisjes rondom een groot plein en voorzagen in hun onderhoud door handenarbeid, meestal weven.
Onder de gebouwen bevond zich over het algemeen een kerk, een ziekenhuis en een opvangtehuis voor wezen en hulpbehoevenden
Ieder begijntje mocht vrij beschikken over haar eigendom alhoewel het veelal de gewoonte was dat haar nalatenschap overging naar een gemeenschappelijke kas.
Na de Franse Revolutie zijn de begijnhoven stilaan beginnen te verdwijnen terwijl ook allerlei nieuwe congregaties de taak van de begijnen begonnen over te nemen.
De allerlaatste begijn ter wereld, Marcella Pattyn, overleed in 2013 op 92-jarige leeftijd in Kortrijk.

In Aalst wordt het begijnhof voor het eerst vermeld in 1260 wanneer Wouter de Ghier en zijn echtgenote één van hun eigendommen, het "Boudemeershof", aan de begijnen schenken om er hun huisjes te bouwen.
In 1266 werd de stichting van het St. Catharina begijnhof goedgekeurd door het Aalsters stadsbestuur en de kerk en in 1282 door de bisschop van Kamerijk.
Op het einde van de 16de eeuw werden de kerk en het begijnhof volledig vernield.
De wederopbouw begon pas in de tweede helft van de 17de eeuw.
De oppervlakte werd vergroot in 1786 door de aankoop van de grond en de gebouwen van het nabijgelegen en afgeschafte Wilhelmietenklooster.
In 1788 werd begonnen met de bouw van een nieuwe kerk die uiteindelijk op 9 juli 1794 werd geopend.
Tijdens de Franse Revolutie werd het domein aangeslagen maar werd in 1801 teruggeschonken.
Op 5 mei 1870 werd het begijnhof verkocht aan baron H. della Faille d'Huysse die aan de kant van de Pontstraat een afscheidingsmuur liet bouwen.
Na het overlijden van de baron verkochten zijn erfgenamen het begijnhof in 1929 aan de V.Z.W. "Soeurs de Charité de Gand à Alost".
Na jarenlang bekvechten tussen de eigenaars, de stad Aalst, Monumenten en Landschappen en de Administratie over het al dan niet klasseren werd het lot van het begijnhof bezegeld.
Uiteindelijk werd het verkocht aan de Maatschappij voor Goedkope Woningen te Aalst, met uitzondering van de kerk, de kapel en het huis van de pastoor, deze werden geschonken aan de kerkfabriek van St. Martinus.
De laatst overgebleven begijnen vertrokken in 1953 naar Gent en Antwerpen.
De Maatschappij voor Goedkope Woningen begon in 1955 met het slopen van het begijnhof en bouwde er 56 nieuwe woningen.

Zie ook: viewforum.php?f=51
Elk tijdperk heeft duizenden helden die in geen enkel geschiedenisboek vermeld worden. Otto Weiss

Gebruikersavatar
Jerommeke
Berichten: 10952
Lid geworden op: 14 Mei 2014, 21:14
Locatie: Aalst

Broeders der Christelijke Scholen

Berichtdoor Jerommeke » 13 Sep 2014, 22:03

Broeders der Christelijke Scholen.

Deze congregatie werd te Reims in 1680 gesticht door Jean Baptiste de la Salle met als doel een christelijke opvoeding aan de jeugd maar vooral gratis onderwijs aan arme kinderen geven.
Het leven van Jean Baptiste kende heel wat moeilijkheden door tegenwerking en laster.
Naar het einde toe werd het zelfs zo erg, dat hij vluchtte om zich in de buurt van Grenoble te vestigen.
Het was alleen na lang aandringen van enkele broeders, dat hij terugkeerde om opnieuw de leiding van de congregatie op zich te nemen.
Op zijn uitdrukkelijke wens kozen de broeders in 1717 één onder hen als zijn opvolger.
Om te verzekeren dat de stichting gericht bleef op haar doel: de opvoeding van de jeugd, en dat iedere broeder hiervoor altijd beschikbaar was, mocht niemand onder hen een kerkelijke wijding ontvangen.
Uiteindelijk trok de la Salle zich terug in het noviciaat van Saint-Yon (Rouen).
Drie dagen voor zijn overlijden kreeg hij, op lasterlijke aantijgingen, van de aartsbisschop verbod om nog biecht te horen.

