Het Vuurkruis 1914-1918
Op sommige graven vindt u het opschrift "vuurkruiser". Wat beduidt "vuurkruiser" ?
Deze titel werd uitgereikt aan allen die de "Vuurkaart" hadden ontvangen, m.a.w. allen die aan het front onder vuur gestreden hadden.
Dit bronzen kruis, met korte, brede armen, werd ingesteld op 6 februari 1934 en wordt onmiddellijk na de IJzer Medaille (of Kruis) gedragen. Het Vuurkruis kon niet postuum worden uitgereikt. Op de grote rechthoek aan de voorzijde is een verlaten slagveld te zien, geflankeerd door een verticale lauwertak : vooraan een helm op een bajonet, achteraan een heuvel met een 75mm geschut terwijl de zon tussen enkele wolken schijnt.. De keerzijde toont in het paneel een koningskroon van waaruit zeven stralen vertrekken en een grote lauwertak waarover de Latijnse tekst "SALUS PATRIAE / SUPREMA LEX" is aangebracht. De jaartallen "1914 / 1918" staan rechts onderaan terwijl linksonder de naam van de ontwerper van het ereteken, A. Rombaut, is vermeld. Het lint is rood met lichtblauwe randen en een centrale streep in diezelfde kleur.
Van dit ereteken bestaan drie types met verschillen naargelang de producent. Type 1 is meer gedetailleerd terwijl type 3 vooral herkenbaar is aan zijn afmetingen (als het ware een smaller en kleiner type 2)
Het ereteken "Vuurkruis" werd ingesteld per K.B. van 6 februari 1934 en toegekend aan de houders van een "Vuurkaart" , deze kaart geldt als brevet.
De "Vuurkaart" wordt in principe verleend aan de militairen van het Belgisch leger die tijdens den oorlog, tussen 4 Augustus 1914 en 11 November 1918, op al dan niet onafgebroken wijze, wezenlijk ten minste twaalf maanden effectieven dienst bij de in aangeduide eenheden hebben volbracht. Voorziene periode van twaalf maand wordt tot negen maand beperkt voor : de militairen die, van 4 Augustus tot 31 oktober 1914 of van 28 September 1918 tot 11 November 1918, behoord hebben tot één der vermelde eenheden en die deel genomen hebben aan al de krijgsverrichtingen hunner eenheden. De militairen van voormelde eenheden, die eervol in de handen van de vijand zijn gevallen tijdens een krijgsverrichting van een regelmatig samengestelde eenheid of eenheidsfractie en die, na uit een gevangenschap te zijn ontvlucht, zich terug bij het leger hebben vervoegd.
De Vuurkaart zal, welke ook de duur zij van de werkelijke aanwezigheid in de bedoelde eenheden, worden afgeleverd aan de militairen, die uit deze eenheden werden geëvacueerd wegens tegenover den vijand opgelopen verwondingen (gasvergiftiging, enz.) en die, bij het verlaten van het hospitaal, door een medische commissie wegens hun verwondingen ongeschikt voor de dienst werden bevonden en derhalve, tot afdanking wegens reform voorgedragen of in een sedentaire dienst gehandhaafd werden.
De in handen van de vijand gevallen verwonde militairen en de na 11 November 1917 in één der voorziene eenheden aangekomen militairen, kunnen welke ook de duur der aanwezigheid zij de Vuurkaart slechts bekomen indien zij, wegens hun verwondingen, door een pensioencommissie definitief ongeschikt werden bevonden.
Bij koninklijk besluit van 13 mei 1936 kan het "Vuurkruis" onder bepaalde omstandigheden verleend worden ten postume titel.
bron: http://www.stanny-van-grasdorff.be/webd ... kruis.html