De congregatie van de “Broeders der Christelijke Scholen” ook “Broeders der Christelijke Leering” genoemd bestond in België al vanaf 1816.
Deze broeders kwamen naar Aalst in 1843 op vraag van het stadsbestuur om de stadsschool op de Kat (Vredeplein) te besturen.
Vanaf 1850 ontstonden er echter politieke problemen met het liberaal stadsbestuur, deze onenigheid zal later aanleiding geven tot het verdwijnen van de broeders uit deze school.
Door bemiddeling van pastoor C. De Blieck konden de broeders hun school reorganiseren in nieuwe klassen in de St. Jorisstraat op de plaats van het vroegere St. Jorisgildenhuis en het veel latere Groen Kruis.
De nieuwe school kreeg de naam St. Jorisschool of Institut St. Georges en stond onder leiding van het St. Lievenpensionaat dat door dezelfde broeders werd gesticht in 1854 op de Keizerlijke Plaats onder de naam “Petit Noviciat”.
Deze school bevatte niet alleen een volksschool voor arme kinderen maar ook een afdeling voor kinderen uit de burgerij.
In 1878 waren er 246 leerlingen en in 1880 nog slechts 215, door allerlei problemen zoals concurrentie van andere christelijke scholen (o.a. Jezuiëtenschool) bleef het aantal leerlingen verder dalen.
De St. Jorisschool verdween uiteindelijk in 1911 toen alle broeders naar de Keizerlijke Plaats verhuisden waar ze nog tot 1917 les gaven.
In 1918 werd deze school door de Duitsers in beslag genomen en bleef nadien leegstaan tot er in 1921 opnieuw een “Klein Noviciaat” werd geopend dat op zijn beurt bleef bestaan tot in 1929.
In 1930 werd het gebouw verhuurd aan het St. Maarteninstituut waarna het 1931-1932 werd afgebroken.

Het Klein Noviciaat op de Keizerlijke Plaats.
Afbeelding

Kapel.
Afbeelding
Elk tijdperk heeft duizenden helden die in geen enkel geschiedenisboek vermeld worden. Otto Weiss

mmarc
Berichten: 141
Lid geworden op: 21 Mei 2014, 15:45

Re: Kloosterorden en Congregaties

Berichtdoor mmarc » 15 Sep 2014, 09:33

Werd het weeshuis in de Kattestraat niet verzorgd door de Zusters Jozefienen (met moederhuis in Sint-Niklaas) ? Ik heb twee tantes die daar hebben verbleven en die later (te samen met nog 2 andere van hun 10 zusters) ingetreden zijn in die kloosterorde, die ze in het weeshuis hebben leren kennen)

Marc

Gebruikersavatar
Jerommeke
Berichten: 10952
Lid geworden op: 14 Mei 2014, 21:14
Locatie: Aalst

Re: Kloosterorden en Congregaties

Berichtdoor Jerommeke » 15 Sep 2014, 14:05

Voor zover ik kan terugvinden werd de zorg voor de meisjes in het meisjesweeshuis in de Kattestraat vanaf ca. 1845 toevertrouwd aan de zusters Maricolen.

De zusters Jozefienen of zusters van de H. Jozef waren inderdaad gevestigd in St. Niklaas waar ze ook een meisjesweeshuis hadden, hun congregatie had een vestiging op 17 verschillende plaatsen.
Ik kan geen activiteit van deze zusters in Aalst terugvinden, hetgeen uiteraard niet wil zeggen dat ze in Aalst niet actief waren.
Elk tijdperk heeft duizenden helden die in geen enkel geschiedenisboek vermeld worden. Otto Weiss

Gebruikersavatar
Jerommeke
Berichten: 10952
Lid geworden op: 14 Mei 2014, 21:14
Locatie: Aalst

Broeders Maristen

Berichtdoor Jerommeke » 15 Sep 2014, 15:06

Broeders Maristen.

Deze congregatie werd te La Valla en Gier (Frankrijk) in 1817 gesticht door E. P. Marcellinus Champagnat met als doel een christelijke opvoeding en onderwijs aan de jeugd te geven.

Rond 1850 werden op vraag van het Aalsters stadsbestuur enkele broeders naar Aalst gezonden om zich met de opvoeding en opleiding van de weesjongens van het weeshuis in de Kattestraat bezig te houden.
Eind 1899 werden zij vervangen door de broeders van O. L. Vrouw van Lourdes.
Elk tijdperk heeft duizenden helden die in geen enkel geschiedenisboek vermeld worden. Otto Weiss

Gebruikersavatar
Jerommeke
Berichten: 10952
Lid geworden op: 14 Mei 2014, 21:14
Locatie: Aalst

Broeders van Maria, Congregatie van de H. Joannes de Deo

Berichtdoor Jerommeke » 15 Sep 2014, 15:07

Broeders van Maria, Congregatie van de H. Joannes de Deo, Hospitaalbroeders van St. Joannes de Deo, Broeders van liefde en medelijden, Juvenisten.

De orde van de Hospitaalbroeders van St. Johannes de Deo werd opgericht in 1537 in Granada door de Portugees Juan Ciudad, beter bekend als St. Johannes de Deo.
Rond 1537 werd de voormalige militair en rentmeester Juan Ciudad vrijgelaten uit de inrichting voor psychisch gestoorden van Granada.
Na zijn vrijlating richtte hij er met de hulp van de inwoners van Granada een hospitaal op waar hij liefde, hoop en troost bood aan geestelijk zieke mensen.
Hij wilde hun zorgen verlichten en hen helpen bij het zoeken naar een nieuw thuis en een nieuwe toekomst. Dit huis werd een toevluchtsoord voor talloze zieken en ontheemden.
Er werden vooral geestelijk gestoorde personen geholpen.
De Hospitaalbroeders zetten het werk van Johannes de Deo, die in 1690 heilig werd verklaard, voort waarbij gastvrijheid, waardigheid, vertrouwen, medeleven, zorg en respect een grote rol spelen.

De congregatie in Aalst werd gesticht in 1841 met als doel de ziekenverpleging aan huis.
Aanvankelijk in kleine huisjes in de Ridderstraat gehuisvest, konden de broeders dank zij milde giften een groter gebouw optrekken waaraan in 1849 een kapel werd toegevoegd.
In 1854 werd een afdeling geopend voor mannelijke krankzinnigen.
Dokter Jozef De Windt verzorgde er de zieken en de geesteszieken.
Begin 1870 werd de thuisverpleging stopgezet, alleen nog rijke of particuliere personen wiens lichamelijke staat oppas vereiste werden opgenomen alsook oude en gebrekkige priesters.
In september 1893 wordt de "Société en nom collectif Lievin De Pauw & Cie" gesticht met opnieuw hetzelfde doel: het houden van een gezondheidshuis voor oppas en verzorging van mannelijke zieken, alsook buitenhuisverpleging.
In october 1930 werden de nieuwe vleugels ingewijd en draagt nu de naam van "Maria Onbevlekt" en staat onder leiding van de Congregatie van de H. Joannes de Deo.
Deze Juvenisten zijn eveneens ziekenbroeders voor zenuwzieken waardoor ze de bijnaam "Zotte Broeders" kregen.
In 1952-54 wordt de ommuurde achterkant, palende aan de Vrijheidstraat, afgebroken en kwam er het "Internaat Maria Onbevlekt" in de plaats dat o.a. leerlingen van de Vrije Technische School onderdak gaf, hetgeen meteen ook het einde betekende voor de "Broeders" in Aalst.
De gebouwen in de Ridderstraat werden verwaarloosd en begonnen te vervallen.
In 1982 werden al de gebouwen in gebruik genomen door het Sint Maarteninstituut.
Elk tijdperk heeft duizenden helden die in geen enkel geschiedenisboek vermeld worden. Otto Weiss

Gebruikersavatar
Jerommeke
Berichten: 10952
Lid geworden op: 14 Mei 2014, 21:14
Locatie: Aalst

Broeders van O. L. Vrouw van Lourdes

Berichtdoor Jerommeke » 15 Sep 2014, 15:34

Broeders van O. L. Vrouw van Lourdes, Broeders van Goede Werken, Broeders van Oostakker.

Deze congregatie werd te Ronse in 1830 gesticht door onderpastoor Stephanus Glorieux onder de naam Broeders van Goede Werken met als doel het verlenen van onderwijs, opleiding, ziekenverpleging, zorg voor geesteszieken, ouderlingen, wezen en moeilijke opvoedbare jongeren.
De broeders legden zich vooral toe op volksonderwijs, maar namen ook diensten waar in bedelaarsgestichten, gevangenissen en hospitalen.
Tengevolge van een schandaal inzake kindermisbruik in 1881, werden de school en het pensionaat in Ronse gesloten.
In 1886 kreeg de congregatie een verzoek van markiezin de Courtebourne de Nédonchel om een volksschool voor jongens op te richten op haar landgoed in Oostakker.
De broeders besloten daar een nieuw moederhuis te bouwen en wijzigden hun naam in Broeders van O. L. V. van Lourdes.

In october 1899 werden op verzoek van het Aalsters stadsbestuur vier broeders naar Aalst gezonden om het bestuur van het jongensweeshuis in de Kattestraat op zich te nemen, dit ter vervanging van de Broeders Maristen.

In 1956, jaar van sluiting van dit weeshuis zouden de broeders terugkeren naar o.a. Ronse en Oostakker.
Elk tijdperk heeft duizenden helden die in geen enkel geschiedenisboek vermeld worden. Otto Weiss

Gebruikersavatar
Jerommeke
Berichten: 10952
Lid geworden op: 14 Mei 2014, 21:14
Locatie: Aalst

Cisterciënzerinnen

Berichtdoor Jerommeke » 15 Sep 2014, 16:04

Cisterciënzerinnen.

Kloosterorde gesticht in 1075 door abt Robertus van Molesme of Robert de Molême in het door hemzelf gestichte klooster in Molesme.
De orde leefde volgens de leefregels van de H. Benedictus en waren dus oorspronkelijk Benedictijnen.
Op 21 maart 1098 vestigde hij zich met 21 volgelingen in een nieuw hervormd klooster in Citeaux waar hij de regels van de H. Benedictus strenger en soberder maakte.
De volgelingen van deze nieuwe levenswijze werden van dan af aan Cisterciënzers genoemd, naar de Latijnse naam voor Citeaux: Cistercium.
De stichting verliep niet eenvoudig, uiteindelijk is er sprake van drie stichters: abt Robertus, abt Albericus en abt Stephanus.
Algemeen wordt 1098 aangenomen als het officiële stichtingsjaar.
Vaak wordt verkeerdelijk gedacht dat Bernardus van Clairvaux de stichter was.
In 1112 kwam Bernardus van Fontaines lès Dijon met 30 volgelingen de kloostergemeenschap vervoegen.
In 1115 werd hij naar Clairvaux gezonden om een nieuw klooster te stichten, hierdoor werd hij later beter bekend als Bernardus van Clairvaux.
De Cisterciënzers werden door zijn inbreng soms ook "Bernardijnen" genoemd.
Bernardus oefende een grote invloed uit op de spiritualiteit van de orde en door zijn toedoen kende de orde gedurende de twaalfde eeuw een enorme uitbreiding.
Door zijn optreden kwam er een einde aan het bestaan van de zogenaamde "adelskerken".
Naast de Cisterciënzers van de Gewone Observantie bestonden er ook de Cisterciënzers van de Strikte Observantie, deze werden naar hun klooster in La Trappe ook Trappisten genoemd.

Het eerste vrouwenklooster van de Cisterciënzerinnen werd in 1125 te Tart gesticht door Benedictinessen van de abdij van Jully.
Abt Stephanus maakte er het moederhuis van de Cisterciënzerinnen van en stelde het onder de geestelijke zorg van de abt van Citeaux.

Omstreeks 1235 kwamen cisterciënzerinnen zich te Aalst aan de rand van de stad vestigen, in een hof aan het kruispunt Moorselbaan - Beekstraat.
Deze religieuze gemeenschap vormde één van de eerste teruggevonden kloosters in de stad.
Dank zij belangrijke schenkingen van de edele familie Raas heer van Ten Borneken, die “om des Heeren genade te verwerven”, al hun eigendommen, landen, bossen, meersen, tienden en andere inkomsten, die zij in de parochies Aalst, Moorsel, Baardegem, Maxenzele, Herdersem, Wieze en in andere plaatsen bezaten, vrij zonder weergeld noch dienstbaarheid, afstaan ten voordele der zusters van de abdij van Ten Roosen, op voorwaarde dat deze een klooster zullen bouwen in het gehucht van Ten Borneken.
De zusters richtten omstreeks 1258 een groot klooster op aan het einde van de huidige Oude Abdijstraat en van de Rozendreef.
Het zou gedurende meer dan vijfhonderd jaar een voorname landbouwkolonie blijven en mocht met zijn uitgestrekte en vele domeinen doorgaan als een der grootste grondbezitters.
De abdij behield al deze bezittingen, tot op het einde der 18de eeuw.
Haar uitgebreid domein was aanvankelijk voor de abdij geen bron van grote inkomsten.
In het bijzonder de bewerking van het meeste land vergde grote onkosten, en jaren verliepen eer het werk voltooid was, niet alleen in Mijlbeke maar in al de dorpen waar de moerassige gronden drooggelegd werden en in weiden hervormd werden en de bossen gerooid en tot akkers beploegd werden.
De godsdienstige beroerten der 16de eeuw waren zeer noodlottig voor het klooster, de zusters werden uit hun verblijf verjaagd, de abdijgebouwen en de kerk werden geplunderd, in brand gestoken en volledig vernield.
In 1580 kocht abdis Van den Bossche een huis aan de Oude Vismarkt waar de zusters tot omstreeks 1622 verbleven.
Toen konden het klooster en de kerk, dank zij diverse schenkingen, worden heropgebouwd.
De ingangspoort stond langs de noord - westzijde aan de brede Rozendreef.
De prachtige kerk in grijze hardsteen van Meldert, was toegewijd aan de Moeder Gods.
Sint-Markulf's relikwieën trokken er een grote toeloop van bedevaarders, waarvan er menigeen op voorspraak van de heilige, genezing van een hopeloze ziekte bekwamen.
Een der zijaltaren in de kerk was voorbehouden aan de dienst van de H. Ursula.
Het geestelijk toezicht en het beheer over het klooster Ten Roosen werd aanvankelijk uitgeoefend door de abt van Alne of zijn plaatsvervanger de abt van Bodeloo.
In de 15de eeuw was Nicolaes Spaens, de abt van Nijzele, door de algemene overste van de cisterciënzerorde te Clairveaux aangesteld voor het bestuur zowel van de tijdelijke als van de geestelijke belangen, en in deze bediening was hij bijgestaan door twee zijner monniken, waarvan de ene de biechtvader der zusters en de andere een lekenbroeder was.
De politieke en revolutionaire omwentelingen op het einde van de 18de eeuw leidden tot de uiteindelijke verdwijning van het klooster.
Na een eerste maal gespaard gebleven te zijn, na de inval der Fransen en aangeslagen te zijn voor 15000 gulden, volgde de afschaffing der geestelijke verenigingen en de verbeurdverklaring der goederen ten voordele van het Staatsdomein.
De abdij werd gesloten en verzegeld in afwachting van de openbare verkoping.
In gevolge de wet van 16 Brumaire jaar V werden op 12 en 17 december 1797 de eerste goederen en gronden te koop gesteld.
De nieuwe eigenaar, zekere Jozef Oudaert uit Gent, liet in het midden van de warande een herenwoning optrekken, waartoe de bouwstoffen van het gesloopte klooster gebruikt werden.
Het klooster zelf werd aangekocht door een Parijzenaar, Lecouteux.
Deze deed al de gebouwen afbreken en de grond effenen. In 1870 was de eigenaar Gustaaf de Coen - van der Noot, bankier te Aalst.
De herenwoning (kasteel) en het buitengoed stonden in april 1860 openbaar te koop als nalatenschap van Isabelle Van Geem, weduwe van Jacobus Joannes Boone.
Het goed omvatte bouw- en weiland, groot ca. 20 ha.
Latere eigenaar was pastoor Albertus Boone, die het goed op 16 januari 1908 in twee stukken verkocht, aan Leon Coen de Galle (ca. 11 ha) en aan advocaat Felix De Hert - De Coene (ca. 9 ha).
Uit de erfenissen van Romain de Hert en zuster Marie Benoit de Coen werd in 1965 en 1968 in totaal ca. 6 ha grond geschonken aan V.Z.W. Levensvreugde.

Bijkomende informatie:

In de omgeving van de latere abdij lag het hof “Ten Borneken”, bewoond door een rijke godvruchtige edelman.
In 1239 staat hij voor de abt van Bodeloo en zuster Juta, abdis van de abdij, met toestemming van zijn kinderen (zijn echtgenote was al overleden) al zijn bezittingen af.
Raso de Fontinella vulgo Borneken fundat ac dotat abbatiam de Rosis vulgo Ten Roosen monialium ordinis Cisterciensis apud Alostum anno 1239.
De zusters betrokken meteen dit hof “Ten Borneken” waar dan ook de eerste religieuze diensten plaats vonden.
Dit hof werd dan vanaf 1258 verder uitgebouwd tot een volwaardige abdij.
De nieuwe abdij werd Ten Roosen genoemd, vermoedelijk door de bloemrijke versiering waarmee de zusters het beeld van de moeder Gods tooiden.
Door de godsdienstige beroerten van de 16de eeuw werd de abdij volledig vernield.
Op 27 januari 1580 kocht de abdis Anna Van den Bossche, voor de som van 900 gulden, de woning van ridder Jan de Failly en een aanpalend huisje op de Oude Vismarkt waar een gedeelte van de zusters verbleven terwijl de anderen naar Keulen vertrokken.
De abdij werd dank zij abdis Marguerite Wasteels in stand gehouden en door middel van steungelden van de stad en particuliere giften vanaf ca. 1622 heropgebouwd.
Aan de kerk was het woonhuis met een grote binnenplaats aangebouwd.
Aan de zijkant waren de brouwerij, de bakkerij, het washuis en de bergplaatsen.
Verder waren er nog de hofstede met de stallingen, schuren, wagenhuizen, de boomgaard en de hovingen.
De warande die gans het hof omsloot was beplant met hoogstammige bomen.
Volkomen afgezonderd van de abdij bevond zich het huis van de geestelijke bestuurder, op een wal, te midden van een vijver, te bereiken via een houten brug.
Het ganse domein werd verder nog omringd door een diepe gracht.
In 1674-76 werd door de Fransen een groot gedeelte van de bossen vernield.
Dit was ook een periode van grote armoede waarbij de zustergemeenschap werd vrijgesteld van belastingen.
De laatste jaren van het bestaan stond de abdij onder leiding van abdis Félicité Byl, de kloostergemeenschap telde toen nog 58 personen: 26 dames, 2 zusters, 15 lekenzusters en 15 meiden.
Het houten beeld van “Onze Lieve Vrouw Ten Roosen” werd door één van de laatste zusters, Theresia Beeckman, geschonken aan de kerk van Herdersem, ook een reliekhouder bevindt zich in deze kerk.
Na de verkoop in 1797 werd Jozef Oudaert, voor de som van 451.000 livre, de nieuwe eigenaar.
Deze liet in het midden van de warande een kasteeltje bouwen.
Na het overlijden van zijn weduwe in 1813 ging een gedeelte naar de familie de Hertogh.
In 1824 werd dit kasteeltje en aanpalende gronden verkocht aan Jacobus Joannes Boone voor de som van 8300 gulden.
Zijn kleinzoon, advocaat Blondel, bracht hier regelmatig zijn vakantie door, hierdoor werd het in de volksmond ook het “Kasteel van Blondel” genoemd.
Rond 1908 werd het verkocht aan de latere Aalsterse burgemeester Felix de Hert.
Een ander deel van de bezittingen werd gekocht door Ignatius Joannes Baptist de Crombeen de Terbeke, via erfenissen gingen deze naar de familie de Clippele.
De abdij, gekocht door Parijzenaar Lecouteux werd volledig gesloopt, de gronden werden later verkocht aan een andere Parijzenaar, Jean Daniel Herelle, die ze op zijn beurt doorverkocht aan de Aalsterse bankier Gustaaf de Coen – van der Noot.

Zie ook: viewtopic.php?f=23&t=187&p=1049#p1049
Elk tijdperk heeft duizenden helden die in geen enkel geschiedenisboek vermeld worden. Otto Weiss

Gebruikersavatar
Jerommeke
Berichten: 10952
Lid geworden op: 14 Mei 2014, 21:14
Locatie: Aalst

Re: Clarissen Coletienen of Arme Klaren

Berichtdoor Jerommeke » 15 Sep 2014, 18:23

Clarissen Coletienen of Arme Klaren.

Dit is de zogenaamde tweede orde, gesticht door de H. Franciscus van Assisi en de H. Clara, de volgelingen noemden oorspronkelijk Clarissen.
De armoedevoorschriften zijn zeer ingewikkeld en bestaan uit 5 verschillende regels:
1. De regel van de H. Franciscus
2. De regel van Innocentius IV
3. De regel van de H. Clara
4. De regel van de H. Isabella
5. De regel van Urbanus IV
In de 15de eeuw ijverde de H. Joanna samen met de H. Coleta (Nicolette Boëllet of Coleta van Corbië) voor de hervorming van de Clarissen, hieruit ontstond een nieuwe orde, de Clarissen Coletienen.
Het eerste Clarissen Coletienenklooster in België werd opgericht te Gent in 1445 door de H. Coleta.
Clarissen leven in beslotenheid, dit betekent dat zij hun klooster niet mogen verlaten.
Hun leven is er één van volledige afzondering van de wereld, vol armoede, boete en beschouwing, hun dagtaak bestaat afwisselend uit handenarbeid en koorgebed.

In Aalst werd in 1856, onder invloed van enkele rijke katholieken, in een gedeelte van het klooster van de in 1783 verjaagde Ongeschoeide Karmelietessen in de Pontstraat het klooster van de Clarissen Coletienen geopend.
De nieuw gebouwde kerk werd ingezegend in november 1859.
Het klooster en de kerk werden onder de bescherming gesteld van het H. Hart van Jezus, het H. Hart van Maria, de aartsengel Michaël, de H. Jozef, de H. Franciscus, de H. Antonius, de H. Donatus, de H. Clara en de H. Coleta.
Omstreeks 1920 was het klooster zodanig ongezond geworden door de hoge vochtigheid dat de bewoonsters op zoek gingen naar een nieuwe woonplaats.
Dankzij de financiële hulp van pater kapucijn Cyprianus (in Aalst 't klein paterken genoemd) en een openbare verkoop kon in 1931 grond worden aangekocht op de St. Annalaan.
De pater maakte eigenhandig de bouwplannen en ontwierp eveneens de binnenhuisinrichting.
In september 1932 konden de zusters hun intrek nemen in hun nieuw klooster.
Op 1 september 2009 werd deze kloostergemeenschap in Aalst officieel ontbonden.
De laatste vier overgebleven zusters, Françoise, Clarisse, Agnes en Pia zullen het Aalsters klooster verlaten en verhuizen naar Gent.

Zwangere vrouwen gingen naar de kloosterkapel waar zij "met de mantel omhuld" voor het beeld van de H. Clara hulp afsmeekten voor een probleemloze bevalling.
Ook was het de gewoonte om aan de kloosterpoort giften in natura, zoals eieren en boter, af te geven voor het bekomen van goed weer.

Zie ook: viewtopic.php?f=23&t=201
Elk tijdperk heeft duizenden helden die in geen enkel geschiedenisboek vermeld worden. Otto Weiss


Terug naar “Kerken, Kapellen, pastoors en hun parochianen”

Wie is er online

Gebruikers op dit forum: Geen geregistreerde gebruikers en 4 gasten

Advertentie